Stenen tijdperk(1960)–Herman van den Bergh– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] Graf Mijn graf reist. Een dag is het ginds onder de peppels, ternauwernood kenbaar: een dag hier: wat weids mausoleum! Marmer mengt zijn schater met graniet. Mijn graf? nu is het zee, dan is het vuur. Thans nog ben ik alleen, straks ben ik twee (gewikkeld in twee lakens is het goed dubbel begraven, twee spoken te zijn) Hoe vaak zag ik me op rode ronde toren feestmaal voor de zon, voor de gier! zelfs heeft men mij al in geverfde vaas geperst, na veel gewijde ritualen - en eens lei men mij (maar dit is geheim)... Duizend graven - op een te oude aarde. Vorige Volgende