Logo DBNL
Alles is taal geworden. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1800-1900 (2016)

Alles is taal geworden. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1800-1900

(2016)–Willem van den Berg, Piet Couttenier–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Literatuur

A

•Abeele, H. van den, ‘Geschiedenis der rederijkerskamer “Geen Konst Zonder Nijd” van Deinze’, in: Bijdragen tot de Geschiedenis der Stad Deinze 12 (1945), 23-116.
•Ackere-Doolaeghe, M. van, ‘Dr J.J.F. Wap herdacht in België’, in: De Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle 3 (1880-1881), 9-12.
•Ackere-Doolaeghe, M. van, Ter nagedachtenis van Eugeen Zetternam. Ten voordeele van Zetternams weduwe en weezen. Gent 1857.
•Aerts, J., ‘P.C. Verhulst, een onderschatte dichter uit onze negentiende eeuw’, in: Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 1984, 211-217.
•Aerts, R., ‘Liberalisme en De Gids 1837-1848’, in: De Negentiende Eeuw 12 (1988), 21-48.
•Aerts, R., De letterheren. Liberale cultuur in de negentiende eeuw: het tijdschrift De Gids. Amsterdam 1997.
•Aerts, R., ‘Bevoegde autoriteiten. Burgerlijke intellectuelen in de negentiende eeuw. Een groepsportret’, in: De Negentiende Eeuw 22 (1998), 71-95.
•Aerts, R., P. Calis, T. Jacobi en J. Relleke, De Gids sinds 1837. De geschiedenis van een algemeen-cultureel en literair tijdschrift. Den Haag 1987. Schrijversprentenboek 27.
•Ailly, A.E. d', ‘Ryze door Brabant Ao. 1816 Antwerpen, Gent, Brussel’, in: Historia. Maandschrift voor geschiedenis en kunstgeschiedenis 4 (1938), 80-94.
•Albach, B., Helden, draken en comedianten. Het Nederlandse toneelleven voor, in en na de Franse tijd. Amsterdam 1965.
•Albach, B., ‘De romantiek en het toneel in de tijd van François-Joseph Pfeiffer’, in: De Negentiende Eeuw 8 (1984), 131-154.
•Alberdingk Thijm, J.A., Drie gedichten. Utrecht 1844.
•Alberdingk Thijm, J.A., De klok van Delft. Utrecht 1846.
•Alberdingk Thijm, J.A., ‘Andwoord aan den Heere I.M. Dautzenberg, op zijne mij toegerichte letteren van 29 oktober ll.’, in: De Eendragt 7 (1852-1853), 50-51.
•Alberdingk Thijm, J.A., Het voorgeborchte. Amsterdam 1853.
•Amorie van der Hoeven, A. des, Redevoeringen. Leeuwarden 1845.
•Anbeek van der Meijden, A.G.H., De schrijver tussen de coulissen. Amsterdam 1978.
•Anbeek, T., Over de romanschrijver Emants. Amsterdam 1981.
•Anbeek, T., De naturalistische roman in Nederland. Amsterdam 1982.
•Anbeek, T., Geschiedenis van de Nederlandse literatuur tussen 1885 en 1985. Amsterdam 1990.
•Anbeek. T. en J.J. Kloek, ‘Van idealisme naar naturalisme: een onderzoek naar de romankritiek tussen 1879 en 1887’, in: De Negentiende Eeuw 5 (1981) (a), 3-30.
•Anbeek, T. en J.J. Kloek, Literatuur in verandering. Voorbeelden van de vernieuwing in het proza tussen 1879 en 1887. 's-Gravenhage 1981 (b).
•Antwerpschen Almanach van Nut en Vermaek. Antwerpen 1815-1822.
•Arents, P., De Vlaamsche schrijvers in vertaling 1830-1931. Proeve van bibliographie. Brussel 1931.
•Arras, L., ‘Het Lierse Genootschap Voor Konst en Wetenschap 1823-1827’, in: 't Land van Ryen 6 (1956), 132-139 en 172-177.
•Assche, H. van, ‘Conscience in Scandinavië. Een bibliografische verkenning’, in: Huldealbum Dr. F. van Vinckenroye. Hasselt 1985, 299-310.
•Asselbergs, W.J.M.A., Guido Gezelles Kerkhofblommen 1858-1958. Amsterdam 1958.

B

•Baeck, M., ‘Frederik van Eeden en Vlaanderen: een verkenning’, in: Studia Germanica Gandensia 16. Huldenummer prof. dr. Ada Deprez aangeboden bij haar zestigste verjaardag (1988), 11-36.
•Baekelmans, L., Vier Vlaamsche prozaschrijvers. Pieter Frans van Kerckhoven, Domien Sleeckx, Reimond Stijns, Virginie Loveling. Antwerpen 1931.
•Baekelmans, L., ‘Dr. Amand de Vos’, in: Jaarboek van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde 1946-1948, 53-75.
•Baere, C. de, ‘Het Nederlandsch tooneel te Brussel tijdens de regeering van Koning Willem i (1815-1830)’, in: Eigen Schoon en De Brabander 27 (1944), 43-49.
•Bakhuizen van den Brink, R.C., Studien en schetsen over vaderlandsche geschiedenis en letteren. Amsterdam 1863-1913, 5 dln.
•Bakhuizen van den Brink, R.C., Briefwisseling met zijne vrienden gedurende zijne ballingschap. Ed. S. Muller Fz. Haarlem. 1906.
•Bank, J.Th.M., Het roemrijk vaderland.
Cultureel nationalisme in Nederland in de negentiende eeuw. 's-Gravenhage 1990.
•Bank, J. en M. Mathijsen, Nederland in de negentiende eeuw. Amsterdam 2006.
•Barnard, M., Een weemoedige tint. Agnosticisme en estheticisme bij Allard Pierson (1831-1896). Meppel 1987.
•Baron, A., ‘Coup d'oeil sur l'état des sciences, des lettres et des arts en Belgique depuis 1830’, in: H.G. Moke e.a. (red.), La Belgique monumentale, historique et pittoresque ii. Brussel 1844, i-xxviii.
•Bas, W.G. de, ‘Van Speijk 31 januari 1802-5 februari 1831’, in: Ons Zeewezen 30 (1931) 2, 40-71.
•Bastet, F.L., Een zuil in de mist. Van en over Louis Couperus. Amsterdam 1980.
•Bastet, F., Louis Couperus. Een biografie. Amsterdam 1987.
•Bastet, F., Met Carel Vosmaer op reis. Tweede druk. Amsterdam 1989.
•Bastet, F.L., Al die verloren paradijzen... Van en over Louis Couperus. Amsterdam 2001.
•Baur, F., ‘Hollands-Belgische verhoudingen voor en na’, in: Scripta minora. Uit het werk van prof. dr. Frank Baur. Gent 1969, 113-139.
•Bavinck, H., Bilderdijk als denker en dichter. Kampen 1906.
•Beaufort, C.M. de, De historische romans en novellen van H.J. Schimmel. Utrecht z.j.
•Beekman, K.D., ‘Van Deyssel's Een Liefde en de kritiek’, in: Spektator 1 (1972), 246-258.
•Beets, N., Gedichten. Leiden z.j., 5 dln.
•Beets, N., Kuser. Ed. M.H. Schenkeveld. Zwolle 1966.
•Beets, N., Het dagboek van de student Nicolaas Beets 1833-1836. Ed. P. van Zonneveld. Amsterdam 1984.
•Beets, N., Hildebrand, Camera obscura. Ed. W. van den Berg, H. Eijssens, J.J. Kloek en P. van Zonneveld. Amsterdam 1998, 2 dln.
•Beijert, R., Van Tachtiger tot modernist. Het Gezellebeeld in de Nederlandse kritiek 1897-1940. Groningen 1997.
•Bekroonde dichtwerken op het afsterven van J.B.J. Hofman; dicht- en tooneelminnaer. Kortrijk 1836.
•Bel, J., Nederlandse literatuur in het fin de siècle. Een receptie-historisch overzicht van het proza tussen 1885 en 1900. Amsterdam 1993.
•Bel, J., W. Otterspeer en P. van Zonneveld, Leidse jagers 1830-1831. Student-vrijwilligers en de Belgische Opstand. Leiden 1981.
•Bemong, N., ‘Nulla Fides Gallis. De Belgische historische roman als medicijn tegen de Franse pest’, in: R. de Bont en T. Verschaffel (red.), Het verderf van Parijs. Leuven 2004, 223-241.
•Bemong, N., Vormen en functies van de Belgische historische roman (1827-1850). Een poëticale en chronotopisch-narratologische genrestudie. Leuven 2007. Onuitgegeven proefschrift.
•Bennink, W., Alberdingk Thijm, kunst en karakter. Nijmegen 1952.
•Berg, C., ‘De Frans-Belgische letterkunde en het Vlaams bewustzijn. Het symbolisch tekort’, in: A. Deprez en W. Gobbers (red.) 1990, 156-170.
•Berg, C., ‘De Frans-Belgische literatuur en haar “Vlaamse school” (1830-1880)’, in: A. Deprez, W. Gobbers en K. Wauters (red.) 1999-2003. ii (2001), 89-132.
•Berg, C. en P. Halen, Littératures belges de langue française. Histoire et perspectives. Brussel 2000.
•Berg, T. van den, ‘Romantische decors in Nederland’, in: De Negentiende Eeuw 8 (1984), 155-162.
•Berg, W. van den, De ontwikkeling van de term ‘romantisch’ en zijn varianten in Nederland tot 1840. Assen 1973.
•Berg, W. van den, ‘Epistolariteit als literair procédé’, in Handelingen van het drieëndertigste Nederlands filologencongres. Amsterdam 1975, 13-28.
•Berg, W. van den, ‘Een bibliothecaris buiten zijn boekje(s)’, in: Boeken verzamelen. Opstellen aangeboden aan Mr. J.R. de Groot bij zijn afscheid als bibliothecaris der Rijksuniver siteit te Leiden. Leiden 1983 (a), 17-30.
•Berg, W. van den, ‘Het literaire genootschapsleven in de eerste helft van de negentiende eeuw’, in: De Negentiende Eeuw 7 (1983) (b), 146-178.
•Berg, W. van den, ‘Sociabiliteit, genootschappelijkheid en de orale cultus’, in: M. Spies (red.), Historische letterkunde. Facetten van vakbeoefening. Groningen 1984 (a), 151-170.
•Berg, W. van den, ‘Kanttekeningen bij de letterkundige romantiek’, in: De Negentiende Eeuw 8 (1984) (b), 53-71.
•Berg, W. van den, ‘1800’, in: Noord en Zuid overdwars. Grensverkeer in de Nederlandse letteren van nu en toen. Speciaal nummer Literatuur 2 (1985) (a) nr. 6, 329-332.
•Berg, W. van den, ‘Leiden in last of de achtergronden van een voorrede’, in: W.J. van den Akker e.a. (red.), Traditie en vernieuwing. Opstellen aangeboden aan A.L. Sötemann. Utrecht-Antwerpen. 1985 (b), 80-97.
•Berg, W. van den, ‘De Drachenfels onder professoren’, in: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde 1983-1984. Leiden 1985 (c), 48-70.
•Berg, W. van den, ‘Een “vergeeld” Bilderdijkportret uit 1832’, in: De Nieuwe Taalgids 79 (1986), 299-312.
•Berg, W. van den, ‘Nationalisme. Een rem op de romantiek’, in: Spektator 18 (1988-1989), 347-350.
•Berg, W. van den, ‘Brieven aan een leermeester’, in: W.F.G. Breekveldt e.a. (red.), De achtervolging voortgezet. Opstellen over moderne letterkunde aangeboden aan Margaretha H. Schenkeveld. Amsterdam 1989 (a), 13-39.
•Berg, W. van den, ‘Dit weinigje theorie’, in: K. Fens en H. Verdaasdonk (red.), Op eigen gronden. Utrecht 1989 (b), 83-90.
•Berg, W. van den, ‘Over het vaderschap van de Nederlandse literatuurgeschiedschrijving’, in: Literatuur 6 (1989) (c), 320-324.
•Berg, W. van den, ‘Enig licht op de periode 1833 tot 1844?’, in: Juffrouw Ida 15 (1989) (d), 20-25.
•Berg, W. van den, ‘De neus van de herinnering’, in: De Negentiende Eeuw 14 (1990) (a), 225-248.
•Berg, W. van den, ‘Hoe verveelde mij die Geel’, in: Maatstaf 38 (1990) (b), 58-69.
•Berg, W. van den, ‘Van horen zeggen. De orale traditie in de tweede helft van de negentiende eeuw’, in: J.J. Kloek en W.W. Mijnhardt (red.), Balans en perspectief. De productie, distributie en consumptie van cultuur. Amsterdam 1991 (a), 49-70.
•Berg, W. van den, ‘“De vorige eeuw”, bijna verleden tijd. Over de Noordnederlandse studie van de negentiende eeuw’, in: Colloquium over de beeldvorming rond de 19de eeuw in Vlaanderen. Balans en perspectief 1971-1991. Zesde colloquium van de Contactgroep 19de Eeuw, Dr. F.A. Snellaertcomité. Gent 1991 (b), 50-66.
•Berg, W. van den, ‘“...maar eerst sedert ik den moed heb mij aan niets te binden in mijn schrijven, kan ik aan U schrijven”’, in: Literatuur 8 (1991) (c), 362-363.
•Berg, W. van den, ‘Onderbroken scheppingsdaden’, in Maatstaf 39 (1991) (d), 83-87.
•Berg, W. van den, ‘De uitvinding van de negentiende eeuw: beeldvorming rond de letterkunde’, in: De Negentiende Eeuw 16 (1992), 25-36.
•Berg, W. van den, ‘Gij die nu begeerig zijt om uwen geest op te schranderen’, in: W. van den Berg, H. Eijssens en T. van Kalmthout (red.), Haarlemse kringen. Vijftien verkenningen naar het literair-culturele leven in een negentiende-eeuwse stad. Hilversum 1993, 9-26.
•Berg, W. van den, ‘Laveren tussen Huet en Heidegger. De discussie over het zedelijk nut en nadeel van een literaire parvenu’, in: Th. Jansen e.a. (red.), De lezer als burger. Over literatuur en ethiek. Kampen 1994, 187-211.
•Berg, W. van den, ‘Vondel in de voordracht. Bloei en belang van de negentiende-eeuwse rederijkerskamers’, in: R.L. Erenstein (hoofdred.) 1996, 418-425.
•Berg, W. van den, ‘Rotterdam extra muros: de Literary Society’, in: De Negentiende Eeuw 20 (1996), 140-143.
•Berg, W. van den, ‘Sollen met de stijl’, in: C. van Eyk, M. Spies en T. Streng (red.), Een kwestie van stijl. Opvattingen over stijl in kunst en literatuur. Amsterdam 1997, 118-129.
•Berg, W. van den, ‘“Onze poëzie is reëel en praktisch”. Het denken over de identiteit van de Nederlandse letterkunde in de eerste helft van de negentiende eeuw’, in: K. Enenkel e.a. (red.), ‘Typisch Nederlands.’ De Nederlandse identiteit in de letterkunde. Voorthuizen 1999 (a), 149-161.
•Berg, W. van den, ‘Verbeelding van het vaderland. Het denken over het vaderland in de letterkunde van de eerste decennia van de negentiende eeuw’, in: N.C.F. van Sas (red.), Vaderland. Een geschiedenis vanaf de vijftiende eeuw tot 1940. Amsterdam 1999 (b), 309-342.
•Berg, W. van den, ‘La littérature du xixe siècle’, in H. Stouten, J. Goedegebuure en F. van Oostrom (red.), Histoire de la littérature néerlandaise. Paris 1999 (c), 397-473.
•Berg, W. van den, Een bedachtzame Beeldenstorm. Beschouwingen over de letterkunde van de achttiende en negentiende eeuw. Onder redactie van K. Beekman, M. Mathijsen en G. Vis. Amsterdam 1999 (d).
•Berg, W. van den, Over literatuur. Amsterdam 2000.
•Berg, W. van den, ‘Literatuur’, in: D. Fokkema en F. Grijzenhout, Rekenschap 1650-2000. Den Haag 2001, 233-256.
•Berg, W. van den, ‘Lopend lezen? De romantische lezer’, in Literatuur 29 (2003), 39-40.
•Berg, W. van den, ‘Romantiek’, in: Voortgang. Jaarboek voor de neerlandistiek 22 (2004) (a), 235-274.
•Berg, W. van den, ‘Flanor en het huldeblijk voor Multatuli’, in: Over Multatuli 27 (2004) (b) nr. 53, 41-48.
•Berg, W. van den, ‘Wat voorlezen vermag’, in: M. van Kempen, P. Verkruijsse en A. Zuiderweg (red.), Wandelaar onder de palmen. Opstellen over koloniale en postkoloniale literatuur opgedragen aan Bert Paasman. Leiden 2004 (c), 413-422.
•Berg, W. van den, ‘De negentiende-eeuwse literatuur: leverancier van clichés rond de Nederlandse identiteit’, in: Z. Hrnčiřová, E. Krol en N. van de Waal, Praagse perspectieven 2. Praag 2004 (d), 69-78.
•Berg, W. van den, ‘Een negentiende-eeuwse hoogvlieger’, in: H. Brinkman, J. Jansen en M. Mathijsen (red.), Helden bestaan! Opstellen voor Herman Pleij bij zijn afscheid als hoogleraar Historische Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Amsterdam 2008, 157-165.
•Berg, W. van den en P. van Zonneveld (red.), Nederlandse literatuur van de negentiende eeuw. Utrecht 1986.
•Berg, W. van den en J.J. Kloek, ‘Thorbecke and the resistance to irony in the Netherlands’, in: G. Garber (red.), Romantic irony. Budapest 1988, 156-177.
•Berg, W. van den en G.J. Hooykaas, ‘Leidsche wetenschappelijke berigten: een reconstructie van een mislukking’, in P. van Zonneveld (red.), Het Bataafsch Athene. Cultuurhistorische opstellen over Leiden 1800-1850. Leiden 1988, 75-89.
•Berg, W. van den en H. Stouten, De duinen gillen mee! Amsterdam 1997.
•Berg, W. van den en P. Couttenier, ‘Elk met zijn hoge hoed zijn eigen hoge hoed. Noord en Zuid in de negentiende eeuw’, in: R. Grüttemeier en J. Oosterholt (red.) 2008, 11-24.
•Bergh, P.T. Helvetius van den, De neven, blijspel. 's-Gravenhage 1837.
•Bergh, S.J. van den, Reisindrukken, herinneringen, ontmoetingen enz. op een uitstapje naar België in 1846. 's-Gravenhage 1846.
•Bergmann, A. [Tony], Verspreide schetsen en novellen. Gent 1875.
•Bertrand, J.-P., M. Biron, B. Denis en R. Grutman (red.), Histoire de la littérature belge francophone 1830-2000. Parijs 2003.
•Besien, F. van, ‘“La Société de Rhétorique”. De Fonteine op het eind van de Franse tijd (1807-1815)’, in: Jaarboek van de Koninklijke Soevereine Hoofdkamer van Retorica ‘De Fonteine’ te Gent 36-37 (2006-2007), 135-175.
•Bibliographie Nationale. Dictionnaire des écrivains belges et catalogue de leurs publications 1830-1880. Brussel 1886-1910, 4 dln.
•Bibliografie van de Vlaamse tijdschriften in de negentiende eeuw. Gent 1983-2000, 38 dln.
•Bilderdijk, W., Nieuwe uitspruitsels. Rotterdam 1817.
•Bilderdijk, W., Taal- en dichtkundige verscheidenheden i. Rotterdam 1820.
•Bilderdijk, W., Dichtwerken. Haarlem 1856-1859, 15 dln.
•Bilderdijk, W., De ondergang der eerste wareld. Ed. J. Bosch. Zwolle 1959.
•Bilderdijk, W., Hanenpoot. Prentenboek voor zijn zoontje Julius Willem. Ed. J. Bosch. Culemborg 1977.
•Bilderdijk, W., Speels vernuft. Rebus-brieven en bedriegers. Ed. J. Bosch. 's-Gravenhage 1981.
•Bilderdijk, W., Briefwisseling 1795-1797. Ed. J. Bosch, H.W. Groenevelt en M. van Hattum. Utrecht 1988, 2 dln.
•Bilderdijk, W., Briefwisseling 1798-1806. Ed. M. van Hattum. Utrecht 2007.
•Bilderdijk, W., Kort verhaal van eene aanmerkelijke luchtreis en nieuwe planeetontdekking. Ed. P.E.L. Verkuyl. Groningen 1995 (a).
•Bilderdijk, W., De kunst der poëzy. Ed. W. van den Berg en J.J. Kloek. Amsterdam 1995 (b).
•Bilderdijk, W., Liefde en ballingschap: brieven 1795-1797. Ed. M. Mathijsen. Amsterdam 1997.
•Blaas, P.B.M., De burgerlijke eeuw. Over eeuwwenden, liberale burgerij en geschiedschrijving. Hilversum 2000.
•Blaas, P.B.M., ‘De onzekere burgerij’, in: De Negentiende Eeuw 22 (1998), 4-24.
•Blauwkuip, F., De taalbesluiten van Koning Willem i. Amsterdam 1920.
•Blieck, F.J., Mengelpoezy. Kortrijk-Rotterdam-Roeselare 1839, 1850 en 1863, 3 dln.
•Blieck, F.J., ‘Proeve van vertaling in vrye dichtmaet van het psalmboek’, in: Het Taelverbond 10 (1854-1855), 59-75.
•Blieck, F.J., ‘De laatste rederijkers. Uit een nagelaten handschrift’, in: Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle 9 (1886-1887), 363-385.
•Blits, L.M., ‘Een literair experiment uit 1829.
“Iets uit den ouden tijd”’, in: Literatuur 7 (1990), 285-290.
•Blommaert, Ph., Aenmerkingen over de verwaerloozing der Nederduitsche tael. Gent 1832.
•Blommaert, Ph., Geschiedenis der Rhetorykkamer: de Fonteine, te Gent. Gent 1847.
•Blommaert, Ph., De Nederduitsche schryvers van Gent. Gent 1861.
•Bock, E. de, Beknopt overzicht van de Vlaamsche letterkunde, hoofdzakelijk in de 19e eeuw. Antwerpen-Amsterdam 1921.
•Bock, E. de, Hendrik Conscience en de opkomst van de Vlaamse Romantiek. Tweede druk. Antwerpen 1943.
•Bock, E. de, De Vlaamse letterkunde. Antwerpen-Den Haag 1953.
•Bock, E. de, ‘Conscience-varia’, in: Spiegel der Letteren 7 (1963-1964), 220-226.
•Bock, E. de, Verkenningen in de eerste helft van de negentiende eeuw. Antwerpen 1965.
•Bock, E. de, Ondergang en herstel of het begin van de ‘Vlaamse Beweging’. Antwerpen 1970.
•Boddaert jr., P., Aan de tedere kunne. Erotische gedichten. Ed. H. Heese. Utrecht 2006.
•Boerwinkel, F., De levensbeschouwing van Marcellus Emants. Een bijdrage tot de kennis van de autonome burger der negentiende eeuw. Amsterdam 1943.
•Boersema, K.H., Allard Pierson, een cultuurhistorische studie. 's-Gravenhage 1924.
•Bogaers, A., Verhandeling over het wezen der uiterlijke welsprekendheid, hare voordeelen, en de meest geschikte middelen ter bevordering van hare beoefening hier te lande. Leiden 1840.
•Bogaers, A., Woordenboek op de dichtwerken van W. Bilderdijk. Haarlem 1878.
•Boijens, J.P., Mr. Carel Vosmaer. Helmond 1931.
•Bols, J., ‘Buelens, Jan-Baptist’, in: Leven en werken van Zuidnederlandsche schrijvers. Gent 1904, 169-175.
•Bols, J., Brieven aan Jan-Frans Willems. Gent 1909.
•Bom, E. de, ‘Ida von Düringsfeld. Een ooggetuige van de Vlaamsche Romantiek 1857-1862 en vlg. jaren’, in: Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde 1938, 579-612.
•Bont, R. de, G. Rymenants en H. Vandevoorde (red.), Niet onder één vlag. Van Nu en Straks en de paradoxen van het fin de siècle. Gent 2005.
•Boogman, J.C. e.a. (red.), A.C.W. Staring, dichter en landman, regionalist en nationalist. Zutphen 1990.
•Borchgrave, P.J. de, Gedichten. Ed. I. de Borchgrave. Gent 1861.
•Bork, G.J en N. Laan, Twee eeuwen literatuurgeschiedenis. Poëticale opvattingen in de Nederlandse literatuur. Amsterdam 1997.
•Bormans, J.-H., ‘Onze letterkunde’, in: De School- en Letterbode of Bydragen ter Bevordering van Onderwys, Letterkunde en Geschie denis 1 (1844), 101-112, 163-178 en 270-277.
•Bos, D., In dienst van het Koninkrijk. Amsterdam 1999.
•Bos, D.J., ‘“Dienaren des Woords”. Godgeleerden in de negentiende-eeuwse Nederlandse letterkunde’, in: De Negentiende Eeuw 21 (1997), 153-182.
•Bosboom-Toussaint, A.L.G., Eene kroon voor Karel den Stouten. Ed. J. de Gier. Utrecht 1989.
•Bossche, S. van den, Een kortstondige kolonie. Santo-Tomas de Guatemala (1843-1854). Een literaire documentatie. Tielt 1997.
•Bouchaute, P. van, De handschriften van Karel van de Woestijne. Inventaris. Antwerpen 1988.
•Bouvy, J.M.C., Idee en werkwijze van mevrouw Bosboom-Toussaint. Rotterdam 1935.
•Boven, E. van, ‘Het pseudoniem als strategie. Pseudoniemen van vrouwelijke auteurs 1850-1900’, in: Nederlandse Letterkunde 3 (1998), 109-226.
•Bracke, S., ‘Duyse, Prudens Jan Marie van’, in: Nationaal Biografisch Woordenboek 8 (1979), 244-260.
•Braga, dichterlijke mengelingen. Uitgegeven door een dichtlievend gezelschap, onder de nooit gebruikte zinspreuk: Utile dulci. [Onder redactie van J.J.L. ten Kate en A. Winkler Prins]. Utrecht 1843.
•Branden, F.J. van den, ‘Eugeen Zetternam. Volksschrijver. 1826-1855’, in: E. Zetternam, Volledige werken. Antwerpen 1876, iii-xxxii.
•Brandt Corstius, J.C., ‘Een debat over kunst en leven in 1896’, in: Apollo 2 (1947), 263-275.
•Brandt Corstius, J.C., ‘Rhijnvis Feith als overgangsfiguur’, in: De Nieuwe Taalgids 50 (1957), 241-247.
•Brandt Corstius, J.C., ‘Willem de Clercq als literatuurhistoricus en comparatist’, in: Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1961, 482-504.
•Brandt Corstius, J.C., Het poëtisch programma
van Tachtig. Een vergelijkende studie. Amsterdam 1968.
•Brandt Corstius, J.C., De dichter Herman Gorter. 's-Gravenhage 1981.
•Brief-wisseling tusschen J.F. Willems, schryver van het werk: Tael- en letterkundige verhandeling, opzigtelyk de zuydelyke provintien der Nederlanden, en J.-B. Buelens. Antwerpen 1821.
•Brink, J. ten, Geschiedenis der Noord-Nederlandsche letteren in de xixe eeuw. In biographieën en bibliographieën, 1830-1880. Amsterdam 1888-1889, 3 dln.
•Broeckaert, K., Borgers in den estaminé. Ed. A. Jacob. Antwerpen 1922.
•Broeckaert, K., Den jongen Tobias. Ed. A. Jacob. Antwerpen 1924.
•Broeckaert, K., Jellen en Mietje. Ed. J. Huyghebaert. Brussel 1992.
•Brom, G., De dominee in onze literatuur. Nijmegen z.j. [1924].
•Brom, G., Romantiek en katholicisme in Nederland. Groningen-Den Haag 1926, 2 dln.
•Brom, G., Hollandsche schilders en schrijvers in de vorige eeuw. Rotterdam 1927.
•Brom, G., Alberdingk Thijm. Utrecht 1956.
•Brouwer, H., Lezen en schrijven in de provincie. De boeken van Zwolse boekverkopers 1777-1849. Leiden 1995.
•Brouwers, B., Literatuur en revolutie ii. De Vlaamse literatuur en de revolutie van 1848. Meppel 1971.
•Brouwers, T., J. de Vos, F. Peeters, L. van den Dries en J. van Schoor, Tussen De dronkaerd en Het kouwe kind. 150 jaar Nationael Tooneel, kns, Het Toneelhuis. Gent-Amsterdam 2003.
•Bruggencate, H.G. ten, Mr. Rhijnvis Feith. Een bijdrage tot de kennis van zijn werk en persoonlijkheid. Wageningen 1911.
•Brummel, L., Jan ten Brink - Cd. Busken Huet. Brieven aan de uitgever van het tijdschrift Nederland 1873-1886. Ed. L. Brummel. 's-Gravenhage 1963-1964. Achter het boek ii, 2, 3 en iii, 1.
•Brummel, L., De studietijd van R.C. Bakhuizen van den Brink door brieven toegelicht. Ed. L. Brummel. 's-Gravenhage 1969. Achter het boek vii.
•Brys, M. en A. Deprez, De Noordstar 1840-1842. De Vlaemsche Rederyker 1844-1856. Gent 1985.
•Buijnsters, P.J., Tussen twee werelden. Rhijnvis Feith als dichter van Het graf. Assen 1963.
•Buitendijk, W.J.C., ‘De jonge Da Costa. Romanticus in de Biedermeiertijd’, in: J. van den Berg e.a. (red.), Aspecten van het Réveil. Kampen 1980, 53-75.
•Buschmann, M.L., De Antwerpse boekdrukkers- en uitgeverswereld in de eerste helft van de 19de eeuw, een casestudie: de drukkerij-uitgeverij J.E. Buschmann en zijn stichter 1814-1853. Brussel 1991. Onuitgegeven licentiaatsverhandeling.
•Busken Huet, C., ‘De dorpsvertelling’, in: Litterarische fantasien en kritieken ix. Haarlem 1875, 183-208.
•Busken Huet, C., Het land van Rubens. Belgische reisherinneringen. Amsterdam 1881.
•Busken Huet, Cd., Brieven, uitgegeven door zijne vrouw en zoon. Haarlem 1890, 2 dln.
•Busken Huet, Cd., Verzamelde werken. Haarlem 1912, 40 dln.
•Busken Huet, Cd., Lidewyde. Ed. M.H. Schenkeveld. Den Haag 1981.
•Busken Huet, Cd., Tijgergenoegens. Een bloemlezing uit zijn werk. Ed. O. Praamstra. Amsterdam 1986.
•Buysse, C., Verzameld werk. Ed. A. van Elslander en A.M. Musschoot. Brussel 1974-1982, 7 dln.

