Stenen tijdperk(1960)–Herman van den Bergh– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 46] [p. 46] Nachtbeeld In de straat waar twee lantarens om het duister te verstoren wind als medeplichtige hebben reppen zich uiteen mijn beide schaduwen, nachtelijke gidsen op wier stap het zwart weerkaatst. Goddelijke eenzaamheid! waarom - nu men je achtervolgt - die drie vormen in de straat? Kunnen zij zich niet versmelten met de kalmte van de nacht? Lopen doe 'k op bei mijn schaduws maar vergeefs zelfmoord ik mij en vertrap die schimgestalten die vanzelf herboren worden. Zal ik nooit alleen dan zijn tot de hergewonnen vrede? Teveel schaduws om te zijn één - en 'k zoek, ik zoek de waarste. Vorige Volgende