Verstandhouding met de vijand(1958)–Herman van den Bergh– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 39] [p. 39] De rivier spreekt Niet liegt de vis als ze in een wolk verandert of opspringt tegen de onverhoedse ster of opklimt in de stengels van de mist Niet liegt zij wanneer ze mijn borst verlicht met schicht van schubben en door koude omzoomd mijn komst de wachtende eilanden voorspelt Niet liegt ze als zij, terug in mijn clausuur, weegbree en eik in één knoop saam vertelt of van de stier op de gefronste valk met zilte bliksemflitsen overspringt of mijn geduld en mijn bekwaamheid steelt van zwermen en van zaden te genieten - terwijl de heerlijkheid die mij omkranst wuft golfgespeel laat uitgaan naar den oever maar 'k uit de gletsjer aanzwel als een god. Vorige Volgende