C

•Caenegem, R.C. van (red.), 1302. Feiten en mythen van de Guldensporenslag. Antwerpen 2002.
•Calis, K., Het Huis van Wesenbeke (J.A. de Laet, 1842). Situering, editie en commentaar. Leuven 1992. Onuitgegeven licentiaatsverhandeling.
•Charlier, G., Le mouvement romantique en Belgique (1815-1850). Brussel 1948-1959, 2 dln.
•Charlier, G. en J. Hanse (red.), Histoire illustrée des lettres françaises de Belgique. Brussel 1958.
•Claes, D., ‘Over min bekende en onuitgegeven schriften van Jan van Beers’, in: Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde 1905, 835-900.
•Claes, P. en C. D'haen, ‘De eerste experimentele bundel in de Nederlanden: Gedichten, gezangen en gebeden (1862)’, in: Gezelliana. Kroniek van de Gezellestudie 1 (1989) nr. 2, 1-20.
•Claes, P., ‘Gezelle en het gedachtenrijm’, in: Gezelliana. Kroniek van de Gezellestudie 2 (1990) nr. 1, 28-42.
•Claes, P., Gezelle gelezen. Leiden 1993.
•Claeys, P., Histoire du théâtre à Gand. Gent 1892, 3 dln.
•Clerck, K. de, ‘Letterkundig leven te Brugge in
de Hollandse tijd’, in: Spiegel der Letteren 6 (1963), 270-298. Overgenomen in De Clerck 1967.
•Clerck, K. de, Confrontatie Noord-Zuid. Dicht en ondicht uit de beroerde jaren 1830-1850. Hasselt 1966.
•Clerck, K. de, Verkenningen in Noord en Zuid. Gent 1967.
•Clerck, K. de, ‘Noord en Zuid in 1868’, in: Ons Erfdeel 12 (1968) 1, 175-177.
•Clerck, K. de, ‘Overzicht van de “Nederlandsche Taal- en Letterkundige Congressen”’, in: De Negentiende Eeuw 3 (1979) (a), 74-78.
•Clerck, K. de, ‘Chronologische lijst van de “Nederlandsche Taal- en Letterkundige Congressen”’, in: De Negentiende Eeuw 3 (1979) (b), 79.
•Clerck, K. de, ‘Historische betekenis van de Nederlandse Congressen’, in: Algemeen Nederlands Jaarboek. Den Haag 1982, 72-78.
•Clerck, K. de, ‘Nederland-Vlaanderen. De periode 1830-1914’, in: Nieuwe encyclopedie van de Vlaamse Beweging. Tielt 1998, 2164-2171.
•Clercq, A. de en A. Deprez, De tijdschriften van 1815 tot 1833. Gent 1996. Bibliografie van de Vlaamse tijdschriften in de negentiende eeuw, 31.
•Clercq, W.A. de, Willem de Clercq (1705-1844). Amsterdam 1999.
•Closset, F., Aspects et figures de la littérature flamande. Brussel 1943.
•Coenen, F., Studiën over de Tachtiger Beweging. Middelburg 1924.
•Coillie, J. van en R. Ghesquière, ‘Uit de schaduw. De geschiedenis van de jeugdliteratuur in Vlaanderen van 1830 tot heden’, in: Uit de schaduw. Een beknopte geschiedenis van de West-Vlaamse en de Westfaalse jeugd- en kinderliteratuur. Brugge 1996, 11-301.
•Colmjon, G., Conrad Busken Huet: een groot Nederlander. Den Haag 1944.
•Colmjon, G., De oorsprongen van de renaissance der litteratuur in Nederland in het laatste kwart der negentiende eeuw. Arnhem 1947.
•Colmjon, G., R.C. Bakhuizen van den Brink. Een markante persoonlijkheid. Rijswijk 1950.
•Colmjon, G., De Beweging van Tachtig, een cultuurhistorische verkenning in de 19e eeuw. Utrecht 1963.
•Coninckx, S.M., Punt- en mengeldichten. Sint-Truiden 1837.
•Conscience, H., In 't Wonderjaer (1566). Historische tafereelen uit de xvie eeuw. Antwerpen 1837.
•Conscience, H., Phantazy. Antwerpen 1837.
•Conscience, H., De leeuw van Vlaenderen of de slag der Gulden Sporen. Antwerpen 1838, 3 dln.
•Conscience, H., ‘Het oordeel Gods’, in: Nederduitsch Letterkundig Jaerboekje 6 (1839), 105-118.
•Conscience, H., Avondstonden. Verhalen, zedeschetsen en zinnebeelden. Antwerpen 1846.
•Conscience, H., De loteling. Antwerpen 1850.
•Conscience, H., De boerenkryg (1798). Historisch tafereel uit de xviiie eeuw. Antwerpen 1853, 2 dln.
•Conscience, H., Eenige bladzyden uit het boek der natuer. Antwerpen 1856.
•Conscience, H., De kerels van Vlaanderen. Historische tafereelen uit de xiie eeuw. Antwerpen 1871.
•Conscience, H., Geschiedenis mijner jeugd. Brussel 1888.
•Coopman, Th. en V.A. dela Montagne (red.), 1830-1880. Onze dichters. Eene halve eeuw Vlaamsche poëzie, naar tijdsorde gerangschikt, met biografische en bibliografische aanteekeningen, eene bloemlezing en eene inleiding. Roeselare 1881.
•[Coopman, Th.], ‘Vijfjaarlijksche wedstrijd voor Nederlandsche letterkunde. viiie tijdvak. - 1885-1889. Verslag van den keurraad’, in: De Vlaamsche Kunstbode 21 (1891), 248-250, 296-300, 337-341 en 371-376.
•[Coopman, Th.], ‘Vijfjaarlijksche wedstrijd voor Nederlandsche letterkunde. ixe tijdvak (1889-1894). Verslag van den keurraad aan den heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs’, in: De Vlaamsche Kunstbode 26 (1896), 126-136, 172-182 en 215-221.
•Coopman, Th. en L. Scharpé, Geschiedenis der Vlaamsche letterkunde. Antwerpen 1910.
•Coopman, H.Thz., ‘Ontstaan en groei van een nationaal tooneel’, in: M. Sabbe, L. Monteyne en H. Coopman Thz., Het Vlaamsch tooneel inzonderheid in de xixe eeuw. Brussel 1927, 399-650.
•Coremans, E., La littérature néerlandaise en Belgique depuis 1830. Rotterdam-Brussel 1905.
•Cornelissen, M., ‘Willem Kloos en de Romantiek’, in: K.D. Beekman e.a. (red.), De as van de Romantiek. Opstellen aangeboden bij het afscheid van Willem van den Berg. Amsterdam 1999, 55-65.
•Cornelissen, M., Poëzie is niet een spel met woorden. De criticus Willem Kloos temidden van zijn tijdgenoten. Nijmegen 2001.
•Cornelissen, N., De l'origine, des progrès et de la décadence des chambres de rhétorique, établies en Flandre. Gent 1812.
•Cort, F. de, ‘Het viie Taal- en Letterkundig Congres te Brugge’, in: Nederduitsch Maandschrift 1 (1862-1863), 194-204.
•Cossee, E.H., Abraham des Amorie van der Hoeven 1798-1855. Kampen 1988.
•Costa, I. da, De mensch en de dichter Willem Bilderdijk. Eene bijdrage tot de kennis van zijn leven, karakter en schriften. Haarlem 1859.
•Costa. I. da, Dwaasheid, ijdelheid, verdoemenis! Een keuze uit het werk. Ed. G.J. Johannes. Amsterdam 1996.
•Couto, P., ‘Hendrik Conscience in de Portugese kranten’, in: Nederlandse taal-, vertaal- en letterkunde. Bijeenkomst van docenten in de nederlandistiek in Zuid-Europa en Israël. Milaan, 17-18 april 2000. Milaan 2000, 11-21.
•Couperus, L., Volledige werken. Utrecht-Amsterdam 1987-1996, 50 dln.
•Couttenier, P., ‘Anders kijken naar de letterkunde van de negentiende eeuw’, in: De Schepper 1982, 144-149.
•Couttenier, P., ‘Tekst en maatschappij in Consciences De arme edelman’, in: alw. Bulletin van de Vereniging voor Algemene en Vergelijkende Literatuurwetenschap 4 (1983), 41-48.
•Couttenier, P., ‘Het dubbel debuut van Conscience’, in: K. Porteman, M. van Vaeck en I. van de Weijer (red.), Uut goeder jonsten. Studies aangeboden aan prof. dr. L. Roose naar aanleiding van zijn emeritaat. Leuven-Amersfoort 1984a, 143-148.
•Couttenier, P., ‘Guido Gezelle: het grote herstel en de nieuwe poëzie’, in: T. Anbeek, H. Brems, P. Couttenier e.a., Nederlandse literatuur na 1830. Brussel 1984b, 50-63.
•Couttenier, P., ‘De armoede, het hart en de lezer’, in: Vierde colloquium: Pieter Frans van Kerckhoven 1989, 41-51.
•Couttenier, P., ‘“Aan den bekenden lezer”. De gelegenheidsdichter Gezelle en zijn publiek’, in: A. Deprez en W. Gobbers (red.) 1990, 217-231.
•Couttenier, P., ‘Guido Gezelle. Wisselende beelden van een dichter’, in: D. de Geest en M. van Vaeck (red.), Brekende spiegels. Beeldveranderingen in de Nederlandse literatuur. Leuven 1992, 95-117.
•Couttenier, P., ‘Medio juni 1858: Te Roeselare verschijnt de anonieme brochure Kerkhofbloemen. Guido Gezelle en de romantische poëzie’, in: M.A. Schenkeveld-van der Dussen (hoofdred.), Nederlandse literatuur, een geschiedenis. Groningen 1993, 479-484.
•Couttenier, P., ‘Reinaert de Vos. Een zondagblad voor verstandige lieden’, in: F. Hendrickx, P. Couttenier en H. Meeus (red.) 1994, 157-159.
•Couttenier, P., ‘Jeanette Delcroix: opmerkelijke ironie en stijl’, in: R. Schenkeveld-van der Dussen (hoofdred.) 1997 (a), 913-922.
•Couttenier, P., ‘Rosalie Loveling: de betreurde vriendin’; ‘Virginie Loveling: een geletterde dame’, in: R. Schenkeveld-van der Dussen (hoofdred.) 1997 (b), 937-946; 947-952.
•Couttenier, P., ‘Anton Bergmann: een uitzondering?’, in: K. Wauters (red.) 1997 (c), 69-82.
•Couttenier, P., ‘Naturalisme à la carte: Cyriel Buysse’, in: K. Wauters (red.) 1997 (d), 139-152.
•Couttenier, P., ‘Literatuur en Vlaamse Beweging. Tot 1914’, in: Nieuwe encyclopedie van de Vlaamse Beweging. Tielt 1998, 1939-1950.
•Couttenier, P., ‘Van Nederlandse naar Vlaamse poëzie. De terechtwijzing van Ledeganck in 1840’, in: Noord-Zuid. Speciaal nummer Nederlandse Letterkunde 4 (1999) nr. 2, 178-190.
•Couttenier, P., ‘Nationale beelden in de Vlaamse literatuur van de negentiende eeuw’, in: K. Deprez en L. Vos (red.) 1999, 60-69.
•Couttenier, P. (red.), Een eeuw Gezelle, 1899-1999: colloquium, Brugge 19 en 20 november 1999. Leuven 2000 (a).
•Couttenier, P., ‘Gezelle en de context van de nationale literatuur van zijn tijd’, in: P. Couttenier (red.) 2000 (b), 101-118.
•Couttenier, P., ‘“Verbeeld U”: illustraties in de Vlaamse historische romans van de negentiende eeuw’, in: M. van Vaeck, H. Brems en G.H.M. Claessens (red.), De steen van Alciato: literatuur en visuele cultuur in de Nederlanden. Opstellen voor prof. dr. Karel Porteman bij zijn emeritaat. The Stone of Alciato [...]. Leuven 2003 (a), 633-653.
•Couttenier, P., ‘Hoe ik bijna een Robinson werd: Vlaamse reisverhalen uit de negentiende eeuw’, in: E. Brems e.a (red.), Ken ik U niet? Over het vreemde en de vreemdeling in de Nederlandse literatuur. Leuven 2003 (b), 25-64.
•Couttenier, P., ‘“De zon is Bilderdijk”: enkele aspecten van de Bilderdijk-receptie in Vlaanderen’, in: Het Bilderdijk-museum 21 (2004), 8-13.
•Couttenier, P., ‘Busken Huet op de dijk van Oostende’, in: T. Sintobin en K. Rymenants (red.), Aan dezelfde zee: Oostende in de Nederlandse literatuur. Leuven 2007, 19-23.
•Couvreur, W. en A. Deprez, ‘Potgieters verblijf te Antwerpen in 1830. Enkele dagboekbladen’, in: Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 1982, 3-69.
•Cracco, D., Priester-dichter Domien Cracco 1790-1860. Roeselare 1961.
•Cremer, J.J., Distels uit 't weiland: Overbetuwsche vertellingen. Ed. H.J. Eijssens. 's-Gravenhage 1980.
•Cremer, J.J., Fabriekskinderen: een bede, doch niet om geld. Ed. H. Eijssens. Schoorl 1988.
•Custers, L., Dáár was de bron. De Beweging van Tachtig in de ogen van Albert Verwey. Maarssen 1995.
•Cuyck, F. van, ‘Sleeckx als romanschrijver’, in: Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle 7 (1884-1885), 185-196 en 213-223.

