De nachtegaal en het lijstertje(1854)–S.J. van den Bergh, J.J.L. ten Kate, Jacob van Lennep– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 68] [p. 68] De opgeschikte kat. maria. Katootje! hou de poes eens vast. - Kom beestje! stil wat met uw kopje. Ik heb hier 't hoedje van mijn popje, En wil reis kijken, hoe 't u past. kato. Poes doet haar best om los te raken. De grap schijnt weinig haar te smaken, En 'k vrees ook, dat, in geen geval Het hoedje 't beest flattéren zal. maria. Katootje lief! je zult reis kijken, Hoe, zoo met een, de kleine schurk, Met popjes hoed, en doek, en jurk, Zal op een jonge jufvrouw lijken. [pagina t.o. 68] [p. t.o. 68] DE OPGESCHIKTE KAT. [pagina 69] [p. 69] kato. Maria, hoe! geloof je dat? Al trekt gij ook de goede kat De jurken aan van al uw poppen, 't Gelukt u nooit haar langen staart Te bergen, of haar knevelbaard Als 't zou behooren, weg te stoppen. Wie leelijk is wordt nimmer mooi, Ook door den uitgezochtsten tooi. J.v.L. Vorige Volgende