De witte sjamaan
(1973)–H.C. ten Berge– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 63]
| |
Tradities van het grasvolk | |
[pagina 65]
| |
tweede lied van de sjamaan
| |
1Weer vroeg de tijd om een beeld;
het grasvolk inmiddels
door om- en afzetbarbaren beheerst
die ook plaveien de snottige paden
der politieke penose
geen berg, nog geen boom
breekt het morsige moeras
waar makers en kijkers
machteloos, want medeplichtig
toezien hoe slechte buiksprekers
onder het krapzittend pak
van beperkte vermogens
al hun gebreken
zichtbaar verbergen
dit is een beeld
werkelijk maar niet werkzaam
werkzaam maar niet werkelijk
als een wapen
dat door trommelvuur
van het perfide vernuft
de kracht van het lied
voorgoed kan verdoven
| |
[pagina 66]
| |
2Er is veel gesnotter
om de godin;
haar poëtiese nestgeur
is veelbelovend
maar doet voor de leugen niet onder
het is daarom raadzaam
steeds meer met steeds minder
woorden te zeggen
de hand zo te sturen
dat oog en oor
onophoudelijk
in ruimte en witstilte
tussen de regels bewegen
het denken te koesteren
maar steeds met gevoel
voor de daad
de stem op haar timbre en toon
te beproeven,
de tong
met de moed van een dwerg
te bedwingen -
maar altijd weerspannig
een keel opgezet
als woordgeweld
halsbrekend
veld dreigt te winnen
| |
[pagina 67]
| |
3Ik denk in poëzie
het meest geslepen
en niet in het dwingend gesprek
ik maak dus
maar gauw
een masker van gras
sluip anoniem
langs gelikte gazons van vernuft
en verdachte bedenksels
kruip ongezien
van de zomerse schorre en lichte sluimer
in het ongeschoren rietland van de slaap
en stel mij daar voor:
het geopend gedicht
dat niet bevestigt
wat er al is,
maar bevrijdt
wat besloten
zojuist weer zijn vorm heeft gevonden
| |
[pagina 68]
| |
een saluut aan het genootschap vrienden van het hollandse realismeGa naar voetnoot*‘In zijn geboortejaar -
toen het te laat was,
beviel roland holst
van een vers voor europa
veer was toen veder
leer was nog leder,
de totok dronk thee
in een oosterse tuin
het woordenboek gaf geen verklaring
voor hitsig, hoereren of ejaculatie;
de bijbel bevatte een hooglied
dat nooit werd gezongen
kortom,
tussen voorspel en nagalm
hing angst of ontzetting
in koelen bloede ont
sloeg men een vader
die sterk was, maar zwak
in zijn bitteruur,
trapte een moeder
al haar illusies
op het harmonium van godsvrees
en wrok toen de grond in
| |
[pagina 69]
| |
krijgers pasten
een pak naar hun hart
en peddelden heen op de stang
van een fongers
anderen drukten zich
vast in de roest-
bruine boezem van dikke berta
die elke zak snel in as
deed verkeren
groots en meeslepend
werd overal gesproken,
gouddelvers smoesden reeds
in een geoliede kluis
terwijl een pacifist bij spijkerboor
de spade in de bagger stak
werd met het eerste schot
de laatste duif gelost’
| |
[pagina 70]
| |
een man die gaatEen man die gaat
en is begaan
maar nu het licht van de namiddag weegt
en dan bevangen raakt
door zoveel makers van kunstgras en bakkers
van nagebootst brood
| |
[pagina 71]
| |
Hij schept in zijn slaap
zonder moeite
wat nooit werd ontvouwd
maar lang was ontsloten
wat steeds werd gezien
maar niet was doorgrond
nooit een klimmer en nu stijgt hij,
terug
aan de voet van zichzelf,
in het uitgelezen landschap
van nog ongeschreven weten
| |
[pagina 72]
| |
Hij staat bij de nollen
waar schemer met zweepregen
schuimvlokken scheert van mors land
de polder, een trage geboorte,
keert weer terug tot de zee
;
terwijl
het springtij met doods mis-
baar hem benadert
nadert hij bevuild, vol slijm en wier de zee
weer en wikkelt zich
zonder tover, maar tollend
door zeegras en zilte grond-
zee
terug
in de beschutte windingen
der ruimteschelp
|