D

•Dane, J., ‘“Nuttige kennis en goede gezindheden aan te kweken”. Schoolbibliotheken in de negentiende eeuw’, in: De Negentiende Eeuw 24 (2000), 229-246.
•Dasnoy, A., Les beaux jours du romantisme belge. Brussel 1948.
•Dautzenberg, J.M., Gedichten. Brussel 1850.
•Dautzenberg, J.M., Beknopte prosodia der Nederduitsche tael. Antwerpen 1851.
•Dautzenberg, J.M., ‘Nederduitsche taal- en dichtvormen’, in: Handelingen van het derde Nederlandsch Letterkundig Congres, gehouden te Brussel, den 30 en 31 augustus en 1 september 1851. Brussel 1852, 73-76.
•Dautzenberg, J.M., ‘Brief. Aen den zeer geleerden en geschatten dichter en taelvorscher Alberdingk-Thijm’, in: De Eendragt 7 (1852-1853), 46-47.
•Dautzenberg, J.M., ‘Boekbeoordeeling. Leven en lieven. Liederen. Duitschlands dichteren nagezongen door S.J. van den Bergh’, in: Nederduitsch Maandschrift 1 (1862) nr. 1, 269-272.
•Dautzenberg, J.M., Verspreide en nagelatene gedichten. Ed. Fr. de Cort. Brussel 1869.
•David, J.B., [Recensie] ‘Het Huis van Wesenbeke, door Johan Alfried de Laet’, in: De Middelaer 2 (1842), 449-463.
•David, J.B., Nederlandsche gedichten, met taal- en letterkundige aanteekeningen. Ed. P. Willems. Leuven 1869.
•Debbaut, R., Het naturalisme in de Nederlandse letteren. Leuven-Amersfoort 1989.
•Degroote, G., ‘Poetae minores’, in: Miscellanea J. Gessler i. Deurne 1948, 364-375.
•Degroote, G., Wat een schrijver lijden kan. Nieuw licht op Hendrik Conscience. Antwerpen 1957.
•Degroote, G. en J. de Schuyter, Hendrik Conscience en zijn uitgevers. Brieven met inleiding en toelichting. Brussel-Amsterdam-Antwerpen 1953.
•Degroote, K., ‘Augustin Eugene van den Poel: een Wakkens rederijker’, in: De Roede van Tielt 16 (1985), 206-208.
•Dekker, G., Die invloed van Keats en Shelley in Nederland gedurende die negentiende eeuw. Den Haag 1926.
•Delaunois, G., Het Nederlandstalig toneel in Vlaanderen tijdens het Vereenigd Koninkrijk. Gent 1978. Onuitgegeven licentiaatsverhandeling.
•Deleu, W., Literair-kritische opvattingen van Max Rooses. Leuven 1962. Onuitgegeven licentiaatsverhandeling.
•Delft, M. van, ‘Leenregisters van wetenschappelijke bibliotheken in de negentiende eeuw. Een nieuwe bron voor onderzoek naar gebruikers’, in: De Negentiende Eeuw 24 (2000), 262-276.
•Delsaerdt, P. en M. de Schepper (red.), Letters in boeken. Liber amicorum Ludo Simons. Kapellen 2004.
•Demedts, F., ‘1831. De Gentse Fonteine hervat haar voorstellingen. Van Vlaamse taalijver naar Vlaams theater’, in: R.L. Erenstein (hoofdred.) 1996, 404-409.
•Deprez, A., ‘Diana Daenens-Robijn (1805-1855) en het Gentse toneelleven van haar tijd’, in: Jaarboek van de Koninklijke Soevereine Hoofdkamer van Retorica ‘De Fonteine’ te Gent 11 (1961), 83-92.
•Deprez, A., ‘Rondom Willems' bekroning door de “Fonteine” in 1812’, in: Jaarboek van de Koninklijke Soevereine Hoofdkamer van Retorica ‘De Fonteine’ te Gent 12-13 (1962-1963), 65-110.
•Deprez, A., Brieven van, aan en over Jan Frans
Willems 1793-1846. Algemene inleiding i, ii. Teksten en aantekeningen i: 1812-1824. Teksten en aantekeningen ii: 1825-1829. Brugge, 1965-1968, 6 dln.
•Deprez, A., Jan Frans Willems. Een bijdrage tot zijn biografie tot 1824. Gent 1966.
•Deprez, A., ‘Pieter Joost de Borchgrave en de Fonteine: een pennetwist uit 1812’, in: Jaarboek van de Koninklijke Soevereine Hoofdkamer van Retorica ‘De Fonteine’ te Gent 17 (1967), 131-149.
•Deprez, A., ‘Borchgrave, Pieter Joost de’, in: Nationaal Biografisch Woordenboek 3 (1968), 99-103.
•Deprez, A., ‘J.M. Schrants verblijf te Gent’, in: Wetenschappelijke Tijdingen 29 (1970) (a), 45-54.
•Deprez, A., De jonge Snellaert (1809-1838). Gent 1970 (b).
•Deprez, A., Kroniek van dr. F.A. Snellaert 1809-1872. Brugge 1972.
•Deprez, A., ‘Brieven uit Wenen en Gent. F.A. Snellaerts en J.A. de Laets correspondentie met G. Höfken (1842-1850)’, in: Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 1983, 173-242.
•Deprez, A., ‘Het 19de-eeuws literatuuronderzoek in Vlaanderen. Status quaestionis’, in: Colloquium over de studie van de Vlaamse literatuur van de 19de eeuw, Gent 5 oktober 1983. Gent 1985, 5-15.
•Deprez, A., ‘De verwerving en de structuur van de bibliotheek van dr. F.A. Snellaert’, in: E. Cockx-Indestege en F. Hendrickx (red.), Miscellanea Neerlandica. Opstellen voor dr. Jan Deschamps ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag iii. Leuven 1987, 85-96.
•Deprez, A., ‘Negentiende eeuw’, in: Pretiosa Neerlandica. Schatten uit de Nederlandse taal- en letterkunde in de Gentse Universiteit. Gent 1988 (a), 139-180.
•Deprez, A., ‘De Gids en Vlaanderen. Vlaanderen en De Gids’, in: De Negentiende Eeeuw 12 (1988) (b), 81-92.
•Deprez, A., ‘De professionalisering van de neerlandistiek in Vlaanderen, 1817-1914’, in: De Negentiende Eeuw 13 (1989) nr. 1, 23-31.
•Deprez, A., ‘De Franse en Nederlandse nadruk in België. “La nation la moins littéraire du monde, puisqu'elle copie tout et ne produit rien”?’, in: A. Deprez en W. Gobbers (red.) 1990, 120-141.
•Deprez, A., ‘Jacob Kats en Uylenspiegel in 1835-1836’, in: Miscellanea Denise de Weerdt. Brussel 1993, 37-63.
•Deprez, A. en W. Gobbers (red.), Vlaamse literatuur van de negentiende eeuw. Dertien verkenningen. Utrecht 1990.
•Deprez, A., W. Gobbers en K. Wauters (red.), Hoofdstukken uit de geschiedenis van de Vlaamse letterkunde in de 19de eeuw. Gent 1999-2003, 3 dln.
•Deprez, K., ‘Waarom de taal van Gezelle het niet gehaald heeft’, in: P. Couttenier (red.) 2000, 75-82.
•Deprez, K. en L. Vos (red.), Nationalisme in België. Identiteiten in beweging 1780-2000. Antwerpen-Baarn 1999.
•Desmet, H., ‘Arm Vlaanderen. Hybridische roman uit de periode rond de eeuwwisseling’, in: Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 1984, 234-272.
•Deugd, C. de, Het metafysisch grondpatroon van het romantische literaire denken. De fenomenologie van een geestesgesteldheid. Groningen 1966.
•Devolder, J., Algemene bibliografie van publicaties uitgegeven in de Zuidelijke Nederlanden voor de periode 1800-1829. Gent 1989, 3 dln.
•Devolder, J., Algemene bibliografie van publicaties uitgegeven in de Zuidelijke Nederlanden. Gent 2003, 2 dln. i: periode 1792-1799; ii: periode 1792-1829.
•Dewilde, J., ‘Muziek’, in: Nieuwe encyclopedie van de Vlaamse Beweging. Tielt 1998, 2114-2134
•Dewilde, J., ‘Nationalistische muziek in Vlaanderen’, in: L.P. Grijp e.a. (red.), Een muziekgeschiedenis der Nederlanden. Amsterdam 2001, 455-460.
•Deyssel, L. van, Verzamelde opstellen. Amsterdam 1894-1898, 4 dln.
•Deyssel, L. van, Verzamelde werken. Amsterdam 1919-1920, 6 dln.
•Deyssel, L. van, Een liefde. Zesde fotografische herdruk van de eerste en enige editie uit 1887. Ed. H.G.M. Prick. Amsterdam 1976.
•Deyssel, L. van, De scheldkritieken. Met een voorwoord en voorzien van aantekeningen door H.G.M. Prick. Amsterdam 1979.
•D'haen, C., ‘Versregellengte en insprong in Gezelle “Een bonke keerzen kind” (1858)’, in: Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 1980, 307-315.
•D'haen, C., De wonde in 't hert. Guido Gezelle: een dichtersbiografie. Tielt 1987.
•Dirikx, L., Louis Couperus en het decadentisme. Een thematologische confrontatie. Gent 1993.
•Dobbele schapers almanak, voor het schrikkeljaer ons heere Jesu Christi 1816, De, Gent 1816.
•Dolderer, W., ‘Duitsland-Vlaanderen’, in: Nieuwe encyclopedie van de Vlaamse Beweging. Tielt 1998, 997-1013.
•Dongelmans, B.P.M., Johannes Immerzeel junior (1776-1841). Het bedrijf van een uitgeverboekhandelaar in de eerste helft van de negentiende eeuw. Amstelveen 1992.
•Dongelmans, B., ‘Niet geschikt voor vrouwen. Wat mochten vrouwen lezen in de negentiende eeuw’, in: Literatuur 13 (1996), 326-334.
•Dongelmans, B.P.M., ‘“Catalogus à 10 cents verkrijgbaar”. Nuts- en volksbibliotheken in de negentiende eeuw’, in: De Negentiende Eeuw 24 (2000), 179-198.
•Dongelmans, B. en B. de Vries, ‘Het zoeklicht op de lezeres. Bronnen voor het onderzoek naar negentiende-eeuwse leescultuur’, in: De Negentiende Eeuw 25 (2001), 64-100.
•Donker, A., De episode van de vernieuwing onzer poëzie (1880-1894). Amsterdam 1929.
•Donkersloot, N.A., Beeld van Tachtig. Amsterdam-Brussel 1952.
•Doolaeghe, M., ‘Aen de Belgische dichters’, in: Nederduitsche Letteroefeningen 1 (1834) 1-10.
•Doolaeghe, M., Palfyn. Vaderlandsch gedicht. Gent 1849.
•Dopp, H., La contrefaçon des livres français en Belgique 1815-1852. Leuven 1932.
•Dorleijn, G.J., ‘Gezelle in Nederland’, in: P. Couttenier (red.) 2000, 187-207.
•Draye, G., Smartelijk te handelen. Een politiek-culturele biografie van het Brusselse kunstgenootschap De Distel (1881-1928). Brussel 2004.
•Draye, G., Laboratoria van de natie. Nederlandstalige literaire genootschappen in Vlaanderen over politiek, literatuur en identiteit 1830-1914. Nijmegen 2007.
•Driessche, E. van, 1830 of Belgiës onafhankelykheid, vaderlandsch drama in drie bedryven. Brussel 1859.
•Drop, W., Verbeelding en historie. Verschijnings vormen van de Nederlandse historische roman in de negentiende eeuw. Derde druk. Utrecht 1979.
•Drost, A., Hermingard van de Eikenterpen. Een oud vaderlandsch verhaal. Ed. P.N. van Eyck. Amsterdam 1939.
•Du Perron, E., De man van Lebak, Multatuli's naleven, Multatuli en de luizen, verspreide stukken. Verzameld werk iv, Amsterdam 1956.
•Dubois, O.W., Een vriendschap in Réveilkring. Heerenveen 1997.
•Dubois, P.H., Marcellus Emants. Een schrijvers leven. 's-Gravenhage 1964.
•Dubois, P.H., Over Allard Pierson. 's-Gravenhage 1977.
•Düringsfeld, I. von, Von der Schelde bis zur Maas. Das geistige Leben der Vlamingen seit dem Wiederaufblühen der Literatur. Biographien, Bibliographien und Proben. Leipzig-Brussel 1861, 3 dln.
•Duinkerken, A. van, ‘Van Eeden Tachtiger?’, in: Mededelingen van het Frederik van Eeden-Genootschap 7 (1940), 29-55.
•Duinkerken, A. van, Vlamingen. Een bundel opstellen over het letterkundig leven in Vlaanderen. Hasselt 1960.
•Dunk, H.W. von der, Der deutsche Vormärz und Belgien, 1830-1848. Wiesbaden 1966.
•Duyse, P. van, Dichtstuk over den heldenmoed der Vlamingen tegen de Franschen betoond onder het bestuur van den graaf Guy van Dampière. Dendermonde 1825.
•Duyse, P. van, De wanorde en omwenteling op den Vlaamschen Zangberg, in vier zangen, met eeuwigdurende aanteekeningen, enz. Gent 1830.
•Duyse, P. van, ‘De invloed des tooneels op de volksbeschaving. Dichtstuk in vier zangen’, in: Prys-gedichten, ter beantwoording der vraeg Wat de Schouwburg vermag op de beschaving der Volkeren, voorgesteld door de Maetschappy gezegd Motionisten, te Geerardsbergen [...]. Geraardsbergen 1838, 3-25.
•Duyse, P. van, Vaderlandsche poëzy. Gent 1840 (a).
•Duyse, P. van, ‘S.M. Coninckx’, in: Nederduitsch Letterkundig Jaarboekje 7 (1840) (b), 127-132.
•Duyse, P. van, ‘A.E. vanden Poel, Vlaemsch dichter’, in: Belgisch Museum 7 (1843) (a), 96-103.
•Duyse, P. van, ‘Pieter Johan Robyn’, in: Belgisch Museum 7 (1843) (b), 209-226.
•Duyse, P. van, ‘Pieter-Judocus de Borchgrave’, in: Belgisch Museum 8 (1844), 433-446.
•Duyse, P. van, Verhandeling over den Nederlandschen versbouw. Den Haag 1854.
•Duyse, P. van, Nalatenschap van J.F. Willems. Dicht- en tooneelstukken. Gent 1856 (a).
•Duyse, P. van, ‘De boer ter hoogeschole. Makamen’, in: Nederduitsch Letterkundig Jaerboekje 23 (1856) (b), 149-153.
•Dyserinck, J., Fr. Haverschmidt. Schiedam 1908.

E

•Ecrevisse, [P.], De Teuten, eene zedenschets uit de xvii[i] eeuw. Brussel 1844.
•Eeden, F. van, Studie's. Amsterdam 1891.
•Eeden, F. van, Studies. Tweede reeks. Amsterdam 1902.
•Eeghem, W. van, ‘Stichelbaut (Albéric-Luc-Basile)’, in: Biographie Nationale 24 (1926-1929), 21-23.
•Eeghem, W. van, Prudens van Duyse herdacht (1804-1959). Gent 1963.
•Eijnatten, J. van, Hogere sferen. De ideeënwereld van Willem Bilderdijk (1756-1831). Hilversum 1998.
•Eijssens, H., ‘Het jaarboekje Aurora van A.C. Kruseman’, in: W. van den Berg, H. Eijssens en T. van Kalmthout, Haarlemse kringen. Vijftien verkenningen naar het literair-culturele leven in een negentiende-eeuwse stad. Haarlem 1993, 139-152.
•Elias, H., Geschiedenis van de Vlaamse gedachte. Antwerpen 1970-1971, 4 dln.
•Elslander, A. van, De gezusters Loveling. Gent 1992.
•Elslander, A. van, ‘De gedichten van Jan Frans Willems’, in: Zevende colloquium. Jan Frans Willems 1793-1993. Dr. F.A. Snellaertcomité. Gent, 24 november 1993. Gent 1993, 50-69.
•Elslander, A. van en A.M. Musschoot, ‘Correspondentie van de gezusters Loveling. Brieven van en aan Paul Fredericq i’, in: Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 9 (1993), 67-175.
•Elst, F. van der, ‘De lof der Belgen. Kanttekeningen over het nationaal bewustzijn in Zuid-Nederland, naar aanleiding van de prijskamp der Catharinisten in Aalst in 1810’, in: Bijdragen voor de Geschiedenis der Nederlanden 10 (1956), 161-179.
•Emants, M., Drie novellen. Utrecht 1981.
•Emants, M., Lilith. Gedicht in drie zangen. Ed. A.M. Cram-Magré. Culemborg 1971.
•Emants, M., Godenschemering. Ed. M.C. van den Toorn. Zwolle 1966.
•Emants, M., Jong Holland. Oorspronkelijke roman. Met een nawoord van T. Anbeek. Amsterdam 1983.
•Emants, M., Een nagelaten bekentenis. Amsterdam 1960.
•Endt, E., Herman Gorter documentatie 1864-1897. Tweede druk. Amsterdam 1986.
•Endt, E., Mooi gebruld, leeuw. Amsterdam 1986.
•Endt, E., Het festijn van Tachtig. De vervulling van heel groote dingen scheen nabij. Amsterdam 1990.
•Erens, F., Vervlogen jaren. Den Haag 1938.
•Erenstein, R.L. (hoofdred.), Een theatergeschiedenis der Nederlanden. Tien eeuwen drama en theater in Nederland en Vlaanderen. Amsterdam 1996.
•Erenstein, R.L., ‘“Ons tooneel is niet officieel en niet voornaam”’, in: De Negentiende Eeuw 24 (2000), 5-18.
•Evers, M., De vormingsjaren van A.C.W. Staring. Brieven en documenten betreffende zijn studietijd in Harderwijk en Göttingen, 1784-1789. Hilversum 1996.
•Ewals, L., ‘Frankrijk en de Belgische Opstand’, in: De Negentiende Eeuw 4 (1980), 60-70.

F

•Falter, R., 1830. De scheiding van Nederland, België en Luxemburg. Tielt 2005.
•Fasel, A. en N. Maas, ‘Register op de “Nederlandsche Taal- en Letterkundige Congressen”’, in: De Negentiende Eeuw 3 (1979), 80-156.
•Feith, R., Bloemlezing. Met een inleiding door W. Kloos. Amsterdam 1913.
•Feith, R., Het ideaal in de kunst. Ed. P.J. Buijnsters. Tweede druk. Zwolle 1979.
•Feith, R., De ouderdom. Uitgegeven, ingeleid en toegelicht door M. van Hattum. Amstelveen 2009.
•Fens, K., ‘Papaver mijn’, in: K. Fens, Een gedicht verveelt zich niet. Amsterdam 1987, 91-99.
•Fens, K., ‘De toekomst van Gezelles poëzie’, in: P. Couttenier (red.) 2000, 223-228.
•Feyter, J. van, ‘De Meiningers treden op in Brussel en Antwerpen. De invloed van de Meiningers in de Nederlanden’, in: R.L. Erenstein (hoofdred.) 1996, 506-513.
•Flacke, M. (red.), Mythen der Nationen: ein europäisches Panorama. München 1998.
•Fontijn, J., Leven in extase. Opstellen over muziek, literatuur en decadentie rond 1900. Amsterdam 1983.
•Fontijn, J., Tweespalt. Het leven van Frederik van Eeden tot 1901. Amsterdam 1990.
•Fontijn, J., Trots verbrijzeld. Het leven van Frederik van Eeden vanaf 1901. Amsterdam 1996.
•Francken, E., De veelzinnige muze van E. Douwes Dekker. Amsterdam 1990.
•François, L., ‘Norbert Cornelissen’, in: Jaarboek van de Koninklijke Soevereine Hoofdkamer van Retorica ‘De Fonteine’ te Gent 21-22 (1971-1972), 112-114.
•François, L., Progressief en cultuurbewust. Prototypes van de Gentse burgerij eind 18de-begin 19de eeuw. Brussel 1990.
•François, L., ‘Van vurige en koele minnaars. Het orangisme in België in de negentiende eeuw’, in: De Negentiende Eeuw 23 (1999) nr. 1, 37-45.
•Fredericq, P., ‘Dichter Julius Vuylsteke en het pessimisme in de letterkunde’, in: Tijdschrift van het Willemsfonds 3 (1897) nr. 2, 5-28.
•Fredericq, P., ‘Notice sur Jean Stecher’, in: Annuaire de l'Académie Royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique 80 (1914), 411-555.
•Fris, V., ‘De bronnen van de historische romans van Conscience’, in: Hendrik Conscience. Studiën en kritieken. Antwerpen 1913, 193-260.

G

•Galle, M., Couperus in de kritiek. Amsterdam 1963.
•Gaus, H., Pers, kerk en geschreven fictie. Groeiproblemen en conflicten in een democratiseringsproces (Gent 1836-1860). Brugge 1975.
•Geel, J., Het proza van Geel en de poëzie van Simons. Een onbloedig professoraal tweegevecht in de eerste helft dezer eeuw. Culemborg 1899.
•Geel, J., Onderzoek en phantasie. Leiden 1838.
•Geel, J., Gesprek op den Drachenfels. Een dialoog over de literatuur in de negentiende eeuw. Derde herdruk. Ed. J.C. Brandt Corstius. Amsterdam 1977.
•Geel, J., Over het eenvoudige. Ed. W. van den Berg, m.m.v. D.C.A.J. Schouten. Leiden 1990.
•Geens, J., Jan van Beers (1821-1888). Negentiende-eeuwse dichter en voorvechter der Vlaamse bewustwording. Leuven 1972, 2 dln. Onuitgegeven licentiaatsverhandeling.
•Geerts, T., Het Bilderdijk-Museum. Catalogus van kunstvoorwerpen. Leiden 1994.
•Geest, D. de, W. Kusters, T. Sintobin en E. Vanfraussen, ‘Streekliteratuur in Vlaanderen en Nederland: een probleemstelling’, in: Streekliteratuur in Vlaanderen en Nederland. Een nieuwe kijk op een vergeten genre. Themanummer Spiegel der Letteren 47 (2005) nr. 2, 89-98.
•Geirnaert, D., ‘De kamers van rhetorica te Brugge. Een blik op 400 jaar Brugse rederijkersactiviteit’, in: Biekorf 95 (1995), 234-250.
•Gemert, L. van en A.J. Veltman-van den Bos, ‘Schrijfsters in de literaire kritiek tussen 1770 en 1850’, in: Nederlandse Letterkunde 2 (1997), 258-268.
•Génestet, P.A. de, Dichtwerken. Vierde druk. Amsterdam 1877.
•Gerbrandy, P., Wie leest 't krekeltjen zijn lied? De poëtische oorspronkelijkheid van Willem Bilderdijk: negen beschouwingen over gedichten van Bilderdijk. Groningen 2000.
•Gerven, J. van, ‘Literatuur en burgerlijke emancipatie in de negentiende eeuw: een Antwerpse terreinverkenning’, in: Handelingen van de Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis 45 (1991), 145-174.
•Geurts, P.A.M. e.a. (red.), J.A. Alberdingk Thijm, 1820-1889: erflater van de negentiende eeuw. Baarn 1992.
•Gevaert, G., ‘Desiré Delcroix (Deinze 1823-Schaarbeek 1887)’, in: Jaarboek van de Kunst- en Oudheidkundige Kring van Deinze 1973, 11-65.
•Gevers, L., A.W. Willemsen en E. Witte, ‘Geschiedenis van de Vlaamse Beweging’, in: Nieuwe encyclopedie van de Vlaamse Beweging. Tielt 1998, 35-86.
•Gezelle, G., Jubileumuitgave van Guido Gezelle's volledige werken. Ed. F. Baur e.a. Brussel-Amsterdam 1930-1939, 18 dln.
•Gezelle, G., Guido Gezelle's dichtwerken. Ed. F. Baur. Derde herziene druk. Antwerpen 1949-1950.
•Gezelle, G., Guido Gezelle's proza en varia. Ed. F. Baur. Antwerpen 1950.
•Gezelle, G., Mijn dichten, mijn geliefde. Bloemlezing. Ed. P. Couttenier. Gent 1990.
•Gezelle, G., Verzameld dichtwerk. Ed. J. Boets e.a. Antwerpen-Amsterdam-Kapellen 1980-1991, 8 dln.
•Gezelle, G., Poëzie en proza. Ed. P. Couttenier en A. de Vos. Amsterdam 2002.
•Gijsen, M., De literatuur in Zuid-Nederland sedert 1830. Antwerpen 19514.
•Gilliams, M., ‘Inleiding tot de verzen van Prosper van Langendonck’, in: Van Langendonck 1939, 11-20.
•Gheldere, K. de, De oude Thorhoutse kamer
van rhetorica met kenspreuk: Door Geest en Arbeid. Gent 1905.
•Gios, M., De receptie van ‘Een Vlaamsche jongen’ (Wazenaar). Een bijdrage tot de reconstructie van een periode-code. Leuven 1983. Onuitgegeven licentiaatsverhandeling.
•Gobbers, W., Jean-Jacques Rousseau in Holland. Een onderzoek naar de invloed van de mens en het werk (ca. 1760-ca. 1810). Gent 1963.
•Gobbers, W., ‘Beginnende Vlaamse literatuur en kritiek in de Bijdragen der Gazette van Gend (1836-39)’, in: Tijdschrift voor Levende Talen 32 (1966), 193-213.
•Gobbers, W., ‘Hippolyte Taine en Max Rooses' literaire kritiek’, in: Tijdschrift voor Levende Talen 35 (1969), 259-282.
•Gobbers, W., ‘“Volksbeschaving! Nationaliteit!”: krachtlijnen van een geschiedenis van de 19de-eeuwse Vlaamse letteren’, in: Ons Erfdeel 25 (1982), 718-728.
•Gobbers, W., ‘Theoretische en methodologische kanttekeningen bij een geschiedenis van de negentiende-eeuwse Vlaamse letterkunde’, in: De problematiek van de geschiedschrijving van de 19de-eeuwse Nederlandstalige literatuur. Tweede colloquium van de Contactgroep 19de Eeuw, Dr. F.A. Snellaertcomité, Gent, 9 oktober 1985. Themanummer Spiegel der Letteren 27 (1985), 263-286.
•Gobbers, W., ‘Pieter Frans Van Kerckhoven (1818-1857): romanticus in Biedermeierland?’, in: Vierde colloquium: Pieter Frans van Kerckhoven 1989, 7-27.
•Gobbers, W., ‘Consciences Leeuw van Vlaenderen als historische roman en nationaal epos: een genrestudie in Europees perspectief’, in: A. Deprez en W. Gobbers (red.) 1990, 45-69.
•Gobbers, W., ‘Inleiding tot de Vlaamse literatuur van de negentiende eeuw: de socio-culturele achtergrond en het geestelijk en artistiek tijdsklimaat’, in: A. Deprez, W. Gobbers en K. Wauters (red.) 1999-2003. i (1999), 1-146.
•Goeverneur, J.J.A. en W. Hecker, Vlaamsche poëzij: bloemlezing uit de werken der Zuid-Nederlandsche dichters van onzen tijd. Groningen 1852.
•Goinga, H. van, ‘De bibliotheekwereld omstreeks 1800 en de negentiende-eeuwse aanzetten voor een openbaar bibliotheekwezen’, in: De Negentiende Eeuw 24 (2000), 171-177.
•Gorp, H. van, De romantische griezelroman (gothic novel): een merkwaardig randverschijnsel in de literatuur. Leuven 1998.
•Gorter, H., Verzamelde werken i. Amsterdam 1948.
•Gorter, H., Verzamelde lyriek tot 1905. Amsterdam 1977.
•Graaf, J. de, Le réveil littéraire en Hollande et le naturalisme français (1880-1900). Amsterdam 1938.
•Gras, H.K. en Ph.H. Franses, ‘Toneelverval getoetst. Een statistische analyse van het theaterbezoek te Rotterdam in de eerste helft van de negentiende eeuw’, in: Tijdschrift voor Sociale Geschiedenis 24 (1998), 255-291.
•'s-Gravesande, G.H., De geschiedenis van De Nieuwe Gids. Tweede druk. Arnhem 1956, 2 dln.
•Groenewegen, J.H., Bibliographie der werken van Everhardus Johannes Potgieter. Haarlem 1890.
•Groenewegen, J.H., Everhardus Johannes Potgieter. Haarlem 1894.
•Groot, A.D., Leven en arbeid van J.H. van der Palm. Wageningen z.j. [1960].
•Groot, C. de, ‘Een tussenhistoriese figuur’, in: Maatstaf 15 (1967-1968), 618-631.
•Groote, H. de, ‘De Antwerpse boekdrukkunst van 1794 tot 1830’, in: Bouwstoffen voor de geschiedenis van Antwerpen in de xix de eeuw. Antwerpen 1964, 402-456.
•Grosheide, D., ‘De Maatschappij “Tot Nut van 't Algemeen” in de Zuidelijke Nederlanden’, in: Bijdragen voor de Geschiedenis der Nederlanden 3 (1949), 208-228.
•Grosjean-Gubin, E., ‘Le théâtre flamand à Bruxelles 1860-1880’, in: Cahiers Bruxellois 10 (1965) nr. 1, 38-83.
•Grüttemeier, R. en J. Oosterholt (red.), Een of twee Nederlandse literaturen? Contacten tussen de Nederlandse en Vlaamse literatuur sinds 1830. Leuven 2008.
•Gubin, E., Bruxelles au xixe siècle: berceau d'un flamingantisme démocratique (1840-1873). Brussel 1979.
•Gubin, E., ‘Flamingantisme et patriotisme en Belgique au xixe siècle’, in: Tijdschrift voor Geschiedenis 95 (1982) (a), 558-576.
•Gubin, E., ‘Nationalité politique et nationalité linguistique: l'attitude du mouvement flamand à l'égard des Pays-Bas (1830-1860)’, in: Colloquium over de geschiedenis van de Belgisch-Nederlandse betrekkingen tussen 1815 en 1945 - Colloque historique sur les relations belgo-neerlandaises entre 1815 et 1945. Brussel-Bruxelles 10-12/12/1980. Gent 1982 (b), 329-352.
•Gubin, E. en J.-P. Nandrin, ‘Het liberale en burgerlijke België 1846-1878’, in: E. Witte, J.-P. Nandrin, E. Gubin en G. Deneckere 2005, 237-440.

H

•Haafner, J., Werken. Ed. J.A. de Moor en P.G.E.I.J. van der Velde. Zutphen 1992-1997, 3 dln.
•Haan, M.H. de, Adriaan Loosjes. Utrecht 1934.
•Haar, B. ter, Proeve ter beantwoording der vraag: ‘Welken invloed heeft het Christendom gehad op de poëzie’. Leyden 1843.
•Haar, B. ter, Gedichten. Drie delen. 's-Gravenhage 1878-1879.
•Haar, B. ter, Laatste gedichten. 's-Gravenhage 1879.
•Haar, C. ter, Nederland en Vlaanderen. Een onderzoek naar de houding der Nederlanders tegenover het Vlaamsche vraagstuk. Santpoort 1933.
•Hageland, A. van, Hendrik Conscience en het volksleven. Leuven 1952.
•Hall, M.C. van, De orkaan op den negenden november 1800: lierzang. Amsterdam 1800.
•Halsema, J.D.F. van, ‘“En dat doen ook wij”: de wisselwerking tussen de stemmingsdichters en naturalisten in de eerste jaren van De Nieuwe Gids’, in: Voortgang, jaarboek voor de neerlandistiek 8 (1987), 3-37.
•Halsema, J.D.F. van, Te zoeken in deze angstige eeuw. Sporen van décadence-voorstellingen in de Nederlandse letterkunde aan het eind van de negentiende eeuw. Groningen 1994.
•Halsema, J.D.F. van, ‘Allard Pierson en de Tachtigers. Enkele overwegingen rond Piersons Gids-opstel over Swinburne’, in: Documentatieblad voor de Nederlandse Kerkgeschiedenis na 1800 19 (1996), 36-50.
•Halsema, J.D.F. van, Epifanie. Ogenblikken van verlichting en verschrikking in de Nederlandse letterkunde rond 1900. Amsterdam 2006.
•Hamaker, M.J., Jacob Geel (1789-1862). Naar zijn brieven en geschriften geschetst. Leiden 1907.
•Hamélius, P., Histoire politique et littéraire du mouvement flamand au xixe siècle. Brussel 1925 (18941).
•Hanot, M., ‘Literaire kritiek in “De Argus” (Brussel 1825-1826)’, in: De Nieuwe Taalgids 48 (1955) (a), 276-287.
•Hanot, M., ‘Literaire teorieën en kritiek in Gentse tijdschriften tijdens de periode van 1830 tot 1850’, in: Wetenschappelijke Tijdingen 15 (1955) (b), 277-289.
•Hanot, M., ‘Literaire theorieën en kritiek in Antwerpse tijdschriften van 1840 tot ca. 1850’, in: Handelingen Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis 9 (1955) (c), 100-131.
•Hanot, M., ‘De Wanorde en omwenteling op den Vlaamschen Zangberg van Prudens van Duyse’, in: Wetenschappelijke Tijdingen 15 (1955) (d), 359-372.
•Hanot, M., ‘De literaire betrekkingen tussen Albert Verwey en Vlaanderen’, in: Handelingen Zuidenederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis 12 (1958), 111-137.
•Hanot, M., ‘De Brusselse tijdschriften (1815-1846) en de Nederlandse letterkunde’, in: Deprez en Gobbers 1990, 84-119
•Hanou, A.J.A.M., Sluiers van Isis. Johannes Kinker als voorvechter van de Verlichting, in de vrijmetselarij en andere Nederlandse genootschappen 1790-1845. Deventer 1988.
•Hartog, J., ‘Uit het leven van een tijdschrift’, in: De Gids 1877, nr. 2, 444-506 en 1879, nr. 1, 431-482.
•Hasebroek, E.J., Elize. Ed. M.H. Schenkeveld en R. Schenkeveld-van der Dussen. Amsterdam 2004.
•Hasebroek, J.P., Poëzy. 1836.
•Hasebroek, J.P., Vesper Poëzie in de avond des levens. Amsterdam 1887.
•Hasebroek, J.P., Brieven aan E.J. Potgieter en aan de redactie van ‘De Gids’ uit de jaren 1836-1840. Ed. J.H.J. Willems. Eindhoven 1940.
•Hasquin, H. (red.), Het culturele leven in onze provincies onder Frans bewind. Brussel 1989.
•Hasquin, H. (red.), België onder het Frans bewind 1792-1815. Brussel 1993.
•Hattum, M. van, ‘Hendrik Conscience en Nederland’, in: Ons Erfdeel 26 (1983), 177-190.
•Hattum, M. van en J. Zwaan, Bilderdijks boekenwijsheid. Bijdragen over de veilingcatalogi van Bilderdijks bibliotheek. Amsterdam 1989.
•Hattum, M. van, Jan Fredrik Helmers (1767-1813). Leven en werk van een Amsterdamse wereldburger. Amsterdam 1996.
•Hattum, M. van e.a. (red.), Een eeuw rare kostgangers. Vereniging ‘Het Bilderdijk-Museum’ 1908-2008. Amstelveen 2008.
•HaverSchmidt, F., Verzamelde gedichten in handschrift. Rijswijk 1993.
•HaverSchmidt, F., Familie en kennissen. Ed. M. Mathijsen. Amsterdam 1994.
•HaverSchmidt, F., Wintervertellingen. Ed. M. Mathijsen en D. Zweekhorst. Amsterdam 1994.
•Heeroma, K.G., ‘Het probleem Beets’, in: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden 1947-1949, Leiden 1950, 59-82.
•Helmers, J.F., De Hollandsche natie in zes zangen. Den Haag 1812.
•Helmers, J.F., De Hollandsche natie. Editie L. Jensen met medewerking van M. van Hattum. Nijmegen 2009.
•Hendrickx F., m.m.v. P. Couttenier en H. Meeus (red.), Pampiere wereld. Litteraria Neerlandica uit het bezit van de Universiteit Antwerpen. Leuven 1994.
•Hendrikx, H., Verdwaald in het woud van de werkelijkheid. Het fenomeen waanzin in de Vlaamse literatuur van de negentiende eeuw. Leuven 1991. Onuitgegeven licentiaatsverhandeling.
•Heremans, J.F.J., ‘Hoe wy de letterkundige kritiek verstaen’, in: Het Taelverbond 1 (1845-1846) (a), 89-96.
•Heremans, J.F.J., ‘Over den roman’, in: Het Taelverbond 1 (1845-1846) (b), 139-149 en 217-242.
•Heremans, J.F.J., [Recensie] ‘Eenige bladzyden uit het boek der natuer, door Hendrik Conscience’, in: Het Taelverbond 2 (1846-1847), 506-510.
•Heremans, J.F.J., [Recensie] ‘Bernhart, de laet, roman uit de middeleeuwen, door Eug. Zetternam’, in: Het Taelverbond 3 (1847-1848), 342-345.
•Heremans, J.F.J., ‘Hoffmann van Fallersleben en de Nederlandsche letterkunde’, in: Nederlandsch Museum 1 (1874) 2, 129-168.
•Heremans, J.F.J., ‘De Nederlandsche letterkunde in de zuidelijke provinciën van het Koninkrijk der Nederlanden (1815-1830)’, in: Handelingen van het 13e Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres [...] 1873. Antwerpen 1875, 217-226.
•Hermanowski, G., Die Stimme des schwarzen Löwen. Geschichte des flämischen Romans. Starnberg 1961.
•Hermanowski, G., ‘Hendrik Conscience en Duitsland’, in: Ons Erfdeel 26 (1973), 238-240.
•Hermans, W.F., De raadselachtige Multatuli. Amsterdam 1976.
•Heymans, F., Het goud van de Vlaamse letteren. 170 jaar prijzen voor Nederlandse literatuur in België (1830-2000). Gent 2001.
•Hoebeke, M., ‘Een klerikaal kader voor een 19e-eeuwse antiklerikale Vlaamse roman (uit de 19e eeuw)’, in: Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 1975, 294-308.
•Hoeven, H. van der, ‘Chronologie van de Belgische Opstand’, in: De Negentiende Eeuw 4 (1980), 54-59.
•Hoffmann von Fallersleben, [A.H.], Loverkens. Ed. R.F. Lissens. Hasselt 1964.
•Hofmans, R., Literair-esthetische opvattingen in de Vlaamse tijdschriften van 1830 tot 1855. Leuven 1956. Onuitgegeven licentiaatsverhandeling.
•Honings, R., ‘Ô bloem der steden’. Bilderdijk en Leiden. Leiden 2006.
•Hoop jr., A van der, De horoskoop, treurspel. 's-Gravenhage 1838.
•Hoop jr., A. van der, De renegaat. Ed. W. Drop. Zwolle 1965.
•Hoozee, R., J. Tollebeek en T. Verschaffel (red.), Mise-en-scène. Keizer Karel en de verbeelding van de negentiende eeuw. Gent-Antwerpen 1999.
•Hoozee, R. (red.), Brussel: kruispunt van culturen. Antwerpen 2000.
•Hoste, L., ‘De “Koevoet”, een sociale aanklacht’, in: amsab-Tijdingen (1984-1985) nr. 4, 103-109.
•Houtte, J.A. van, De geschiedenis van Brugge. Tielt-Bussum 1982.
•Hovius, J., Isaäc da Costa's Bezwaren tegen den geest der eeuw. 's-Gravenhage 1973.
•Huizinga, J., Leven en werk van Jan Veth. Haarlem 1927.
•Hunningher, B., Het dramatische werk van Schimmel in verband met het Amsterdamsche tooneelleven in de negentiende eeuw. Amsterdam 1931.
•Hunningher, B., Een eeuw Nederlands toneel. Amsterdam 1949.
•Huygens, G.W., Hendrik Tollens, de dichter van de burgerij. Rotterdam 1972.
•Huyghebaert, J., ‘Het kunstverdrag van de rederijkers uit Brugge, Ieper, Kortrijk, Oostende 1810-1820’, in: Biekorf 77 (1977), 65-76.
•Huyghebaert, J., ‘Dichtwedstrijden in Vlaanderen in de negentiende eeuw’, in: Jaarboek van de Koninklijke Soeveriene Hoofdkamer van Retorica ‘De Fonteine’ te Gent 31 (1980-1981), 57-86 en 33 (1982-1983), 263-291.
•Huyghebaert, J., ‘Broeckaert, Karel’, in:
Nationaal Biografisch Woordenboek 10 (1983), 49-60.
•Huyghebaert, J., ‘Daele, Frans Donaat van’, in: Nationaal Biografisch Woordenboek 11 (1985) (a), 165-172.
•Huyghebaert, J., ‘Simpel, (Florentijn) David de’, in: Nationaal Biografisch Woordenboek 11 (1985) (b), 718-725.
•Huyghebaert, J., Oud en nieuw toneel in het graafschap Vlaanderen 1750-1815. Brussel 1987.
•Huyghebaert, J., De Belgen / Les Belges. Het dichtertornooi van Aalst 1807-1810. Gent 1989.
•Huyghebaert, J., Vlaamse literatuur in de Franse tijd. Aspecten en synthese. Brussel 1995.

I

•Im Hof, U., Das gesellige Jahrhundert. Gesellschaft und Gesellschaften im Zeitalter der Aufklärung. München 1982.
•Impe, A. van, Over toneel. Vlaamse kroniek van het komediantendom. Tielt-Amsterdam 1978.
•Iseghem, J. van, Guido Gezelles ‘Vlaemsche dichtoefeningen’ (1858). Gent 1993.

J

•Jaarboekje voor rederijkers en beminnaars der poëzy, jaargang 2. Amsterdam 1858.
•Jacob, A., Briefwisseling van, met en over Hendrik Conscience uit de jaren 1837 tot 1851. Met een inleiding en aantekeningen. Gent 1913-1914, 2 dln.
•Jacob, A., ‘Fransche verzen van Johan Alfried de Laet’, in: Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde 1914, 91-97.
•Jacobi, T., ‘Tesselschade, jaarboekje voor 1838, 1839 en 1840. De almanak als jaarlijkse staalkaart van het literaire bedrijf’, in: W. van den Berg en P. van Zonneveld (red.) 1986, 123-145.
•Jacobi, T. en J. Relleke, ‘Een “echt Kritisch Tijdschrift”: 1837-1843’, in: R. Aerts e.a., De Gids sinds 1837. De geschiedenis van een algemeen-cultureel en literair tijdschrift. Amsterdam 1987, 8-27.
•Jacobi, T. en J. Relleke, ‘Anonimiteit en samenstelling van de redactie van De Gids’, in: Literatuur 11 (1994), 202-220.
•Jacobi, T. en J. Relleke, ‘De leus van vooruitgang! Het literaire program van De Gids onder Potgieter en Bakhuizen van den Brink’, in: De Negentiende Eeuw 19 (1995), 222-234.
•Jager, G. de, ‘Een onbekende klassieker: de Camera Obscura uit 1839’, in: Tijdschrift voor Nederlandse Taal & Letterkunde 123 (2007), 144-165.
•Jansen, D., ‘Uitgerekend op intekening. De kwantitatieve ontwikkeling van het leesgezelschap in Nederland, 1781-1850’, in: De Negentiende Eeuw 14 (1990), 181-188.
•Janssens, J., De helden van 1830. Alle feiten en mythes. Antwerpen-Amsterdam 2005.
•Janssens, J., De weifelende ezel: over Vlaamse identiteit en Nederlandse poëzie 1893-1925. Nijmegen 2006.
•Jensen, L., ‘Bij uitsluiting voor de vrouwelijke sekse geschikt’. Vrouwentijdschriften en journalistes in Nederland in de achttiende en negentiende eeuw. Hilversum 2001.
•Jensen, L., ‘Helden en anti-helden. Vaderlandse geschiedenis op het Nederlandse toneel 1800-1848’, in: Nederlandse Letterkunde 11 (2006) (a), 101-135.
•Jensen, L., ‘In verzet tegen “Duitschlands klatergoud”. Pleidooien voor een nationaal toneel,1800-1840’, in: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 122 (2006) (b), 289-302.
•Jensen, L., De verheerlijking van het verleden. Helden, literatuur en natievorming in de negentiende eeuw. Nijmegen 2008.
•Johannes, G.J., ‘Poëzie is mannetaal. Conrad Busken Huets visie op de dichtkunst’, in: Maatstaf 34 (1986), 23-35.
•Johannes, G.J., ‘Van “tijdzang” naar “Hollandsche politieke poëzij”’, in: Voortgang, jaarboek voor de neerlandistiek 10 (1989), 91-124.
•Johannes, G.J., ‘Een romantisch manifest? Het verbeeldingsbegrip in een recensie uit het tijdschrift “De muzen”’, in: De Nieuwe Taalgids 84 (1991), 289-302.
•Johannes, G.J., Geduchte verbeeldingskracht! Een onderzoek naar het literaire denken over de verbeelding van Van Alphen tot Verwey. Amsterdam 1992.
•Johannes, G.J., De barometer van de smaak. Tijdschriften in Nederland 1770-1830. Den Haag 1995.
•Johannes, G.J., De lof der aalbessen. Over (Noord-)Nederlandse literatuurtheorie, literatuur en de consequenties van kleinschaligheid 1770-1830. Den Haag 1997.
•Johannes, G.J., ‘“Wat kon men daar een massa leeren!”. Vaderlands literatuuronderwijs in de negentiende eeuw’, in: G.J. Dorleijn en K. van
Rees (red.), De productie van literatuur. Het literaire veld in Nederland 1800-2000. Nijmegen 2006 (a) 39-68.
•Johannes, G.J., ‘Bezwaren tegen welke eeuw? Over Isaäc da Costa's fundamentalistisch manifest’, in: De Negentiende Eeuw 30 (2006) (b), 3-18.
•Johannes, G.J., Dit moet u niet onverschillig wezen! De vaderlandse literatuur in het Noord-Nederlandse voortgezet onderwijs 1800-1900. Nijmegen 2007.
•Jong, M.J.G. de, ‘“Nationale treurspelen” uit de nalatenschap van Bilderdijk’, in: Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, 1960, 551-617.
•Jong, M.J.G. de, Taal van lust en weelde. Willem Bilderdijk et la littérature italienne. Namur 1973.
•Jong, M.J.G. de, Honderd jaar later. Over schrijvers en geschriften uit de Beweging van Tachtig. Baarn 1985.
•Jonge, A. de en W.W. Mijnhardt, ‘Het genootschapsonderzoek in Nederland’, in: De Negentiende Eeuw 7 (1983), 253-259.
•Jongejan, E., De humor-‘cultus’ der romantiek in Nederland. Zutphen 1933.
•Jonghe, A. de, De taalpolitiek van Koning Willem i in de Zuidelijke Nederlanden (1814-1830). Sint-Andries-bij-Brugge 1967.
•Jonghe, F. de, Eline Vere bij de psychiater. Bloemendaal 1991.
•Jongstra, A., De Multatulianen. 125 jaar Multatuli-verering en Multatuli-hulde. Amsterdam 1985.

K

•Kalmthout, A.B.G.M. van, Muzentempels. Multidisciplinaire kunstkringen in Nederland tussen 1880 en 1914. Hilversum 1998.
•Kalmthout, T. van, ‘Een problematisch erfgoed. Negentiende-eeuwse visies op de rederijkerij’, in: De Negentiende Eeuw 23 (1999), 177-202.
•Kalmthout, T. van, ‘Naar een volwaardige broodwinning. De moeizame professionalisering van Nederlandse en Vlaamse literatoren 1875-1914’, in: Boekmancahier 13 (2001) nr. 47, 35-47.
•Kalmthout, T. van, ‘De schelmerij van Plagiarius. Over letterdieverij in de negentiende eeuw’, in: De Negentiende Eeuw 28 (2004), 65-87.
•Kamerbeek, jr., J., Albert Verwey en het nieuwe classicisme. Groningen 1960.
•Kamphuis, G., ‘Religieuze achtergronden in Aarnout Drost's Hermingard van de Eikenterpen’, in: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 90 (1974), 202-229.
•Kamphuis, G., ‘Het verhaal van Welf en de Germaanse oudheid in Drost's Hermingard van de Eikenterpen’, in: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 91 (1975), 213-237.
•Kate, J.J.L. ten, De schepping, tweede druk. Utrecht 1867.
•Keersmaekers, A., ‘Hendrik Consciences roman “De Boerenkryg” (1853)’, in: Noordgouw 7 (1967), 17-48, 177-221; 8 (1968), 45-96; 9 (1969), 23-73; 105-167; 11 (1971), 131-216.
•Keersmaekers, A., ‘De negentiende eeuw: de ontdekking van de Kempen’, in: A. Keersmaekers, Taxandria descripta. De Kempen in de Vlaamse romanliteratuur. Themanummer Vlaanderen 163 (maart-april 1978), 77-82.
•Keersmaekers, A., ‘Vlaemsche dichtoefeningen van 1858’, in: G. Gezelle, Verzameld werk i. Antwerpen-Amsterdam 1980, 39-47.
•Keersmaekers, A., ‘De Turnhoutse bijdrage tot de Nederlandse literatuur’, in: Turnhout. Groei van een stad. Turnhout 1983, 433-455.
•Keijsper, Ch., ‘“Geen boek kwam in zijn woning dat niet ijverig werd ingezien en doorsnuffeld”. Particuliere bibliotheken in de negentiende eeuw’, in: De Negentiende Eeuw 24 (2000), 199-212.
•Kemperink, M.G., ‘Dat is waarachtig een roman. De lotgevallen van Ferdinand Huyck als verdediging van Jacob van Lenneps romanopvattingen’, in: M.H. Bax e.a. (red.), Wie veel leest heeft veel te verantwoorden. Opstellen over filologie en historische letterkunde aangeboden aan prof. dr. F. Lulofs. Groningen 1980, 179-189.
•Kemperink, M.G., ‘Wat wil het naturalisme? Een invulling van het Nederlandse naturalistische concept op basis van poëticale teksten’, in: Dit is de vreugd die langer duurt. Een bundel opstellen voor W. Blok. Groningen 1984, 41-60.
•Kemperink, M.G., Van observatie tot extase. Utrecht-Antwerpen 1988.
•Kemperink, M.G., Nederlands toneel in het fin de siècle 1890-1900. Amsterdam 1995.
•Kemperink, M.G., Het verloren paradijs. De literatuur en de cultuur van het Nederlandse fin de siècle. Amsterdam 2001.
•Kerckhoven, P.F. van, ‘Gedichten van F. Rens’, in: De Noordstar 1 (1840) (a) nr. 1, 79-84.
•Kerckhoven, P.F. van, ‘Overzigten van verschenen werken’, in: De Noordstar 1 (1840) (b) nr. 2, 23-32.
•Kerckhoven, P.F. van, ‘Kunst- en Letternieuws. Lentemaend’, in: De Noordstar 2 (1841) nr. 1, 140-144.
•Kerckhoven, P.F. van, ‘Iets over de critiek’, in: Kunst- en Letterblad 5 (1844), 49-50.
•Kerckhoven, P.F. van, ‘Het historische en het hedendaegsche roman’, in: Kunst- en Letterblad 6 (1845) nr. 25, 97-98 en nr. 26, 101-102.
•Kerckhoven, P.F. van, ‘Boekbeoordelingen. Vlaemsche volksalmanak’, in: De Vlaemsche Rederyker 5 (1848), 149-151.
•Kerckhoven, P.F. van, [Recensie] ‘In alle standen, verhalen, karakters en zedeschetsen door Sleeckx’, in: De Vlaemsche Rederyker 8 (1851) nr. 15, 97-109.
•[Kerckhoven, P.F. van] Totus Tuus, [Recensie] ‘Nederduitsch letterkundig jaerboekje, voor 1853’, in: De Vlaemsche Rederyker 10 (1852) nr. 18, 159-165.
•Kerckhoven, P.F. van, Volksliedjes. Gent 1854 (a).
•Kerckhoven, P.F. van, ‘Twee redevoeringen voorgedragen in den Kunst- en Letterkring te Antwerpen, in den loop der winterzittingen van het jaer 1853’, in: De Vlaemsche Rederyker 11 (1854) (b) nr. 21, 153-176.
•Kerckhoven, P.F. van, Volledige werken. Antwerpen 1869-1873, 13 dln.
•Keyser, M., ‘Als warme broodjes. Lezers en boeken in Amsterdamse winkelbibliotheken in de negentiende eeuw’, in: De Negentiende Eeuw 24 (2000), 213-226.
•Keyser, P. de, ‘De driehoeksverhouding F.A. Snellaert, F.J. Blieck en Prudens van Duyse (1836-1840)’, in: Spiegel der Letteren 4 (1960) (a), 81-98.
•Keyser, P. de, ‘Aan de rand van het konflikt tussen de historische en de zedenroman’, in: Handelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent 14 (1960) (b), 87-102.
•Keyser, P. de, ‘Van Parnassusberg tot Minardschouwburg. Eenige bladzijden uit de heldentijd van de herleving van het Vlaams toneel te Gent (1820-1850)’, in: Jaarboek van de Koninklijke Soevereine Hoofdkamer van Retorica ‘De Fonteine’ te Gent 11 (1961) (a), 35-51.
•Keyser, P. de, ‘Mevrouw van Peene, geboren Virginy Miry’, in: Jaarboek van de Koninklijke Soevereine Hoofdkamer van Retorica ‘De Fonteine’ te Gent 11 (1961) (b), 75-81.
•Kinker, J., Gedichten. Amsterdam 1819-1821, 3 dln.
•Kinker, J., De verlichte muze. Bloemlezing uit de poëzie van J. Kinker. Ed. G.J. Vis. 's-Gravenhage 1982.
•Kinker, J., Briefwisseling. Ed. A.J. Hanou en G.J. Vis. Amsterdam 1992-1994, 3 dln.
•Klein, M. en H. Ruijs, Over Eline Vere van Louis Couperus. Amsterdam 1981.
•Klikspaan, Studentenschetsen. Ed. A. Kets, M. Lenders en O. Praamstra. Den Haag 2002, 2 dln.
•Klinkenberg, J.-M., La littérature française de Belgique. Paris 1980.
•Klinkenberg, J.-M., ‘L'idéologie de la “littérature nationale” (1830-1839)’, in: H. Lope (red.), Studia Belgica. Aufsätze zur Literatur- und Kulturgeschichte Belgiens. Frankfurt am Main-Bern 1983, 135-153.
•Klinkenberg, J.-M., ‘De Franse literatuur in Vlaanderen’, in: Rutten en Weisgerber 1988, 517-529.
•Kloek, J.J., Een begrensd vaderland. De roman rond 1800 tussen nationaal karakter en internationale markt. Amsterdam 1997.
•Kloek, J.J., ‘“Niet als een bepaald vak van onderwijs”. Het schoolonderwijs in de Nederlandse letterkunde vóór het schoolonderwijs in de Nederlandse letterkunde’, in: Nederlandse Letterkunde 3 (1998), 214-224.
•Kloek, J.J., ‘Helmers' De Hollandsche natie passeert de Franse censuur’, in: M.A. Schenkeveld-van der Dussen (hoofdred.), Nederlandse literatuur, een geschiedenis. Groningen 1993, 419-425.
•Kloek, J.J. en W.W. Mijnhardt, ‘Het lezerspubliek als object van onderzoek. Boekaanschaf in Middelburg in het begin van de negentiende eeuw’, in: W. van den Berg en P. van Zonneveld (red.) 1986, 69-91.
•Kloos, W., Verzen. Amsterdam. 1894-1913, 3 dln.
•Kloos, W. en A. Verwey, De onbevoegdheid der Hollandsche literaire kritiek. Amsterdam 1886.
•Kloos, W. en A. Verwey, Van de liefde die vriendschap heet. Brieven 1881-1925. Bezorgd en ingeleid door R. van de Schoor en I. Brinkman. Nijmegen 2008.
•Kluit, M.E., Het Réveil in Nederland 1817-1854. Amsterdam 1936.
•Kneppelhout, J., Geschriften v. Leiden 1860.
•Knuvelder, G., ‘Johan Alfried de Laet over het dichterschap’, in: Dietsche Warande & Belfort 114 (1969), 197-205.
•Knuvelder, G., ‘Een vrijzinnig mysticus. Pieter Frans van Kerckhoven’, in: Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 1976, 132-152.
•Knuvelder, G.P.M., Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde iv. Vijfde druk. 's-Hertogenbosch 1976.
•Knuvelder, G.P.M., Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde iii. Zesde druk. 's-Hertogenbosch 1977.
•Koll, J., ‘Belgien. Geschichtskultur und nationale Identität’, in: Flacke (red.) 1998, 53-77.
•Kollewijn, R.A., Bilderdijk, zijn leven en werken. Amsterdam 1891, 2 dln.
•Komrij, G., Aan een droom vol weelde ontstegen. Poëzie uit de Romantiek 1750-1850. Amsterdam 1982.
•Komrij, G., Trou moet blycken of opnieuw in liefde bloeyende. De Nederlandse poëzie van de twaalfde tot en met de eenentwintigste eeuw in honderd en enige gedichten. Amsterdam 2001.
•Konst, J.H.W., ‘“Waar ik gedwongen word als moordenaar te handelen”. Adriaan van der Hoops Hugo en Elvire (1831) en Die Schuld (1813) van Adolf Müllner’, in: Nederlandse Letterkunde 11 (2006), 23-43.
•Koopmans, J., ‘Van Kist tot Daalberg’, in: J. Koopmans, Letterkundige studiën over de negentiende eeuw. Amsterdam 1931, 47-140.
•Korevaart, K.J.J., Ziften en zemelknoopen. Literaire kritiek in de Nederlandse dag-, nieuws- en weekbladen 1814-1848. Hilversum 2001.
•Korteweg, A. en W. Idema, Vinger Gods, wat zijt gij groot. Amsterdam 1978.
•Korteweg, A. en W. Idema, De burger schuddebuikt. Amsterdam 1994.
•Kossmann, E.H., ‘Anderhalve eeuw Nederlandse cultuur’, in: De Gids 150 (1987), 104-111.
•Koster, C., De Hollandsche vertaalmolen. Nederlandse beschouwingen over vertalen 1820-1885. 's-Gravenhage 2002.
•Krips-van der Laan, H., ‘De verschijning van de toekomstroman van Edward Bellamy in het Nederlands’, in: De Negentiende Eeuw 25 (2001), 215-232.
•Krol, E., De smaak der natie. Opvattingen over huiselijkheid in de Noord-Nederlandse poëzie van 1800 tot 1840. Hilversum 1997.
•Krol, E., Huiselijke poëzie. Amsterdam 1999.
•Kruif, J. de, ‘“Kijk, er zijn veel te veel boeken”. De selectiecriteria van de negentiende-eeuwse boekkritiek in tijdschriften’, in: G.J. Dorleijn en K. van Rees (red.), De productie van literatuur. Het literaire veld in Nederland 1800-2000. Nijmegen 2006, 69-90.
•Kuipers, G., Verzamellijst van recensies en vermeldingen van buitenlandse literatuur in de Nederlandse periodieke pers gedurende het tijdvak 1830 tot en met 1839. Utrecht 1983.
•Kuitert, L., ‘De second-hand handel. Een doorbraak op het gebied van goedkope literatuur’, in: De Negentiende Eeuw 15 (1991), 185-203.
•Kuitert, L., Het ene boek in vele delen: de uitgave van literaire series in Nederland, 1850-1900. Amsterdam 1993.
•Kuitert, L., ‘In den beginne was de schrijver, maar dan? De beroepsauteur in boekhistorisch perspectief’, in: Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis 1 (1994), 89-106.
•Kuitert, L., ‘Grote boeken voor de kleine man. Colportage in Nederland in de negentiende eeuw’, in: De Negentiende Eeuw 20 (1996), 92-105.
•Kuitert, L., ‘Schrijver van beroep. De professionalisering van de literaire auteur in de negentiende eeuw’, in: Boekmancahier 13 (2001) 47, 23-32.
•Kuitert, L., De waarde van woorden. Over schrijverschap. Amsterdam 2002.
•Kuitert, L., ‘De Groot-Nederlandse gedachte als uitgeversdroom. Uitgeverij C.A. Mees en De Sikkel 1919-1940’, in: R. Grüttemeier en J. Oosterholt (red.) 2008, 93-105.
•Kuypers, J., Jacob Kats, agitator. Brussel 1930.
•Kuypers, J., ‘Vlaamse negentiende-eeuwse liederen met sociale inslag’, in: Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1958, 525-539.
•Kuypers, J., ‘Het vroegsocialisme tot 1850’, in: J. Dhondt, Geschiedenis van de socialistische arbeidersbeweging in België. Antwerpen 1960, 93-149.

L

•Laan, K. ter, Multatuli-encyclopedie. [Red.: Ch. Keijsper]. Den Haag 1995.
•Laan, N., Het belang van smaak: twee eeuwen academische literatuurgeschiedenis. Amsterdam 1997.
•Labis, A., ‘“De pastors in ribotte”: Gezelles reactie op een antiklerikale brochure met zes prenten van Gustave Courbet’, in: P. Couttenier en A. Labis (red.), Gezelle, politiek en pers. Symposium Antwerpen 21 mei 2005. Speciaal nummer Gezelliana. Kroniek van de Gezellestudie. Antwerpen 2005, 194-215.
•Laet, J.A. de, Gedichten. Antwerpen 1848.
•Lambert, J., ‘De verspreiding van Nederlandse literatuur in Frankrijk: enkele beschouwingen’, in: Ons Erfdeel 23 (1980), 74-86.
•Langendonck, P. van, ‘Eene poging op het gebied van den modernen historischen roman’, in: Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle 11 (1888-1889) nr. 12, 565-574.
•Langendonck, P. van, Het werk van Prosper van Langendonck. Amsterdam 1926.
•Langendonck, P. van, Verzen en Hegenscheidt, A., Starkadd, drama. Brussel 1939.
•Langlois, J.-B., Du roman et des romanciers flamands à propos de Ziel en lichaem de M.P.-F. van Kerckhoven. Brussel 1857.
•Lecocq, J., De literatuur in Zuid-Nederland gedurende de Hollandse tijd, 1815-1830. Gent 1978. Onuitgegeven licentiaatsverhandeling.
•Lecoutere, C., Schets van den ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde. Brussel 1918.
•Ledeganck, C., Bloemen myner lente. Gent 1839.
•Ledeganck, C., Het burgslot van Zomergem. Gent 1840, Antwerpen 18442.
•Ledeganck, C., De zinnelooze. Gent-Rotterdam 1842.
•Ledeganck, C., De drie zustersteden. Vaderlandsche trilogie. Gent-Rotterdam 1846.
•Ledeganck, K.L., Gedichten. Met eene levensschets des dichters door J.F.J. Heremans. Gent 1856.
•Ledeganck, K.L., ‘Brieven van Ledeganck aan Blieck’, in: Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle 17 (1894-1895), 350-361 en 372-388.
•Leerssen, J., Nationaal denken in Europa: een cultuurhistorische schets. Amsterdam 1999.
•Leerssen, J., ‘Literary historicism: Romanticism, philologists, and the presence of the past’, in: Modern Language Quarterly 65 (2004), 221-243.
•Leerssen, J., De bronnen van het vaderland: taal, literatuur en de afbakening van Nederland, 1806-1890. Nijmegen 2006.
•Leerssen, J. en M. Mathijsen, Oerteksten. Nationalisme, edities en canonvorming. Amsterdam 2002.
•Leeuwe, H.H.J. de., Multatuli. Het drama en het toneel. Amsterdam 1949.
•Lennep, D.J. van, Verhandeling en Hollandsche duinzang. Ed. G. Stuiveling. Zwolle 1966.
•Lennep, J. van, De lotgevallen van Ferdinand Huyck. Amsterdam 1840, 2 dln.
•Lennep, J. van, Poëtische werken. 's-Gravenhage 1872, 2 dln.
•Lennep, J. van (?), Erotica. Offeranden op het altaar van Amor en Venus. Tull en 't Waal 1887.
•Lennep, J. van, De roos van Dekama. Een verhaal. Ed. J. van der Wiel. Amsterdam 2003.
•Lennep, M.F. van, Het leven van Mr. Jacob van Lennep. Tweede druk. Amsterdam 1910, 2 dln.
•Lent, D. van, ‘De markt voor drukwerk’, in: Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van de moderne samenleving 1800-1890 ii. Zutphen 1993, 181-198.
•Leuker, M-Th., Künstler als Helden und Heilige. Nationale und konfessionelle Mythologie im Werk J.A. Alberdingk Thijms (1820-1889) und seiner Zeitgenossen. Münster 2001.
•Leven en werken van Zuidnederlandsche schrijvers. Gent 1904.
•Liagre Böhl, H. de, Met al mijn bloed heb ik voor U geleefd. Herman Gorter 1864-1927. Meppel 1996.
•Liebrecht, H., Histoire du livre et de l'imprimerie en Belgique des origines à nos jours vi. Brussel 1934.
•Limburg Brouwer, P. van, Verhandeling over de vraag: bezitten de Nederlanders een nationaal tooneel met betrekking tot het treurspel? Zoo ja, welke is deszelfs karakter? Zoo neen, welke zijn de beste middelen om het te doen ontstaan? Is het in het laatste geval noodzakelijk eene reeds bestaande school te volgen, en welke redenen zouden eene keus moeten bepalen? Leyden 1823.
•Limburg Brouwer, P. van, Het leven van Mr. Samuel Iperuszoon Wiselius. Groningen 1846.
•Linde, G. van de, De gedichten van Den Schoolmeester. Uitgegeven door J. van Lennep. Ed. T. van Deel en M. Mathijsen. 's-Gravenhage 1979.
•Lissens, R.F., Het impressionisme in de Vlaamsche letterkunde. Mechelen-Amsterdam 1934.
•Lissens, R.F., ‘De letterkunde sedert 1750’, in: M. Lamberty en R.F. Lissens (red.), Vlaanderen door de eeuwen heen ii. Brussel-Amsterdam 1952, 127-162.
•Lissens, R.F., De Vlaamse letterkunde van 1780 tot heden. Brussel-Amsterdam 1967.
•Lissens, R.F., ‘Wrakken. Proeve van interpretatie’, in: R.F. Lissens, Letter en geest. Opstellen over Nederlandse letterkunde. Antwerpen 1982, 155-166.
•Lissens, R.F., ‘De arbeider en het arbeidersvraagstuk in de realistische literatuur in Vlaanderen (ca. 1850-ca. 1880)’, in: Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 1992, 253-270.
•Lissens, R.F., ‘“Jellen en Mietje” de eerste Vlaamse roman, in de knop gebroken’, in: Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 1993, 153-162.
•Lissens, R.F., Een lectuur van “Le Spectateur Belge” (1815-1823) van Leo de Foere. Traditionalisme in actie. Gent 2000.
•Litmaath, F., ‘F.A. Snellaert (1809-1872) en het Kunst- en Letterblad (1840-1843)’, in: Wetenschappelijke Tijdingen 31 (1972), 25-28.
•Loon, F. van, Het esthetisch formalisme in de Vlaamse poëzie en kritiek (2e helft van de 19e eeuw). Literair-theoretische studie. Leuven 1972. Onuitgegeven licentiaatsverhandeling.
•Luger, B. en H.G.M. Prick, De beweging van Tachtig. Met een inleiding door R. Nieuwenhuys. Amsterdam 1982. Schrijversprentenboek 22.
•Luger, B., ‘Wie las wat in de negentiende eeuw’, in: B. Luger, Wie las wat in de negentiende eeuw. Utrecht 1997, 33-58.
•Lulofs, B.H., Gelderlands voortreffelijke dichter, letter- en landhuishoudkundige Mr. A.C.W. Staring van den Wildenborch: in zijn leven, karakter en verdiensten geschetst. Arnhem 1843.
•Lulofs, B.H., De declamatie: of de kunst van declaméren of recitéren en van de mondelijke voordragt of uiterlijke welsprekendheid in het algemeen. Groningen 1848.
•Luyten, F., ‘Beknopte geschiedenis der Koninklijke Maatschappij De Wijngaard te Brussel in verband met de staatkundige gebeurtenissen’, in: Koninklijke Maatschappij De Wijngaard: verslag over Stroobant's jubelfeest, 1846-1871. Brussel 1872, 67-116.
•Luwel, M., ‘Rhetorica rediviva. De Brugse rederijkerskamer De Drie Santinnen heringericht ten jare 1836’, in: Biekorf 50 (1950), 78-86 en 103-109.

M

•Maas, N., ‘Nevel en wind. Enkele reacties op De Nieuwe Gids oktober 1885-mei 1886’, in: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse letterkunde te Leiden 1983-1984. Leiden 1985, 13-27.
•Maas, N., De Nederlandsche Spectator, Schetsen uit het letterkundig leven van de tweede helft van de negentiende eeuw. Utrecht-Antwerpen 1986 (a).
•Maas, N., ‘“Wat ik doe, is geen kunst, helaas, 't zyn maar kunstjes!” De voordrachttournees van Multatuli, 1878-1881’, in: W. van den Berg en P. van Zonneveld (red.) 1986 (b), 200-225.
•Maas, N., ‘Liberale literatuur. Een en ander over “De Nederlandsche Spectator” en de letterkunde’, in: Literatuur 4 (1987), 250-256.
•Maas, N., Marcellus Emants' opvattingen over kunst en leven in de periode 1869-1877. Arnhem 1988.
•Maas, N., m.m.v. F.L. Bastet en J.F. Heijbroek, De literaire wereld van Carel Vosmaer. Een documentaire. 's-Gravenhage 1989.
•Maas, N., Seks in de negentiende eeuw. Nijmegen 2006.
•Maddens, N. (hoofdred.), De geschiedenis van Kortrijk. Tielt 1990.
•Madelein, Chr. en J. Pieters, Als van hooger bestemming en aart. Bilderdijk, Kinker en Van Hemert. Met een nawoord van P. Gerbrandy. Groningen 2008.
•Marck, J.H.M. van der, Romantische boek-illustraties in België. Van de ‘Voyage pittoresque au Royaume des Pays Bas’ (1822) tot ‘La légende et les aventures héroïques, joyeuses et glorieuses d'Ulenspiegel et de Lamme Goedzak au pays des Flandres et ailleurs’ (1869). Roermond 1956.
•Marnef, G., Antwerpen in de tijd van de Reformatie. Ondergronds protestantisme in een handelsmetropool 1550-1577. Amsterdam-Antwerpen 1996.
•Masoin, F., Histoire de la littérature française en Belgique de 1815 à 1830. Brussel 1902.
•Mathijsen, M., ‘Bibliografie literaire tijdschriften 1. 1800-1809’, in: De Negentiende Eeuw 1 (1977), 13-25.
•Mathijsen, M., ‘Bibliografie literaire tijdschriften 2. 1810-1819’, in: De Negentiende Eeuw 2 (1978), 2-8.
•Mathijsen, M., ‘Bibliografie literaire tijdschriften 3. 1820-1829’, in: De Negentiende Eeuw 4 (1980), 2-13.
•Mathijsen, M., De kring van Heiloo. Heiloo 1982.
•Mathijsen-Verkooijen, M.T.C., De brieven van De Schoolmeester. Documentair-kritische uitgave. Amsterdam 1987, 3 dln.
•Mathijsen, M., Het literaire leven in de negentiende eeuw. Leiden 1987.
•Mathijsen, M., ‘Concurrentie voor De Gids: literaire tijdschriften tussen 1835 en 1845’, in: De Negentiende Eeuw 12 (1988), 49-66.
•Mathijsen, M., ‘Tachtig als oogklep’, in De Negentiende Eeuw 16 (1992), 37-40.
•Mathijsen, M., Gij zult niet lezen. De geschiedenis van een gedoogproces. Amsterdam 1996 (a).
•Mathijsen, M., ‘Literaire subsidies in de negentiende eeuw?’, in Nederlandse Letterkunde 1 (1996) (b) nr. 1, 84-101.
•Mathijsen, M., ‘Literatuur als leefwijze. Vanzelfsprekendheden in de literatuur’, in: De Negentiende Eeuw 22 (1998), 36-48.
•Mathijsen, M., De gemaskerde eeuw. Amsterdam 2002.
•Mathijsen, M., ‘De aanval op de prulpoëten. De rol van de tijdschriften in het Nederlandse poëziedebat tussen 1825-1845’, in: M. Mathijsen, Nederlandse literatuur in de romantiek 1820-1880. Nijmegen 2004 (a), 101-109.
•Mathijsen, M., ‘De geliefdste dichter van de negentiende eeuw. Over Petrus Augustus de Génestet’, in: A. Zuiderent, E. Jansen en J. Koppenol (red.), Een rijke bron. Over poëzie. Groningen 2004 (b), 85-93.
•Mathijsen, M., Nederlandse literatuur in de romantiek 1820-1880. Nijmegen 2004 (c).
•Mathijsen, M., H. Eijssens en D. Welsink, Schandaal in Leiden. Amsterdam 1978.
•Mathijsen, M. en E. Wiskerke, ‘Bibliografie literaire tijdschriften 4. 1830-1839’, in: De Negentiende Eeuw 7 (1983), 260-276.
•Mathot, L., ‘Jan-Antoon-Frans Pauwels (1747-1823)’, in: Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde 1887, 85-122.
•Meersch, D.J. vander, ‘Kronyk der rederykkamers van Audenaerde’, in: Belgisch Museum 7 (1843), 386-438.
•Meertens, P.J., ‘De Nederlandse dorpsvertelling vóór 1850’, in: Album prof. dr. Frank Baur ii. Antwerpen-Brussel-Gent-Leuven 1948, 92-101.
•Meijer, A., The pure language of the heart. Sentimentalism in the Netherlands 1775-1800. Amsterdam 1998.
•Meijer, H.W., De boekanier. Ed. W. Drop. Tweede druk. Den Haag 1980.
•Mendes da Costa, M.B., ‘“Flanor”-herinneringen’, in: De Nieuwe Gids 1925, nr. 1, 501-534.
•Meulen, D. van der, Multatuli: leven en werk van Eduard Douwes Dekker. Nijmegen 2002.
•Meulen, J. van der en D. Welsink (ed.), Nederlanders door Nederlanders geschetst. Amsterdam 1979.
•Meulen, J. van der en D. Welsink (ed.), De Nederlanden. 's-Gravenhage 1980.
•Micheels, J., Prudens van Duyse, zijn leven en zijne werken. Gent 1893.
•Mierlo, J. van, ‘Karel Lodewijk Ledeganck (1805-1847)’, in: Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 1947, 21-46.
•Mijnhardt, W.W., Tot heil van 't menschdom. Culturele genootschappen in Nederland, 1750-1815. Amsterdam 1988.
•Miltenburg, A.P.J., Naar de gesteldheid dier tyden. Middeleeuwen en mediëvistiek in Nederland in de negentiende eeuw. Vier studies. Hilversum 1991.
•Monfils, L.T., Willem Bilderdijk bibliografie. Amstelveen 2006.
•Mont, P. de, ‘Vijftig jaren Vlaamsche poëzie’, in: Noord en Zuid 4 (1881), 75-90.
•Mont, P. de, Jan van Beers. Haarlem 1889.
•Mont, P. de, Drie groote Vlamingen. Hendrik Conscience, Jan van Beers, Peter Benoit. Brussel 1901.
•Monteyne, L., ‘Geschiedenis der Vlaamsche tooneelletterkunde van 1800 tot heden’, in: M. Sabbe, L. Monteyne en H. Coopman Thz., Het Vlaamsch tooneel, inzonderheid in de xixe eeuw. Brussel 1927, 47-397.
•Monteyne, L., Een eeuw Vlaamsch tooneelleven 1830-1930. Antwerpen 1936.
•Monteyne, L., ‘De honderdjarige Gids en Vlaanderen’, in: Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde 1937, 101-131.
•Monteyne, L., ‘Het toneel’, in: Vlaanderen door de eeuwen heen ii. Brussel-Amsterdam 1952, 165-188.
•Morelli, A. (red.), De grote mythen uit de geschiedenis van België, Vlaanderen en Wallonië. Berchem 1996.
•Mortier, R., ‘Le roman romantique de langue française en Belgique: du roman historique à l'épopée nationale’, in: De romantiek in de Europese roman van de 19e eeuw - Le romantis-
me dans le roman européen du 19ème siècle - Romanticism in the European novel of the 19th century. Leuven 1987, 13-31.
•Moyson, E., Liedjes en andere verzen. Antwerpen 1869.
•Mûelenaere, J. de, ‘Het dichterstornooi in Aalst 1807-1810’, in: Biekorf 89 (1989), 337-353.
•Muis-Leun, J. van der, ‘Debet- en creditzijde van een cultureel tijdschrift. Het uitgavebeheer van de Vaderlandsche Letteroefeningen’, in: De Negentiende Eeuw 14 (1990), 121-132.
•Multatuli, Volledig werk. Amsterdam 1956-1995, 25 dln.
•Multatuli, Vorstenschool. Ed. H.H.J. de Leeuwe. Culemborg 1975.
•Multatuli, Liefdesbrieven. Ed. P. van 't Veer. Amsterdam 1979.
•Multatuli, Ik ben zwanger van denkbeelden. Ed. A. Kets-Vree. Amsterdam 1996.
•Multatuli, Max Havelaar of de koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy. Historisch-kritische uitgave. Ed. A. Kets-Vree. Assen-Maastricht 1992, 2 dln.
•Multatuli, Max Havelaar of de koffieveilingen der Nederlandse Handelsmaatschappij. Ed. M. Stapert-Eggen. Amsterdam 2008.
•Musschoot, A.M. (red.), Van Nu en Straks 1893-1901. Een vrij voorhoede-orgaan gewijd aan de kunst van Nu, nieuwsgierig naar de kunst-nog-wording - die van Straks. Bloemlezing. 's-Gravenhage 1982.
•Musschoot, A.M., ‘1900’, in: Noord en Zuid overdwars. Grensverkeer in de Nederlandse letteren van nu en toen. Speciaal nummer Literatuur 2 (1985) nr. 6, 324-328.
•Musschoot, A.M., ‘Buysse en Couperus’, in: De Gids 155 (1987) nr. 9-10, 790-799. Overgenomen in: A.M. Musschoot 1994, 87-100.
•Musschoot, A.M., ‘Noord en Zuid en de nieuwe, geestelijke kunst van 1890: “Vermenging op voet van gelijkheid” (A. Verwey)’, in: Spektator 21 (1992) nr. 3, 265-284. Overgenomen in: A.M. Musschoot 1994, 13-38.
•Musschoot, A.M., Op voet van gelijkheid. Opstellen. Ed. Y. T'Sjoen en H. Vandevoorde. Gent 1994.
•Musschoot, A.M., ‘15 januari 1903. Cyriel Buysses Het gezin Van Paemel opgevoerd door de Gentse Multatulikring. Het Vlaams naturalisme op het toneel’, in: R.L. Erenstein (hoofdred.) 1996 (a), 540-545.
•Musschoot, A.M., ‘Buysse en Nederland’, in: Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 12 (1996) (b), 53-99.
•Musschoot, A.M., ‘Cyriel Buysse en de sociaalkritische traditie in Vlaanderen’, in: J. de Caluwe e.a. (red.), Taeldeman, man van de taal, schatbewaarder van de taal. Gent 2004, 631-638.
•Muyldermans, J., ‘Jan-Baptist van Hemel (1798-1866). Zijne werking op 't gebied van opvoeding en onderwijs’, in: La Vie Diocésaine 25 (1926), 385-411 en 479-508.
•Muyldermans, J., ‘Constant Duvillers (1803-1885). Zijn leven en zijne schriften’, in: Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde 1928, 148-202.
•Muys, R., Hippoliet van Peene (1811-1864). Een bijdrage tot kennis van leven en werk. Gent 1964. Onuitgegeven licentiaatsverhandeling.

N

•Nelde, P., Flandern in der Sicht Hoffmanns von Fallersleben: eine Untersuchung im Rahmen deutsch-flämischer Beziehungen im 19. Jahrhundert. Tweede druk. Wilrijk 1968.
•Neufville, M.J. de, De kleine pligten: eene oorspronkelijke zedelijke voorstelling in brieven uit het begin der negentiende eeuw. Amsterdam 1824-1827, 4 dln.
•Nieuwenhuys, R., De dominee en zijn worgengel. Tweede druk. Amsterdam 1994.
•Nörtemann, G.H., ‘ImagiNation. Nationale Mythologie und literarische Selbststilisierung in Belgien im 19. Jahrhundert. Henri Conscience und die Schlacht der Goldenen Sporen’, in: Historische Anthropologie. Kultur, Gesellschaft, Alltag 9 (2001) nr. 1, 27-53.
•Nolet de Brauwere van Steeland, J., Ambiorix. Dichtstuk. Leuven-Rotterdam 1841.
•Nolet de Brauwere van Steeland, J., Dichtluimen. Leuven-Rotterdam 1842.
•Nolet de Brauwere van Steeland, J., ‘Over den invloed van het gevoel voor het schoone, met toepassing op onze tael- en letterkunde’, in: Het Vaderland 1 (1844), 145-157.
•Noort, M. van en P. van Zonneveld, ‘Lijst van Nederlandse almanakken 1830-1839’, in: De Negentiende Eeuw 2 (1978), 14-46.
•Notteboom, H., R. van de Rostyne en M. de Bruyne, Over Mevrouw Courtmans' leven en werk. Maldegem 1990.
•Nouhuys, W.G. van, Studiën en critieken. Amsterdam 1897.
•Nys, L., H. de Smaele, J. Tollebeek en K. Wils, De zieke natie. Over de medicalisering van de samenleving 1860-1914. Groningen 2002.

O

•d'Oliveira, E., '80 en '90 aan het woord. Ingeleid door K. Fens. Amsterdam 1977.
•Olivier, M., ‘Hendrik Conscience op de planken’, in: Vlaanderen 22 (1973) nr. 134, 231-235.
•Oosterholt, J.Th.W., De ware dichter. De vaderlandse poëticale discussie in de periode 1775-1825. Z.p., z.j [1998].
•Oosterholt, J., ‘“De romantiker in Nederland”. Over Jozef Alberdingk Thijm en zijn gebruik van de term “romantisch”’, in: K.D. Beekman e.a. (red.), De as van de Romantiek. Opstellen aangeboden bij het afscheid van Willem van den Berg. Amsterdam 1999, 166-176.
•Oosterholt, J., ‘Jacob Geels Melissus en het spookbeeld van de Bilderdijkiaan’, in: De Negentiende Eeuw 25 (2001), 57-63.
•Oosterholt, J., Uit de nalatenschap van een dromer. Amsterdam 2003.
•Oosterholt, J.Th.W., De bril van Tachtig: het beeld van de 19e-eeuwse Nederlandse dichtkunst. Amsterdam 2005.
•Oosterzee, J.J., De vrouw en de nieuwe litteratuur. Utrecht 1867.
•Oukhow, M., ‘Het Taelverbond (1845-1855)’, in: De Vlaamse Gids 37 (1953), 751-760.
•Oukhow, M., ‘Sociale belangstelling in de Vlaamse letterkunde 1848-1885’, in: J. Dhondt, Geschiedenis van de socialistische arbeidersbeweging in België. Antwerpen 1960, 151-168.
•Over Multatuli. Jaargang 1 (1963)- heden. Amsterdam.
•Oversteegen, J.J., De redelijke natuur. Multatuli's literatuuropvatting. Utrecht 1987.
•Oye, E. van, ‘Briefwisseling’, in: Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle 8 (1886), 355-356.
•Oye, E. van, ‘Prudens van Duyse. Aan den heer Max Rooses, letterkundige te Antwerpen’, in: De Vlaamsche Kunstbode 17 (1887), 563-574.

P

•Paaltjens, P., Snikken en grimlachjes. Academische poëzie. Ed. M. Mathijsen en D. Welsink. Amsterdam 2003.
•Paasman, A.N., ‘De dichter van de vergankelijkheid. Rhijnvis Feith 1753-1824’, in: Spiegel Historiael 9 (1974), 306-313.
•Palm, J.H. van der, Oratorische werken i-iii. Leeuwarden 1854.
•Panne, M.C. van de, Recherches sur les rapports entre le romantisme français et le théâtre hollandais. Amsterdam 1927.
•Paradijs, C., Grassprietjes. Ed. Bernt Luger. Amsterdam 1984.
•Parker, G., De Nederlandse Opstand. Van beeldenstorm tot bestand. Utrecht-Antwerpen 1981.
•Parys, J. van, Het leven, niets dan het leven. Cyriel Buysse en zijn tijd. Antwerpen-Amsterdam 2007.
•Pauwels, J., ‘Het boekenbezit van Jan Frans Willems, Prudens van Duyse en Philippe Marie Blommaert’, in: Spiegel der Letteren 42 (2000), 259-295.
•Pauwels, J., ‘George Karel Lodewijk Bergmann’, in: ZL literair-historisch tijdschrift 1 (2002), 22-29.
•Pauwels, J., ‘Dichter in ballingschap? Prudens van Duyse en de Belgische omwenteling’, in: Spiegel der Letteren 44 (2002), 148-168.
•Pauwels, J., ‘Méér dan een mode koorts’: Guido Gezelle en zijn postume uitgever Lambertus Jacobus Veen, 1901-1919. Leuven 2005.
•Pauwels, J., ‘De scheiding der geesten? De Nederlandse taal- en letterkunde en de Belgische Omwenteling’, in: F. Judo en S. van de Perre (red.), De prijs van de scheiding. Het uiteenvallen van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1830-1839). Kapellen 2007, 67-84.
•Peeters, F., ‘1853. De stad Antwerpen geeft een subsidie van 8.000 Bfr. aan het Nationael Tooneel van Antwerpen. De professionalisering van het Vlaamse theater’, in: R.L. Erenstein (hoofdred.) 1996 (a), 432-439.
•Peeters, F., ‘18 augustus 1874. Opening van de Nederlandse Stadsschouwburg in Antwerpen. Erkenning en canonisering van het Nederlandstalig theater in Vlaanderen’, in: R.L. Erenstein (hoofdred.) 1996 (b), 454-459.
•Peeters, F., ‘Toneel’, in: Nieuwe encyclopedie van de Vlaamse Beweging. Tielt 1998, 3083-3093.
•Peeters, F., ‘“Te zijn of niet te zijn”. Toneelletterkunde en theaterpraktijk als manifestatie van burgerlijke beschaving’, in: A. Deprez, W. Gobbers en K. Wauters (red.) 1999-2003. iii (2003), 227-348.
•Pelckmans, P., ‘Waanzin en therapie in de tevredenheidsliteratuur. Kanttekeningen bij De koopman van Antwerpen’, in: alw. Bulletin van de Vereniging voor Algemene en Vergelijkende Literatuurwetenschap 4 (1983), 26-40.
•Pelckmans, P., ‘Waarom Conscience de fantas-
tiek misliep’, in: Cultuurgeschiedenis in de Nederlanden van de renaissance naar de romantiek. Liber amicorum J. Andriessen s.j. - A. Keersmaekers - P. Lenders s.j. Leuven 1986, 203-216.
•Pelckmans, P., ‘De mythologisering van het gevoel in “Ziel en Lichaam”’, in: Vierde colloquium: Pieter Frans van Kerckhoven 1989, 52-64.
•Pelckmans, P., ‘“De natuur bezit sympathetische wonderen!” Over P.F. van Kerckhovens Herinneringen uit Italië (1854)’, in: Spiegel der Letteren 32 (1990), 147-166.
•Pelckmans, P., ‘“De weerwolf kan lezen!” Over Consciences Geschiedenis van Graef Hugo van Craenhove’, in: P. Delsaerdt en M. de Schepper (red.) 2004, 339-346.
•Peperkamp, B., ‘“De schepping” (1866) van J.J.L. ten Kate’, in: Tijdschrift voor Literatuurwetenschap 2 (1997), 307-319.
•Perk, J., Gedichten volgens de eerste druk (1882). Met de voorrede van Mr. C. Vosmaer, de inleiding van Willem Kloos en andere door Kloos geschreven Perk-beschouwingen. Ed. G. Stuiveling. Zwolle 1958.
•Perk, J., Gedichten. Met voorrede van Mr. C. Vosmaer en inleiding van Willem Kloos. Ed. F.R.W. Stolk. Amsterdam 1999.
•Persyn, J., August Snieders en zijn tijd. Antwerpen 1925, 3 dln.
•Peter Benoit en Jan van Beers: De oorlog. Oratorium in drie delen. brtn-programmabrochure. Antwerpen 1993.
•Pierson, A., De beteekenis der kunst voor het zedelijk leven. Haarlem 1862.
•Pierson, A., Oudere tijdgenooten. Amsterdam 1888.
•Pieterse, S., De buik van de lezer. Over spreken en schrijven in Multatuli's Ideën. Amsterdam 2008.
•Piette, H., Les soeurs Loveling. Rosalie et Virginie, deux grandes figures féminines des lettres flamandes. Brussel 1942.
•Pil, L., ‘De schilderkunst in dienst van het jonge België’, in: K. Deprez en L. Vos (red.) 1999, 51-59.
•Pillecyn, Ph. de, Sociaal probleem en verhalend proza 1830-1886. Een sociografische studie. Antwerpen-Kortrijk 1967.
•Plas, M. van der, Vader Thijm. Biografie van een koopman-schrijver. Nijmegen 1995.
•Poel, A.E. van den, Verhandeling over de Belgen, in: Verzaemeling der dichtwerken over de Belgen, door het aloude gilden van dicht- en tonneelkunde gezeyd de Catharinisten in Aelst. Gent 1810, 1-20.
•Popma, T., Byron en het byronisme in de Nederlandsche letterkunde. Amsterdam 1928.
•Porteman, K., ‘De receptie van “Gysbrecht van Aemstel” in de Zuidelijke Nederlanden’, in: Spektator 17 (1988), 401-414.
•Post, P., ‘19 december 1870: oprichtingsvergadering van het “Nederlandsch Tooneelverbond”’, in: M.A. Schenkeveld-van der Dussen (hoofdred.), Nederlandse literatuur, een geschiedenis. Groningen 1993, 494-500.
•Post, P., ‘19 december 1870: oprichtingsvergadering van het Nederlandsch Tooneelverbond’, in: R.L. Erenstein (hoofdred.) 1996, 446-453.
•Post, P., ‘Het negentiende-eeuwse toneel voor het voetlicht. Een beschouwing over periodisering en Romantiek in de toneelgeschiedenis’, in: K.D. Beekman e.a. (red.), De as van de Romantiek. Opstellen aangeboden bij het afscheid van Willem van den Berg. Amsterdam 1999, 200-213.
•[Potgieter, E.J.], ‘Licht en schaduwzijde der tegenwoordige Vlaamsche letterkunde’, in: De Gids 1 (1837), 27-31.
•[Potgieter, E.J.], [Recensie] ‘Jaek, of een arm huisgezin, door P.F. van Kerckhoven; De koopmansklerk, door P.F. van Kerckhoven; Hoe men schilder wordt, door H. Conscience; Wat eene moeder lyden kan, door H. Conscience’, in: De Gids 8 (1844) 1, 155-170 en 222-238.
•Potgieter, E.J., Werken. Proza, Poëzy. Kritiek. Ed. J.C. Zimmerman. Haarlem 1885-1886, 18 dln.
•Potgieter, E.J., Florence. Ed. G.M.J. Duyfhuizen. Santpoort 1942.
•Potgieter, E.J., Florence, den xivden mei 1265-1865: aan Cd. Busken Huet. Ed. J. Smit. Culemborg 1975.
•Potter, F. de, Geschiedenis der Vlaamsche letterkunde in België, sedert het begin der xixe eeuw. Roeselare 1858.
•Potter, F. de, ‘Vlaamsche Kamers van rhetorika. Tooneelkundige prijskampen’, in: [F. de Potter], Oud en Nieuw 1 (1865), 182-202 en 395-437.
•Potter, F. de, Vlaamsche bibliographie: lijst der boeken, vlug- en tijdschriften, muziekwerken, kaarten, platen en tabellen in België van 1830 tot 1890 verschenen. Gent 1893-1897.
•Potvin, C., Histoire des lettres en Belgique. Cinquante ans de liberté iv. Brussel 1882.
•Praamstra, O., ‘De derde voetstap van de vaderlandse romantiek’, in: W.F.G. Breekveldt
e.a. (red.), De achtervolging voortgezet. Opstellen over moderne letterkunde aangeboden aan Margaretha H. Schenkeveld. Amsterdam 1989 (a), 374-403.
•Praamstra, O., ‘Hoe uniek was P.A. Daum?’, in: De Nieuwe Taalgids 82 (1989) (b), 500-511.
•Praamstra, O., Gezond verstand en goede smaak: de kritieken van Conrad Busken Huet. Amstelveen 1991.
•Praamstra, O., Conrad Busken Huet: een vastgeraakte lokomotief. Een portret in brieven. Amsterdam 1997.
•Praamstra, O., ‘“De vrede graast de kudde voor”. Drie poëziekenners: Conrad Busken Huet, Willem Kloos en Lucebert’, in: A. Zuiderent, E. Jansen en J. Koppenol (red.), Een rijke bron. Over poëzie. Groningen 2004, 160-185.
•Praamstra, O., Busken Huet: een biografie. Amsterdam 2007.
•Pretiosa Neerlandica. Schatten uit de Nederlandse taal- en letterkunde in de Gentse universiteit. Gent 1988.
•Prick, H.G.M., De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey i: april 1884-september 1894. 's-Gravenhage 1981. Achter het boek 17.
•Prick, H.G.M., In de zekerheid van eigen heerlijkheid. Het leven van Lodewijk van Deyssel tot 1890. Amsterdam 1997.
•Prick, H.G.M., Een vreemdeling op de wegen. Het leven van Lodewijk van Deyssel vanaf 1890. Amsterdam 2003.
•Priem, P.-A., Liederijk Debuck, eerste forestier van Vlaanderen, in 8 zangen. Brugge 1826.
•Prims, F., ‘Kultureele vereenigingen te Antwerpen in 1830’, in: Antwerpiensia 1929 (derde reeks). Antwerpen 1930, 252-261.
•Prims, F., ‘Het tooneelwezen’ in: F. Prims, Antwerpen in 1830. Nota's. Antwerpen 1930-1931.
•Prims, F., Geschiedenis van Antwerpen viii. Brussel 1977-1985 (1927-1948).
•Prinsen, J., Handboek tot de Nederlandsche letterkundige geschiedenis. 's-Gravenhage 1916.

R

•Raxhon, Ph., ‘Hendrik Conscience en de Franse Revolutie’, in: K. Deprez en L. Vos (red.) 1999, 81-88.
•Reeser, J.B.G.H., ‘De wordingsgeschiedenis van Eene kroon voor Karel den Stouten’, in: Levende Talen 24 (1958), 465-479.
•Reeser, H., De jeugdjaren van Anna Louisa Geertruida Toussaint 1812-1850. Haarlem 1962.
•Reeser, H., De huwelijksjaren van A.L.G. Bosboom-Toussaint 1851-1886. Groningen 1985.
•Reeser, H., ‘Late Verlichting - Liberalisme of romantiek?’, in: De Negentiende Eeuw 10 (1986), 47-65.
•Reijnders, K., Couperus bij Van Deyssel. Een chronologische konfrontatie in beschouwingen, brieven en notities. Amsterdam 1968.
•Reinsma, M., Auteurswet 1881. Zutphen 2006.
•Relleke, J. en T. Jacobi, ‘Reacties van contemporaine tijdschriften op De Gids’, in: De Negentiende Eeuw 12 (1988), 5-20.
•Reynaert, J., ‘F.A. Snellaert en de receptie van Hadewijch in de 19de eeuw’, in: Studia Germanica Gandensia 16. Huldenummer prof. dr. Ada Deprez aangeboden bij haar zestigste verjaardag (1988), 157-180.
•Ribberink, A.E.M., ‘Van Ghert; achtergronden van een falen’, in: Archief voor de Geschiedenis van de Katholieke Kerk in Nederland 10 (1968), 349-342.
•Ridder, A. de, ‘De Romantiek in Vlaanderen’, in: Het Roode Zeil 1 (1920), 24-34 en 66-78.
•Ridder, A. de, ‘Inleiding tot een geschiedenis van de Vlaamsche Romantiek’, in: De Vlaamsche Gids 11 (1922-1923), 56-71.
•Ridder, P. de, Nieuw licht op J.B.C. Verlooy (1746-1797), vader van de Nederlandse Beweging. Brussel-Gent 2001.
•Riemsnijder, H. (?) en Bilderdijk, W. (?), Galante dichtluimen. 's-Gravenhage 1780.
•Rilke, R.M., Sämtliche Werke vii. Frankfurt am Main-Leipzig 1997.
•Rijswijck, Th. van, Eigenaerdige verhalen. Antwerpen 1837.
•Rijswijck, Th. van, Dichterlyke bespiegeling op het Onze Vader. Antwerpen 1842.
•Rijswijck, Th. van, Politieke refreinen. Antwerpen 1844.
•Rijswijck, Th. van, Volledige werken. Antwerpen 1884, 3 dln.
•Rispens, J.A., De geharnaste dromer. Mr. Johannes Kinker als aestheticus en dichter. Kampen 1960.
•Rodenbach, A., Eerste gedichten. Roeselare 1878.
•Rodenbach, A., Verzamelde werken. Tielt-Den Haag 1956-1960, 3 dln.
•Roegiers, J., ‘Sociocultureel leven in de Zuidelijke Nederlanden 1794-1814’, in: Algemene geschiedenis der Nederlanden xi. Weesp 1983, 70-83.
•Roersch, L., ‘Notice sur J.-C.-H. Nolet de Brauwere van Steeland’, in: Annuaire de l'Académie Royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique 1889, 497-518.
•Rogghé, P., ‘Rederijkers te Eeklo’, in: Appeltjes van het Meetjesland 23 (1972), 143-200.
•Rogghé, W., Gedenkbladen. Met eene inleiding door Max Rooses. Gent 1898.
•Rogier, L.J., ‘Piet van Ghert en Hegel’, in: Studiën. Nieuwe reeks 66 (1934), 115-128.
•Rombauts, W., De Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde (1886-1914). Haar geschiedenis en haar rol in het Vlaamse cultuurleven. Gent 1979.
•Ronde, Th. de, Het tooneelleven in Vlaanderen door de eeuwen heen. Leuven 1930.
•Rooden, P. van, ‘De sociale positie van de predikant in de tijd van HaverSchmidt’, in: De Negentiende Eeuw 18 (1994), 39-52.
•Roosbroeck, R. van, ‘Conscience's Leeuw van Vlaanderen in het tijdskader’, in: Dietsche Warande & Belfort 38 (1938), 489-503.
•[Rooses, M.] P. Comestor, [Recensie] ‘Karel en Theresia door Albijn Van den Abeele’, in: Nederduitsch Tijdschrift 5 (1867) (a) nr. 2, 162-165.
•[Rooses, M.] P. Comestor, ‘Realismus’, in: Nederduitsch Tijdschrift 5 (1867) (b) nr. 4, 149-162.
•Rooses, M., ‘Ledeganck’, in: Schetsenboek. Gent 1877 (a), 99-113.
•Rooses, M., ‘Jan van Beers’, in: Schetsenboek. Gent 1877 (b), 145-167.
•Rooses, M., ‘Frans de Cort’, in: Schetsenboek. Gent 1877 (c), 168-198.
•Rooses, M., ‘Twee dichtbundels. i. Julius Vuylsteke. ii. Emanuël Hiel’, in: Schetsenboek. Gent 1877 (d), 199-247.
•Rooses, M., ‘De Zuid-Nederlandsche dichters van 1830 tot 1880’, in: Nieuw Schetsenboek. Gent 1882, 222-268.
•Rooses, M., ‘Een katholieke tendenz-roman’, in: Derde schetsenboek. Haarlem 1886 (a), 215-224.
•Rooses, M., ‘Pol de Mont’, in: Derde schetsenboek. Haarlem 1886 (b), 264-275.
•Rooses, M., ‘De jongste historische romans in Duitschland’, in: Derde schetsenboek. Haarlem 1886 (c), 276-295.
•Rooses, M., ‘Een ultramontaansche historische roman’, in: Derde schetsenboek. Haarlem 1886 (d), 306-316.
•Rooses, M., ‘Een heldendicht’, in: Derde schetsenboek. Haarlem 1886 (e), 339-364.
•Rooses, M., ‘Boekbeoordeeling. i. Fladderende vlinders, door Pol de Mont’, in: Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle 8 (1886) (f), 491-503.
•Rooses, M., ‘Sleeckx’, in: Letterkundige studiën. Gent-Antwerpen 1894 (a), 1-26.
•Rooses, M., ‘Prudens van Duyse’, in: Letterkundige studiën. Gent-Antwerpen 1894 (b), 27-72.
•Rooses, M., ‘Jan van Beers’, in: Letterkundige studiën. Gent-Antwerpen 1894 (c), 118-147.
•Rovers, F., Dan liever de lucht in. Jan van Speyk en de Belgische Opstand. Hilversum 2000.
•Ruitenbeek, H., ‘Vaderlands verleden in de Amsterdamse Stadsschouwburg 1830-1840’, in: De Negentiende Eeuw 17 (1993), 177-191.
•Ruitenbeek, H., Kijkcijfers. De Amsterdamse Schouwburg 1814-1841. Hilversum 2002.
•Ruiter, F. en W. Smulders, Literatuur en moderniteit in Nederland 1840-1990. Amsterdam 1996.
•Rutten, M., ‘Starkadd. Een literairhistorisch feit’, in: Van Langendonck 1939, 179-193.
•Rutten, M., ‘Neerlandica aan de Universiteit te Luik’, in: Tijdschrift voor Levende Talen 28 (1962), 99-133, 29 (1963), 536-578 en 30 (1964), 35-73.
•Rutten, M. en J. Weisgerber (red.), Van Arm Vlaanderen tot De voorstad groeit. De opbloei van de Vlaamse literatuur van Teirlinck-Stijns tot L.P. Boon (1888-1946). Antwerpen 1988.

S

•Saalborn, A., Het ontwaken van het sociaal bewustzijn in de literatuur. Amsterdam 1939.
•Sabbe, M., Het proza in de Vlaamsche letterkunde. Bussum 1909.
•Sabbe, M., ‘De dichter en zijn werk’, in: J. van Beers, Gedichten. Eeuwfeest-uitgave. Antwerpen 1921, i-xii.
•Sabbe, M., L. Monteyne en H. Coopman Thz., Het Vlaamsch tooneel inzonderheid in de xixe eeuw. Geschreven in opdracht van den Koninklijken tooneelkring De Morgenstar van Brussel. Brussel 1927.
•Sabbe, M., ‘Twee onuitgegeven brieven van H. Conscience aan J.B. van Hemel’, in: Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde 1930, 619-623.
•Sabbe, M., ‘Potgieter, Bakhuizen van den Brink en de wedergeboorte der Vlaamsche letterkunde na 1830’, in: Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde 1931, 693-711.
•Sabbe, M., ‘Benoit en Hiel’, in: Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde 1934, 749-756.
•Sabbe, M., Uit den taalstrijd in Zuid-Nederland tusschen 1815-1830. Antwerpen 1939.
•Saguer, E., ‘Enrique Conscience. Het overweldigende succes van de schrijver Hendrik Conscience (1812-1883) in Spanje’, in: Neerlandica Extra Muros 45 (2007) nr. 2, 1-12.
•Salverda, M., ‘Het vakantiegevoel van de Camera obscura’, in: Juffrouw Ida 15 (1989), 16-19.
•Sanders, M., Het spiegelend venster: katholieken in de Nederlandse literatuur, 1870-1940. Nijmegen 2002.
•Sanders, M., ‘Van rekkelijken en preciezen. Literaire repertoires van katholieke critici in Nederland in de negentiende eeuw’, in: Gezelliana. Kroniek van de Gezellestudie 18 (2006), 3-23.
•Sas, N.C.F. van, De metamorfose van Nederland. Van oude orde naar moderniteit 1750-1900. Amsterdam 2004.
•Scharpé, L., ‘Albijn van den Abeele’, in: A. van den Abeele, Karel en Theresia. Maldegem 1904, iii-xxiv.
•Schenkeveld, M.H., Willem de Clercq en de literatuur. Groningen 1962.
•Schenkeveld, M.H., ‘Vormen van realisme’, in: W. van den Berg en P. van Zonneveld (red.) 1986, 226-244.
•Schenkeveld, M.H., ‘Tien jaar studie van de negentiende-eeuwse Noordnederlandse letterkunde (tot omstreeks 1880)’, in: De Negentiende Eeuw 11 (1987), 101-107.
•Schenkeveld, M.H., ‘Beelden van de negentiende eeuw’, in: Voortgang. Jaarboek voor de neerlandistiek 10 (1989), 21-35.
•Schenkeveld, M.H., ‘Kunst als macht in het leven. Aantekeningen bij enkele publikaties van Allard Pierson uit zijn hoogleraarstijd in Amsterdam’, in: L. Korthals en D. Schram (red.), Literatuurwetenschap tussen betrokkenheid en distantie. Assen 2000, 71-80.
•Schenkeveld, M.H., ‘Willem de Clercq en de genootschapscultuur. Enkele documenten’, in: Documentatieblad voor de Nederlandse Kerkgeschiedenis na 1800 28 (2005), 49-56.
•Schenkeveld-van der Dussen, M.A., ‘Het “mannelijk” schrijverschap van A.L.G. Bosboom-Toussaint’, in: Nederlandse Letterkunde 1 (1996) (a), 71-83.
•Schenkeveld-van der Dussen, M.A., ‘De pedagogisch-normatieve waarde van enkele vrouwenromans in de eerste helft van de negentiende eeuw’, in: M. Bruggeman e.a. (red.), Mensen van de Nieuwe tijd. Een liber amicorum voor A.Th. van Deursen. Amsterdam 1996 (b), 449-461.
•Schenkeveld-van der Dussen, R. (hoofdred.), Met en zonder lauwerkrans. Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850: van Anna Bijns tot Elise van Calcar. Amsterdam 1997.
•Schevenhels, L., Rubricering van Noord- en Zuidnederlandse romans en novellen naar perioden en figuren (1790-1945). Antwerpen 1951.
•Schepper, M. de (red.), Nederlandse letteren in de Leuvense Universiteitsbibliotheek. Catalogus van de tentoonstelling in de Universiteitsbibliotheek 31 augustus-4 september 1982. Leuven 1982.
•Schepper, M. de en L. Fonteyne, Gezelle beschreven 1899-1999. Selectieve bibliografie van een eeuw Gezellestudie. Gent 2000.
•Schepper, M. de, A. Kervels en J. Pauwels, In de ban van boeken. Grote verzamelaars uit de negentiende eeuw in de Koninklijke Bibliotheek van België. Catalogus. Brussel 2008.
•Schimmel, J., ‘Hendrik Conscience’, in: De Gids 1856, 771-829.
•Schimmel, J., ‘Karel Lodewijk Ledeganck’, in: De Gids 1858, 89-136.
•Schimmel, J., Dramatische werken. Amsterdam 1885-1886, 3 dln.
•Schmook, G., Hoe Teun den eyerboer in 1815 sprak tot de burgers van Antwerpen of het aandeel van de Rubens-viering in de wording van het Vlaams bewustzijn. Antwerpen 1942.
•Schmook, G., ‘Vriendschappen en tegenstellingen bij de eerste “Taelminnaeren”. Bijdrage tot de verklaring van onderlinge verhoudingen (1830-1840)’, in: Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde 1948, 43-77.
•Schmook, G., Multatuli in de Vlaamse gewesten. 1860-1900. Antwerpen 1949.
•Schmook, G., ‘De genesis van Conscience's Leeuw van Vlaenderen. Een recapitulatie met nieuwe bijzonderheden’, in: Verslagen en Mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1952, 949-996 en 1953, 245-321.
•Schmook, G., ‘Conscienciana’, in: Lode
Baekelmans ter eere 1945 ii. Antwerpen 1956, 187-211.
•Schmook, G., Een Parijse ‘beau’ onder Antwerpse ‘jolikes’. Roger de Beauvoir op doorreis in de winter van 1834-35. Gent 1959.
•Schmook, G., ‘De familie Diricksens tot dewelke Eugeen Zetternam behoorde’, in: Handelingen van de Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis 14 (1962), 315-342.
•Schmook, G., ‘Luister naar déze stem uit het graf’, in: Julien Kuypers: Vlaams Europeeër. Antwerpen 1963, 69-79.
•Schmook, G., ‘Motieven van en uitzichten op het literaire leven in de xixde eeuw’, in: Bouwstoffen voor de geschiedenis van Antwerpen in de xixde eeuw. Antwerpen 1964, 331-383.
•Schmook, G., Al moeite om niet? Hasselt 1966.
•Schmook, G., Hendrik Conscience c.s. schrijven aan Zijne Majesteit Leopold i: 10.10.1846. Samenstelling van een Vlaams konfliktdossier: aanleiding tot het herdenken van een vertroebeld verleden. Gent 1984.
•Schokker, R., Bilderdijk en Duitschland. Harderwijk 1933.
•Schoor, J. van, Een huis voor Vlaanderen. Honderd jaar Nederlands beroepstoneel te Gent. Gent 1972.
•Schoor, J. van, ‘23 juli 1849. Leopold i bezoekt de Minardschouwburg. Toneel als privé-initiatief leidt tot de eerste Vlaamse schouwburg voor een Vlaams gezelschap’, in: R.L. Erenstein (hoofdred.) 1996 (a), 426-431.
•Schoor, J. van, ‘2 tot 10 september 1876. In Gent vinden de Pacificatiefeesten plaats. Getheatraliseerd verleden leidt tot een nieuw toneelgenre: de cavalcadestukken’ in: R.L. Erenstein (hoofdred.) 1996 (b), 468-473.
•Schoor, J. van, ‘Mei 1884. De Brusselse gemeenteraad stemt in met de bouw van een Vlaamse Schouwburg’, in: R.L. Erenstein (hoofdred.) 1996 (c), 488-495.
•Schotel, G.D.J., Tollens en zijn tijd. Tiel 1860. [Schrant, J.], De opstand en afval der Belgen getoetst aan den geest des Christendoms, door een' roomsch-katholyk priester. Leiden 1831.
•Schravendeel, R., ‘De Amsterdamsche rederijkerskamer Achilles (1846-1861)’, in: De Negentiende Eeuw 16 (1992), 185-197.
•Schrijvers, P.H., Buiten de perken. Horatius' dichtkunst en Bilderdijks De kunst der poëzy. Leiden 1980.
•Schryver, R. de, ‘Tussen literatuur en wetenschap: tweeëntwintig maal Belgische geschiedenis, 1782-1872’, in: Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden 87 (1972), 396-410.
•Schults, U., Het byronianisme in Nederland. Utrecht 1929.
•Sexualiteit en moraal in Nederland 1800-1850. Themanummer De Negentiende Eeuw 10 (1986), 4.
•Seyn-Verhougstraete, H. de (red.), Onze Vlaamsche dichters van 1830 tot 1905. Aalst 1905.
•Simaey, W., ‘Leven en tijd van Jan Hofman. Kortrijks toneeldichter’, in: De Leiegouw 7 (1965), 129-156.
•Simaey, W., ‘Jan B.J. Hofman 1785-1835’, in: De Leiegouw 9 (1967), 231-245.
•Simaey, W., ‘Hofman, Jan Baptist Jozef Nicolaas, toneeldichter’, in: Nationaal Biografisch Woordenboek 3 (1968), 395-400.
•Simaey, W., ‘F.A. Snellaert jurylid bij de dichtwedstrijd In Memoriam J.B. Hofman’, in: De Leiegouw 14 (1972), 253-256.
•Simon, F., ‘Foere, Leo de’, in: Nationaal Biografisch Woordenboek 3 (1968), 313-324.
•Simons, L., Van Duinkerke tot Königsberg. Geschiedenis van de Aldietsche Beweging. Nijmegen-Brugge 1980 (a).
•Simons, L., ‘Het boek in Vlaanderen 1830-1980’, in: Vlaamse bibliofiele uitgaven 1830-1980. Nederlandse letterkunde in België. Tentoonstellingscatalogus. Brussel 1980 (b), 13-44.
•Simons, L., ‘De Congressen 1849-1869 en de belangen des boekhandels’, in: De Negentiende Eeuw 5 (1981) nr. 2, 104-114.
•Simons, L., Vlaamse en Nederduitse literatuur in de 19de eeuw. Gent 1982.
•Simons, L., Geschiedenis van de uitgeverij in Vlaanderen i: de negentiende eeuw. Tielt-Weesp 1984.
•Simons, L., M. Somers en A. van Ruyssevelt, Hendrik Conscience of de Vlaamse ‘wedergeboorte’. Tielt 1983.
•Simpel, D. de, Beredeneerde ontleding van de voornaamste grondregelen der dicht- rede- toneel- en uitgalmkunst, gevolgd van de Nederlandse prosodia. Ieper 1825, 2 dln.
•Singeling, C.B.F., Gezellige schrijvers. Aspecten van letterkundige genootschappelijkheid in Nederland, 1750-1800. Amsterdam 1991.
•Sintobin, T., ‘Emmanuel de Bom: Wrakken’, in: Lexicon van literaire werken 49 (2001), 1-14.
•Siret, A., ‘Notice sur J.E. Buschmann’, in: Annuaire de l'Académie Royale des Sciences, Lettres et Beaux-Arts de Belgique 36 (1870), 165-169.
•Sitvast, J., ‘De populariteit van almanakken in de tweede helft van de negentiende eeuw’, in: De Negentiende Eeuw 11 (1987), 19-34.
•Sleeckx, D., Kronyken der straten van Antwerpen. Antwerpen 1843, 3 dln.
•Sleeckx, D., ‘Boekbeoordelingen’, in: De Vlaemsche Stem 1 (1846), 55-69.
•Sleeckx, D., ‘Over de strekking der Nederduitsche letterkunde’, in: Handelingen van het Nederlandsch Congres gehouden te Gent den 26, 27, 28 en 29 augustus 1849. Gent 1850.
•Sleeckx, D., Op't Eksterlaar. Herinneringen van afgestorven en van nog levende vrienden. Gent 1863 (a), 2 dln.
•Sleeckx, D., ‘Over het realismus in de letterkunde’, in: Handelingen van het zevende Nederlandsch Taal- en Letterkundig Kongres, gehouden te Brugge, den 8, 9 en 10 september 1862. Gent-'s-Gravenhage 1863 (b), 40-47. Overgenomen in: Sleeckx, Literatuur en kunst i. Gent 1880, 261-271.
•Sleeckx, D., Zannekin. Drama in vier bedrijven. Antwerpen 1865.
•Sleeckx, D., ‘Te zijn of niet te zijn. Brieven over het Nederlandsch toneel [1866]’, in: Sleeckx, Literatuur en kunst i. Gent 1880, 7-52.
•Sleeckx, D., ‘De rechtzinnigheid in de kunst’, in: Handelingen van het elfde Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres, gehouden te Leuven, den 6den, 7den en 8sten september 1869. Leuven 1870, 160-165. Overgenomen in: Sleeckx, Literatuur en kunst i. Gent 1880, 282-290.
•Sleeckx, D., Indrukken en ervaringen. Met een nawoord door L. Simons. Beveren 1982.
•Smedt, M. de, De literair-historische activiteit van Jan Frans Willems (1793-1846) en Ferdinand Augustijn Snellaert (1809-1872). Gent 1984.
•Smedt, M. de, ‘F.A. Snellaert en het toneel’, in: Wetenschappelijke Tijdingen 47 (1988), 1-18.
•Smedt, M. de, ‘F.A. Snellaert als tekstuitgever’, in: Spiegel der Letteren 31 (1989), 313-326 en 32 (1990), 181-193.
•Smedt, M. de, ‘Periodisering en periodiseringscriteria in de negentiende-eeuwse Vlaamse literatuurgeschiedschrijving’, in: A. Deprez en W. Gobbers (red.) 1990, 70-83.
•Smedt, M. de, ‘Mynheer Luchtervelde van Eugeen Zetternam (1826-1855)’, in: Spiegel der Letteren 36 (1994), 131-147.
•Smedt, M. de, ‘Karel Lodewijk Ledeganck (1805-1847)’, in: Wetenschappelijke Tijdingen 56 (1997), 227-243.
•Smedt, M. de, ‘F.A. Snellaert als boekenverzamelaar. Uit de briefwisseling met J.J. Nieuwenhuyzen’, in: P. Delsaerdt en M. de Schepper (red.) 2004, 257-266.
•Smeyers, J., ‘Coninckx, Simon Michiel’, in: Nationaal Biografisch Woordenboek 1 (1964), 323-326.
•Smeyers, J., ‘De Nederlandse letterkunde in het Zuiden’, in: H.J. Vieu-Kuik en J. Smeyers, De letterkunde in de achttiende eeuw in Noord en Zuid. Antwerpen-Amsterdam 1975.
•Smeyers, J., ‘“Un cri d'alarme sans lendemain”? De nawerking van de Verhandeling van J.B.C. Verlooy’, in: A. Deprez en W. Gobbers (red.) 1990, 13-24.
•Smit, C. en K. Korevaart, J.J. Cremer en de Leidse fabriekskinderen. Leiden 2008.
•Smit, J., Bilderdijk et la France. Amsterdam 1929.
•Smit, J., Bijdrage tot de kennis van Potgieters stijl. Groningen 1937.
•Smit, J., De kosmische zelfvergroting van de dichter bij Bilderdijk, Perk en Marsman. Amsterdam 1957, 95-116. Mededelingen Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, afdeling Letterkunde. Nieuwe reeks, 20.
•Smit, J., De volledige briefwisseling van E.J.P. Potgieter en Cd. Busken Huet. Groningen 1972, 2 dln.
•Smit, J., Leven en werken van E.J. Potgieter 1808-1875. Tweede druk. Leiden 1983.
•Smit, W.A.P., ‘Een literaire uitdaging in 1827 of drie romans over Karel de Stoute’, in: Levende Talen 23 (1957), 9-20.
•Smit, W.A.P., Kalliope in de Nederlanden. Het renaissancistisch-klassicistisch epos van 1550 tot 1850 ii. Groningen 1983.
•Smits, A., De scheuring van het Verenigd Koninkrijk en de houding van het Vlaamse land in 1830. Brugge 1950.
•Snellaert, F.A., [Recensie] ‘In 't Wonderjaer (1566)’, in: Bydragen der Gazette van Gend voor letteren, kunsten en wetenschappen 1837, 22, 56-58.
•Snellaert, F.A., Verhandeling over de Nederlandsche dichtkunst in Belgie, sedert hare
eerste opkomst tot aen de dood van Albrecht en Isabella. Brussel 1838.
•Snellaert, F.A., [Recensie] ‘De Leeuw van Vlaenderen, of de Slag der Gulden Sporen, door Hendrik Conscience’, in: Bydragen der Gazette van Gend voor letteren, kunsten en wetenschappen 1839, 11, 38-42.
•Snellaert, F.A., ‘Iets over den toestand onzer tael en letterkunde’, in: Belgisch Museum 4 (1840), 14-34.
•Snellaert, F.A., [Recensie] ‘Nederduitsch Letterkundig Jaerboekje, voor 1842’, in: Kunst- en Letterblad 3 (1842) (a), 17-18.
•Snellaert, F.A., ‘De laetste poëtische letteroogst’, in: Kunst- en Letterblad 3 (1842) (b), 93-95.
•Snellaert, F.A., ‘Rhetoryken en rhetorikael’, in: Kunst- en Letterblad 4 (1843), 25-27.
•Snellaert, F.A., Schets eener geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Gent-Utrecht 1866.
•Snellaert, F.A. en J.A. Alberdingk Thijm. Briefwisseling 1843-1872. Ed. A. Deprez. Gent 1971.
•Snieders, A., De arme schoolmeester. Antwerpen 1851.
•Snieders, A., ‘Levensschets van dr. J. Renier Snieders’, in: Jaarboek der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde 1889, 58-80.
•Snieders, A., ‘De roman’, in: Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde 1891, 349-370.
•Snieders, A., ‘Jan de Laet’, in: Jaerboek Koninklijke Vlaamsche Academie 6 (1892), 67-102.
•Snieders, A., Dit sijn sniderien, dat is loef- ende beeltwerc die hevet gheteikent ende ghesneden doctor August Snieders. Turnhout 1893.
•Soenen, J., ‘Werd Hoffmann von Fallersleben omstreeks de jaren 1850-1870 aangezien als de beste dichter in Vlaanderen?’, in: Spiegel Historiael van de Bond van Gentse Germanisten 3 (1961) nr. 4, 124-130.
•Sötemann, A.L., ‘Marcellus Emants' “Een nagelaten bekentenis”: afrekening met Von Feuchtersleben, vernieuwing van de naturalistische roman’, in: Handelingen van de Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis 29 (1975), 217-234.
•Sötemann, A.L., De structuur van de Max Havelaar. Utrecht 1966.
•Somers, M., ‘Max Rooses en Pol de Mont. Een dispuut over de Vlaamse Parnassus in de jaren 1880’, in: A. Deprez en W. Gobbers (red.) 1990, 232-247.
•Speler en de strop, De, Tweehonderd jaar theater in Gent. Gent 2005.
•Spigt, P., Keurig in de kontramine: over Multatuli. Amsterdam 1975.
•Spinoy, E., ‘De l'origine du Flamand: symptôme du système littéraire de la jeune Belgique’, in: Aspects de la littérature française de Belgique. Speciaal nummer La Licorne 1986, 12, 187-196.
•Spinoy, E., ‘De samenwerking van Hendrik Conscience en Octave Delepierre. Het literaire systeem in België (1830-1840)’, in: Spiegel der Letteren 30 (1988), 143-160.
•Spinoy, E., ‘De wildste bloei van overgave en genade. Over Gezelle en Van Ostaijen’, in: Gezelliana. Kroniek van de Gezellestudie 8 (1996) nr. 1, 1-42.
•Staes, J., Theodoor van Ryswyck, zijn leven in verband met zijnen tijd. Antwerpen 1884.
•Staes, J., Antwerpsche tooneelmaatschappijen sedert het begin dezer eeuw tot aan de stichting van den Nationalen Schouwburg. Antwerpen 1896.
•Stallaert, Ch. [K.], [Recensie] ‘Fernandina en Frederika of der vrouwen-peerlen’, in: Revue Trimestrielle 29 (1861), 8.
•[Stallaert, K.], ‘Verslag van het jury, gelast met de toewijzing van den vijfjaarlijkschen prijs der Vlaamsche letterkunde voor het tijdvak van 1860 tot 1864’, in: De Eendragt 20 (1865-1866), 17-18, 21-22, 25-26 en 29-30.
•Staring, A.C.W., Gedichten. Amsterdam 1940.
•Staring, A.C.W., Ruisend valt het graan. Ed. J. Stouten. Amsterdam 1995.
•Stecher, J., ‘Littérature flamande contemporaine’, in: E. van Bemmel (red.), Patria Belgica. Encyclopédie nationale iii. Belgique morale et intellectuelle. Brussel 1875, 533-554.
•Stecher, J., Histoire de la littérature néerlandaise en Belgique. Luik 1887.
•Stecher, J., ‘Notice sur Jean van Beers’, in: Annuaire de l'Académie Royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique 1890, 355-426.
•Sterkens, R., De letterkunde in de Antwerpsche Kempen van 1830 tot 1900. Turnhout 1935.
•Stokvis, P. en M. Mathijsen, ‘Literatuur en maatschappij. Het beeld van de burgerlijke levensstijl in Nederlandse romans 1840-1910’, in: De Negentiende Eeuw 18 (1994), 145-172.
•Stouten, H, J. Goedegebuure en F. van Oostrom (red.), Histoire de la littérature néerlandaise. Paris 1999.
•Straeten, E. vander, Le theâtre villageois en Flandre. Histoire, littérature, musique, religion, politique, moeurs. Brussel 1881, 2 dln.
•Streng, T., ‘Drieërlei opvatting over kunst en kritiek in Nederland tussen 1835 en 1839’, in: De Negentiende Eeuw 12 (1988), 98-111.
•Streng, T., ‘Proza en poëzie. Een controverse tussen De Gids en Thijm’, in: De Negentiende Eeuw 13 (1989), 217-231.
•Streng, T., ‘Realisme’ in de kunst- en literatuurbeschouwing in Nederland tot 1875. Amsterdam 1995 (a).
•Streng, T., ‘Opvattingen over individualiteit en algemeenheid in de Nederlandse kunst- en literatuurbeschouwing rond het midden van de negentiende eeuw’, in: De Negentiende Eeuw 19 (1995) (b), 161-186.
•Streng, T., Geschapen om te scheppen? Opvattingen over vrouwen en schrijverschap in Nederland 1815-1860. Amsterdam 1997.
•Stuip, R.E.V. en C. Vellekoop, De middeleeuwen in de negentiende eeuw. Hilversum 1996.
•Stuiveling, G., Versbouw en ritme in de tijd van '80. Groningen 1934.
•Stuiveling, G., De Nieuwe Gids als geestelijk brandpunt. Amsterdam 1935.
•Stuiveling, G., De briefwisseling Vosmaer-Perk. Amsterdam 1938.
•Stuiveling, G., Jacques Perks Mathilde-krans naar de handschriften volledig uitgegeven. Den Haag 1941, 3 dln.
•Stuiveling, G., Jacques Perks leven en werken i: Het korte leven van Jacques Perk ii: Verzamelde gedichten iii: Brieven en dokumenten iv: Proeven in dicht en ondicht. Amsterdam 1957-1959.
•Stuiveling, G., ‘Voetstappen van de vaderlandse romantiek’, in: G. Stuiveling, Vakwerk: twaalf studies in literatuur. Zwolle 1967, 152-200.
•Stuiveling, G., Een eeuw Nederlandse letteren. Amsterdam 1971 (19411).
•Stuiveling, G., Het korte leven van Jacques Perk. Derde druk. Amsterdam 1974.
•Stuiveling, G., ‘Van Eeden. Tachtiger of Nieuwe-Gidser?’, in: H.W. van Tricht (red.), Onzekerheid is leeven. Beschouwingen over Frederik van Eeden. Leiden 1983, 181-201.
•Stynen, L., Rosalie en Virginie. Leven en werk van de gezusters Loveling. Tielt 1997.
•Stynen, L., ‘Middelburg 1872. Het congresdagboek van Paul Fredericq’, in: Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 18 (2002), 141-172.
•Stynen, L., De taal was gans het volk. Biografie Anton Bergmann. Antwerpen 2006.
•Suffeleers, T.J., Taalverzorging in Vlaanderen. Een opiniegeschiedenis. Brugge-Nijmegen 1979.
•Szkudlarek, K., ‘Van datgene wat de ziel geheimzinnig en onverklaerbaer inhoudt’. Het dierlijk magnetisme in het werk van Pieter Frans van Kerckhoven. Leuven 2006. Onuitgegeven licentiaatsverhandeling.

T

•Tenter, P. ten, ‘Scottomanie in Nederland. De Nederlandse vertalingen van Walter Scott's romans tussen 1824 en 1834’, in: De Negentiende Eeuw 8 (1984), 3-15.
•Termorshuizen, G., P.A. Daum. Journalist en romancier van tempo doeloe. Amsterdam 1988.
•Terpstra, H., ‘Jacob Haafner en zijn denkbeelden over het kolonialisme’, in: Tijdschrift voor Geschiedenis 75 (1962), 139-154.
•Thiesse, A., La création des identités nationales. Europe xviiie-xxe siècle. Paris 1999.
•Thijs, A., ‘Peiling naar de politieke overtuiging van Lodewijk Joachim Vleeschouwer (Antwerpen, 1810-1866), vrijmetselaar, katholiek journalist en flamingant’, in: Bijdragen tot de Geschiedenis 1980, 313-345.
•Thorslev jr., P.L., The Byronic hero. Minneapolis 1962.
•Thys, W., De kroniek van P.L. Tak. Brandpunt van Nederlandse cultuur in de jaren negentig van de vorige eeuw. Amsterdam-Antwerpen 1955.
•Tielrooy, J., Conrad Busken Huet et la littérature française. Haarlem 1923.
•Tindemans, C., ‘Hippoliet van Peene 1811-1864’, in: Spiegel der Letteren 4 (1960), 252-272.
•Tindemans, C., ‘Het Nederlandsch Tooneelverbond, een mislukt experiment in Nederlandse toneelsamenwerking’, in: Ons Erfdeel 15 (1972), 41-58.
•Tindemans, C., Mens, gemeenschap en maatschappij in de toneelletterkunde van Zuid-Nederland 1815-1914. Een systematische analyse van de thematiek van het realistisch-burgerlijke drama. Gent 1973.
•Tindemans, C., ‘Toneel en Vlaamse Beweging’,
in: Encyclopedie van de Vlaamse Beweging. Tielt 1975, 1672-1684.
•Tindemans, C., ‘“Toneel” (drama en theater) op de Congressen’, in: De Negentiende Eeuw 5 (1981) 2, 86-97.
•Tollebeek, J., De ijkmeesters. Opstellen over de geschiedschrijving in Nederland en België. Amsterdam 1994.
•Tollebeek, J., ‘Historical representation and the nation-state in Romantic Belgium (1830-1850)’, in: Journal of the History of Ideas 59 (1998), 329-353.
•Tollebeek, J., ‘De cultus van 1302: twee eeuwen herinnering’, in: R.C. van Caenegem e.a. (red.) 2002, 194-239.
•Tollebeek, J., ‘Consciences niemandsland. De Leeuw van Vlaenderen, de natie en de geschiedenis’, in: P. Delsaerdt en M. de Schepper (red.) 2004, 329-338.
•Tollebeek, J., G. Verbeeck en T. Verschafffel (red.), De lectuur van het verleden. Opstellen over de geschiedenis van de geschiedschrijving aangeboden aan Reginald de Schryver. Leuven 1998.
•Tollens, H., Proeve van minnezangen en idyllen iii. Amsteldam 1805.
•Tollens, H., Gedichten i en ii. Vijfde druk. 's-Gravenhage 1831.
•Tollens, H., De overwintering der Hollanders op Nova Zembla in de jaren 1596 en 1597. Ed. G.W. Huygens. Zwolle 1964.
•Tollens, H., De overwintering der Hollanders op Nova Zembla. Met tekeningen van R. de Rode en van een voorwoord voorzien door M. Mathijsen. Amsterdam 1997.
•Tömmel, S., Nation und Nationalliteratur. Eine soziologische Analyse des Verhältnisses von Literatur und Gesellschaft in Belgien zwischen 1830 und 1840. Berlin 1976.
•Toussaint, A.L.G., Het huis Lauernesse. Amsterdam 1840, 2 dln.
•Toussaint van Boelaere, F.V., Prosper van Langendonck. Essay. Ed. R. Vervliet. Gent 1996.
•Tricht, H.W. van, Louis Couperus, een verkenning. Den Haag 1960.
•Tricht, H.W. van en H.G.M. Prick, Briefwisseling tussen Frederik van Eeden en Lodewijk van Deyssel. Tweede herziene druk. 's-Gravenhage 1981.

U

•Uit vader Bergmann's gedenkschriften. Met een portret[,] eene studie op den schrijver door Gustaaf Segers en een levensbericht door Paul Fredericq. Gent 1895.
•Uyttersprot, C., ‘Karel Broeckaert en zijn tijd’, in: Het Land van Aalst 29 (1977), 166-184.
•Uyttersprot, H., Heinrich Heine en zijn invloed in de Nederlandse letterkunde. Oudenaarde 1953.

V

•Valcke, L., ‘Dautzenberg, Johan Michiel’, in: Nationaal Biografisch Woordenboek 6 (1974), 203-215.
•Valcke, L., ‘Twee stille en rijke, adellijke Gentse flaminganten. Philippe Blommaert en Jules de Saint-Genois’, in: J. Art en L. François (red.), Docendo discimus. Liber amicorum Romain van Eenoo i. Gent 1999, 615-627.
•Vanacker, D., ‘De schoolstrijd van Virginie Loveling’, in: V. Loveling, Sophie. Gent 1999, 5-46.
•Vanacker, H., De ‘Nederlandsche Taal- en Letterkundige Congressen’ en de vernederlandsing van het onderwijs. Gent 1982.
•Vanacker, H., ‘Noord-Zuid en Zuid-Zuid in 1873’, in: Neerlandia 89 (1985) nr. 3, 137-140.
•Vanacker, H., ‘De taal- en letterkundige genootschappen in Vlaanderen: onderzoeksproblemen en -tendensen, met als voorbeeld Regat Prudentia Vires’, in: A. Deprez en W. Gobbers (red.) 1990, 25-44.
•Vanbeveren, G., De pseudo-middelnederlandse poëzie in de Zuidnederlandse 19de-eeuwse letterkunde. Leuven 1975. Onuitgegeven licentiaatsverhandeling.
•Vancolen, P., Hendrik Conscience en Kortrijk 1857-1868’, in: De Leiegouw 49 (2007) nr. 1, 5-78.
•Vancraeynest, S., Een vergelijkende studie van Vlaamse en Frans-Belgische historische romans (1827-1845) over het geuzenthema. Leuven 1985. Onuitgegeven licentiaatsverhandeling.
•Vandamme, J., Het bibliotheekwezen in Brugge vóór 1920. Brugge 1971.
•Vandenbroeke, C., Sociale geschiedenis van het Vlaamse volk. Beveren-Nijmegen 1981.
•Vandenbussche, L., Het veld der verbeelding. Vrijzinnige vrouwen in Vlaamse, literaire en algemeen-culturele tijdschriften (1870-1914). Gent 2008.
•Vandenbussche, L., G. Vandermassen, M. Demoor en J. Braeckman, ‘Darwin achterna? Erfelijkheid en evolutietheorie in het oeuvre van Virginie Loveling’, in: Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 23 (2007), 177-192.
•Vandevoorde, H., De spiegel van Achilleus.
Karel van de Woestijne en de allegorie. Nijmegen 2006.
•Vandevoorde, H. en C. Verbruggen, ‘Het Vlaamse literaire veld 1900-1914: doorsnede én deelverzameling van het Nederlandse’, in: R. Grüttemeier en J. Oosterholt (red.) 2008, 223-245.
•Vanhee, D., Uitgave van de brieven van Jan van Beers (1821-1888) aan Max Rooses (1839-1914). Leuven 1995. Onuitgegeven licentiaatsverhandeling.
•Vanheertum, H.J., ‘Poëzie en pauperisme. Een eeuw armoede in Vlaamse verzen’, in: Kruispunt 24 (1985) nr. 96, 31-53.
•Vanhoutte, E., August Snieders: Anne Dieu-le-Veut. Een verhaal uit de xviie eeuw. Historisch-kritische teksteditie. Leuven 1995. Onuitgegeven licentiaatsverhandeling.
•Vanlandschoot, R., Albrecht Rodenbach. Biografie. Tielt 2002.
•Vanwalleghem, N., David de Simpel, een vertegenwoordiger van de Vlaamse letterkunde uit de eerste helft van de 19de eeuw. Leuven 2003. Onuitgegeven licentiaatsverhandeling.
•Veer, P. van 't, Het leven van Multatuli. Amsterdam 1979.
•Vekeman, H., ‘Mythologie und Musik in der niederländischen Romantik. Johannes Kinker und Karel Lodewijk Ledeganck’, in: Cultuurgeschiedenis in de Nederlanden van de renaissance naar de romantiek. Liber amicorum J. Andriessen s.j. - A. Keersmaekers - P. Lenders s.j.. Leuven 1986, 355-370.
•Velde, A.J.J. van de, ‘Norbert Cornelissen en zijn tijd’, in: Verslagen en Mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1952, 847-881.
•Velde, P. van der, Wie onder palmen leeft. De sublieme wereld van Jacob Haafner (1754-1809). Amsterdam 2008.
•Veltman-van den Bos, A.J., Petronella Moens (1762-1843): de Vriendin van 't Vaderland. Nijmegen 2000.
•Ven, C. van der, Theodoor van Rijswijck 1811-1849. Leuven 1961. Onuitgegeven licentiaatsverhandeling.
•Verbeke, M., ‘Typologie van de Vlaamse auteur omstreeks 1860’, in: A. Deprez en W. Gobbers (red.) 1990, 197-216.
•Verbruggen, C., Een sociale geschiedenis van het schrijverschap tijdens de Belgische belle époque. Gent 2006. Onuitgegeven proefschrift.
•Vercammen, F.A., Thijm en Vlaanderen. Amsterdam-Mechelen 1932.
•Vercauteren, F., Cent ans d'histoire nationale en Belgique. Bruxelles 1959.
•Vermeulen, U., ‘Katholieken en liberalen tegenover de Gentse Pacificatiefeesten van 1876’, in: Opstand en pacificatie in de Lage Landen: bijdrage tot de studie van de Pacificatie van Gent: verslagboek van het tweedaags colloquium bij de vierhonderdste verjaring van de Pacificatie van Gent. Gent 1976, 332-350.
•Vermeylen, A., ‘De literaire waarde van De Leeuw van Vlaanderen’, in: De Vlaamsche Gids 26 (1938), 433-440.
•Vermeylen, A., ‘Het academisch verslag van den Heer Th. Coopman’, in: Verzameld werk ii. Brussel 1951 (a), 83-94.
•Vermeylen, A., ‘Starkadd’, in: Verzameld werk ii. Brussel 1951 (b), 117-130.
•Vermeylen, A., De Vlaamse letteren van Gezelle tot heden. Amsterdam-Brussel 19494. (19231: Van Gezelle tot Timmermans). Overgenomen in A. Vermeylen, Verzameld werk iii. Brussel 1953, 573-757.
•Vermoortel, Ph., Multatuli in Vlaanderen. Wommelgem 1987.
•Verschaffel, H., ‘Marnix van Sint-Aldegonde, een symbool in de clerico-liberale strijd (1830-1885)’, in: Spiegel Historiael 20 (1985) 4, 190-195.
•Verschaffel, T., ‘Vrouwenrollen in de vaderlandse drama's van het negentiende-eeuwse België’, in: De Negentiende Eeuw 24 (2000) nr. 1, 33-51.
•Verschaffel, T., ‘Les autorités belges et la littérature flamande (1830-1865)’, in: G. Kurganvan Hentenryk en V. Montens (red.), L'argent des arts. La politique artistique des pouvoirs publics en Belgique de 1830 à 1940. Brussel 2001, 149-160.
•Verslag van het verhandelde in de algemeene vergadering van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen voor het jaar 1852. Utrecht 1852.
•Verthé, A. en B. Henry, Geschiedenis van de Vlaams-Afrikaanse letterkunde. Leuven 1962.
•Vervier, C.A., Dichtstukjes. Imitation libre par M.L.V. Raoul. Gent 1820.
•Vervliet, R. (red.), Leven met een schrijver. Biografie van Alfred Hegenscheidt volgens de memoires van Madeleine Hegenscheidt-Heyman en met editie van onuitgegeven documenten. Antwerpen 1977.
•Vervliet, R., De literaire manifesten van het fin
de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914. Gent 1982, 2 dln.
•Vervliet, R., ‘Het lyrische drama van het fin de siècle: Starkadd van Alfred Hegenscheidt’ (1984), in: R. Vervliet 2000, 67-89.
•Vervliet, R., ‘Van Nu en Straks: de geschiedenis van een baanbrekend tijdschrift in Vlaanderen’ (1993), in: R. Vervliet 2000, 45-65.
•Vervliet, R., Literatuur als woord en daad. Opstellen over tekst en context in de late 19de eeuw. Ed. B. Keunen en Ph. Codde. Gent 2000,
•V[erwey, A.], ‘Boekbeoordeelingen’, in: De Nieuwe Gids 3 (1887-1888), 229-249.
•Verwey, A., Het leven van Potgieter. Haarlem 1903.
•Verwey, A., De oude strijd. Amsterdam 1905.
•Verwey, A., Gedroomd paardrijden. Het testament van Potgieter. Haarlem 1908.
•Verwey, A., Oorspronkelijk dichtwerk. Amsterdam 1938, 2 dln.
•Verwey, A., Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888. Ed. M.H. Schenkeveld en R. van der Wiel. Amsterdam 1995.
•Verzameling van alle Nederduitsche dichtstukken, die medegedongen hebben naar de lauwerkroonen, uitgegeven door de Maatschappij van het Rhetorica, binnen Gend, den 27 julii 1812. Gent 1812.
•Verzameling der voornaamste dichtstukken, die naar prijs gedongen hebben, van dicht-, tooneel- en schrijfkunst, uitgeschreven door de Maatschappij van Rhotorica, onder kenzin: ‘Geen Konst Zonder Nijd’ binnen de stad Deynze, op den vijftienden julij 1825. Tielt 1827.
•Vierde colloquium: Pieter Frans van Kerckhoven 1818-1857. Antwerpen, 9 november 1988. Contactgroep 19de Eeuw.
Dr. F.A. Snellaertcomité. Gent 1989.
•Vigne, J.O. de, De Zuidnederlandsche schrijvers van het tijdstip der Fransche overheersching. Antwerpen 1873.
•Vis, G.J., Johannes Kinker en zijn literaire theorie. Zwolle 1967.
•Vis, G.J., De verlichte muze. Bloemlezing uit de poëzie van J. Kinker. 's-Gravenhage 1982.
•Vis, G.J., ‘Van Groningen tot Luik; de beginjaren van het academisch handboek voor Nederlandse letterkunde en welsprekendheid’, in: De Negentiende Eeuw 12 (1988) nr. 3, 180-204.
•Vis, G.J., ‘Leiden ontzet, Leuven in de last. Nederlandse letterkunde aan de universiteit, 1800-1850’, in: Handelingen van de Koninklijke Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis 43 (1989), 141-167.
•Visscher, L.G., Over het herstel en de invoering der Nederlandsche taal. Brussel 1825.
•Vissink, H., Scott and his influence on Dutch literature. Zwolle 1922.
•Vlaminck, A.L. de, Jaerboeken der aloude kamer van rhetorika, Het Roosjen, onder de kenspreuk: Ghebloeyt int Wilde, te Thielt. Gent 1862.
•Vlasselaers, J., Literair bewustzijn in Vlaanderen 1840-1893. Een codereconstructie. Leuven 1985.
•Vlasselaers, J., ‘Pieter Frans Van Kerckhoven als criticus’, in: Vierde colloquium: Pieter Frans van Kerckhoven 1989, 28-40.
•Vlasselaers, J., ‘De romanpoëtica in Vlaanderen (1840-1880): een onderzoek naar de functionaliteit van een genre’, in: A. Deprez en W. Gobbers (red.) 1990, 142-155.
•Vlierden, B.F. van, Van In 't wonderjaer tot De verwondering. Een poëtica van de Vlaamse roman. Antwerpen 1969.
•Voorde, U. van de, Panorama d'un siècle de littérature néerlandaise en Belgique. Paris-Bruxelles 1931.
•Vooys, C.G.N. de, ‘Uit de voorgeschiedenis van de Nieuwe-Gids-beweging’, in: De Nieuwe Taalgids 10 (1917) 273-282.
•Vooys, C.G.N. de, ‘De Noordstar en De Gids’, in: De Nieuwe Taalgids 35 (1941), 175-179.
•Vooys, C.G.N. de, ‘Wisselwerking en samenwerking van Noord- en Zuid-Nederland, op taal- en letterkundig gebied’, in: Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde 1946, 159-173.
•Vooys, C.G.N. de, ‘Apollo, Argus en Nederlandsche Mercurius’, in: Verzamelde letterkundige opstellen. Nieuwe bundel. Antwerpen-Amsterdam 1947 (a), 96-115.
•Vooys, C.G.N. de, ‘Allard Pierson naast en tegenover Conrad Busken Huet’, in Verzamelde letterkundige opstellen. Nieuwe bundel. Antwerpen-Amsterdam 1947 (b), 220-247.
•Vooys, C.G.N. de, De letterkunde van de negentiende eeuw tot ongeveer 1885. Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden vii. 's-Hertogenbosch-Brussel 1948.
•Vooys, C.G.N. de, Conrad Busken Huet. 's-Gravenhage 1949.
•Vos, A. de [Wazenaar], Een Vlaamsche jongen. Gent 1881.
•Vos, A. de, ‘Het gedachtenrijm in de psalmvertalingen van Fr. J. Blieck’, in: Gezelliana. Kroniek van de Gezellestudie 4 (1992) nr. 2, 32-38.
•Vos, A. de, Gezelles ‘Gouden Eeuw’. De Zuidnederlandse zeventiende-eeuwse literatuur in het werk van Guido Gezelle. Leuven 1997.
•Vos, J. de, ‘Shakespeare en het culturele leven in Zuid-Nederland’, in: Handelingen van de Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis 32 (1978), 61-96 en 33 (1979), 131-189.
•Vos, J. de, ‘Shakespeare opgevoerd door de Gentse rederijkerskamers in de eerste helft van de negentiende eeuw’, in: Documenta 2 (1984) nr. 3, 133-145.
•Vos, N. de, Domien Sleeckx en het Nederlands toneel. Gent 1962. Onuitgegeven licentiaatsverhandeling.
•Vosmaer, C., Inwijding. 's-Gravenhage 1888.
•V.R., ‘Boekoverzicht. Burgerdeugd, een verhael uit vroeger dagen, door A. Snieders, jr.’, in: Het Taelverbond 7 (1850-1851), 233.
•Vreckem, P.H.S. van, De invloed van het Franse naturalisme in het werk van Cyriel Buysse. Brussel 1968.
•Vries, B. de, ‘Een weldadig verschil? Standsbesef en het onbehagen van de burgerij’, in: De Negentiende Eeuw 22 (1998), 25-35.
•Vries, B. de, ‘De roman Lidewyde en de burgerlijke leescultuur. Lezers en leesgezelschappen in de negentiende eeuw’, in: Tijdschrift voor Sociale Geschiedenis 25 (1999), 129-156.
•Vries, B. de, ‘“Leerzaam vermaak”. Enkele geleerde en verstrooiende genootschapsbibliotheken in de negentiende en twintigste eeuw’, in: De Negentiende Eeuw 24 (2000), 247-261.
•Vries, M. de, Beschaven! Letterkundige genootschappen in Nederland 1750-1800. Nijmegen 2001.
•Vries, S. de, De lucht in gevlogen, de hemel in geprezen. Eerbewijzen voor Van Speyk. Haarlem 1988.
•Vroede, M. de, ‘De Vlaamsche reacties op de Februari-omwenteling van 1848’, in: Nieuw Vlaamsch Tijdschrift 1 (1946-1947), 912-927.
•Vroede, M. de, ‘Het Nederlandsch Congres van 1849’, in: Cultureel Jaarboek voor de Provincie Oostvlaanderen 3 (1949) nr. 1, 289-332.
•Vroede, M. de, ‘Willems, Potgieter en De Gids’, in: Verslagen en Mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1952, 191-235.
•Vroede, M. de, ‘De finaliteit van de Vlaamse zedenroman in het midden van de jaren 1850’, in: Spiegel der Letteren 3 (1959), 17-32.
•Vuylsteke, J., Verzamelde gedichten. Gent 1887, 3 dln.

W

•Waal, J.M. de, Aernout Drost. Utrecht 1918.
•Wagemans, K.M., ‘Invloeden op de ontwikkeling van de historische roman in de periode 1827-1840 of De redevoering en De roos’, in: De Negentiende Eeuw 6 (1982) 149-158.
•Wal, M. van der, ‘“Maalt, o Kunstenaars! Die wonderen aan het nageslacht!” De Belgische Opstand en de beeldende kunst’, in: De Negentiende Eeuw 4 (1980), 71-92.
•Walch, J.L., Nieuw handboek der Nederlandsche letterkundige geschiedenis. 's-Gravenhage 1943.
•Waterschoot, J., Multatuli, een iconografie. Z.p. 2008.
•Waterschoot, W., ‘Luxe-exemplaren van De Borchgraves Gedichten (1861)’, in: Studia Germanica Gandensia 16. Huldenummer prof. dr. Ada Deprez aangeboden bij haar zestigste verjaardag (1988), 235-245. Overgenomen in: Scouwende fantasye. Opstellen van Werner Waterschoot. Gent 2002, 263-269.
•Wauters, K., ‘Omtrent “Op 't Eksterlaar” van Domien Sleeckx’, in: Handelingen van de Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis 32 (1978), 243-297.
•Wauters, K., ‘Domien Sleeckx als theoreticus van het realisme’, in: Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 1981, 23-47. Overgenomen in: K. Wauters 2004 (a), 39-59.
•Wauters, K., Wagner en Vlaanderen 1844-1914. Cultuurhistorische studie. Gent 1983.
•Wauters, K., ‘Het negentiende-eeuwse realisme in Vlaanderen en Nederland. Pleidooi voor een gemeenschappelijk gebruik van een periodebegrip’, in: A. Deprez en W. Gobbers (red.) 1990, 182-196.
•Wauters, K., ‘De Vlaamse literatuur van de negentiende eeuw: een literair-historisch probleemgebied doorgelicht’, in: Colloquium over de beeldvorming rond de 19de eeuw in Vlaanderen: balans en perspectief, 1971-1991. Zesde colloquium van de contactgroep 19de eeuw, Dr. F.A. Snellaertcomité. Gent 1991, 37-49. Overgenomen in: K. Wauters 2004 (a), 11-24.
•Wauters, K. (red.), Verhalen voor Vlaanderen: aspecten van het fictionele proza tot aan de Tweede Wereldoorlog. Kapellen 1997.
•Wauters, K., ‘Het Vlaamse fictionele proza van Conscience tot Loveling’, in: A. Deprez, W. Gobbers en K. Wauters (red.) 1999-2003. i (1999) (a), 147-310.
•Wauters, K., ‘Tweemaal de Guldensporenslag: Consciences “Leeuw van Vlaanderen” (1838) in het licht van Henri-Guillaume Mokes “Philippine de Flandre” (1830)’, in: Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 109 (1999) (b), 263-317.
•Wauters, K., Ademloos moment. Opstellen over literatuur en muziek. Ed. P. Couttenier, J. Gerits en H. Meeus. Leuven 2004 (a).
•Wauters, K., ‘Terugblik op een tragisch dichterbestaan. Theodoor van Rijswijck’, in: P. Delsaerdt en M. de Schepper (red.) 2004 (b), 318-328.
•Weisgerber, J., Aspecten van de Vlaamse roman 1927-1960. Amsterdam 1976.
•Weisgerber, J., Rococo in Vlaanderen? Neorococo in West-Europa. Literaire verkenningen. Brussel 1992.
•Wellens, O., ‘De kritische receptie van Conscience in Engeland’, in: Handelingen van de Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis 36 (1982), 259-271.
•Welsink, D., ‘Honderdvijftig jaar Camera obscura. Enkele feiten en cijfers’, in: Juffrouw Ida 15 (1989), 10-15.
•Westenbroek, J.J.M., Guido Gezelles laatste tekst van Kerkhofblommen. Kapellen 1964.
•Westenbroek, J.J.M., Van het leven naar het boek. Onderzoek naar het ontstaan en de aard van Guido Gezelles Gedichten, gezangen en gebeden (1862-1879-1893). Kapellen 1967.
•Westenbroek, J.J.M., ‘Guido Gezelle (1830-1899) en de West-Vlaamse school’, in: A. Deprez, W. Gobbers en K. Wauters (red.) 1999-2003. ii (2001), 133-276.
•Westerlinck, A., Prosper van Langendonck. Diagnose van een ongeneeslijke ziel. Brugge 1946.
•Westerlinck, A., ‘De “Dichtoefeningen” van Guido Gezelle na honderd jaar’, in: Dietsche Warande & Belfort 58 (1958), 518-524. Overgenomen in: A. Westerlinck, Wandelen al peinzend. Leuven 1960, 97-107.
•Westerlinck, A., Poëtisch panorama. Bloemlezing uit de dichtkunst van de Zuidelijke Nederlanden (1830-1890). Leuven 1962.
•Westerlinck, A., Taalkunst van Guido Gezelle. Brugge-Nijmegen 1980.
•Westerlinck, A., Wie was Hendrik Conscience? Leuven-Amsersfoort 1983.
•Westers, O., Welsprekende burgers, Rederijkers in de negentiende eeuw. Amsterdam 2003.
•Wezel, R., ‘Kneppelhouts studentenschetsen en het literaire genre van de fysiologie’, in: Juffrouw Ida 15 (1989), 19-25.
•Wezel, R., ‘Kneppelhout publiceert “De student-Leydenaar”. Het typengenre en de “kopijeerlust des dagelijkschen levens”’, in: M.A. Schenkeveld- van der Dussen (hoofdred.) Nederlandse literatuur, een geschiedenis. Groningen 1993, 455-460.
•Wiel, J. van der, ‘Een “misgeboorte” of een literaire uitdaging? David Jacob van Lennep als pleitbezorger voor een verdacht genre’, in: W.J. van den Akker e.a. (red.), Traditie en vernieuwing. Opstellen aangeboden aan A.L. Sötemann. Utrecht-Antwerpen 1985, 65-75.
•Wiel, J.R. van der, De geschiedenis in balkostuum. De historische roman in de Nederlandse literaire kritiek (1808-1874). Leuven-Apeldoorn 1999.
•Wijnens, I., O dierbaar Oud-België. De mythe van de Oude Belgen in de lange negentiende eeuw. Leuven 1999. Onuitgegeven licentiaatsverhandeling.
•Wilhem, F., ‘The English Reading Society, 1792-1817. Een oud Engels leesgezelschap in Nederland’, in: De Negentiende Eeuw 23 (1999), 129-142.
•Willaert, H. en J. Dewilde, Het lied in ziel en mond. 150 jaar muziekleven en Vlaamse Beweging. Tielt 1987.
•Willekens, E., Emanuel Hiel. Dichter en flamingant tussen Dender en Zenne 1834-1899. Brussel 1984.
•Willekens, E., M. Somers en A. van Ruyssevelt, Hendrik Conscience en zijn tijd. Kroniek van Consciences leven. Catalogus bij de tentoonstelling ter herdenking van de honderdste verjaardag van Consciences afsterven 1883-1983. Antwerpen 1983.
•Willems, J.F., Quinten Matsys, of wat doet de liefde niet! Tooneelspel in 2 bedryven. Antwerpen 1816.
•Willems, J.F., Verhandeling over de Nederduytsche tael- en letterkunde opzigtelyk de Zuydelyke Provintien der Nederlanden. Antwerpen, 1819 en 1820-1824, 2 dln.
•Willems, J.F., Antwoórd aen J.B. Buelens, R.C.Pr. te Mechelen, schryver en uytgever van een werk getiteld: Briefwisseling tusschen J.F. Willems, schryver van het werk Tael- en letterkundige verhandeling, enz. Antwerpen 1821.
•Willems, J.F., Reinaert de vos, naer de oudste beryming. Eeklo 1834.
•Willems, J.F., ‘Kronyk der kamers van rhetorica, te Lier’, in: Belgisch Museum 8 (1844), 288-330.
•Willems, J.F., ‘Redevoering over den geest, waardoor de Vlaamsche letterkunde zich moet doen onderscheiden’, in: M. Rooses (red.), Keus uit de dicht- en prozawerken van Jan Frans Willems ii. Gent 1873, 178-188.
•Willems, J.H.J., Joh. Petrus Hasebroek: bijdrage tot de kennis van het letterkundig leven, voornamelijk in de jaren ± 1830-1840. Eindhoven 1939.
•Willems, J.H.J., Bernard ter Haar. Groningen 1969.
•Willems, S.-C.-A., Het Vlaemsch tooneel, deszelfs oorsprong, wat het vroeger was, wat het thans dient te wezen. Voordragt gehouden in de Koninklyke Maetschappy De Wyngaerd, te Brussel, op 15 maert 1859. Brussel 1859.
•Willemsen, A.W., ‘De Nederlandse congressen en hun politieke achtergrond’, in: De Negentiende Eeuw 5 (1981), 60-71.
•Willemyns, R. (red.), De taal in Vlaanderen in de 19de eeuw. Historisch-sociolinguïstische onderzoekingen. Speciaal nummer Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 2002, nr. 3. Gent 2002.
•Willockx, D., Boom, roos, vis. Natuur-personificaties als leesmethode voor de poëzie van Guido Gezelle. Leuven 2009.
•Wils, L., ‘De eerste leerstoelen Nederlands aan onze universiteiten’, in: Nova en Vetera 32 (1954-1955), 281-291.
•Wils, L., Kanunnik Jan David en de Vlaamse Beweging van zijn tijd. Leuven 1956.
•Wils, L., ‘Het petitionnement van 1840. De bijdragen van Leuven en Antwerpen’, in: Bijdragen tot de Geschiedenis 41 (1958), 143-155.
•Wils, L., De politieke oriëntering van de Vlaamse Beweging (1840-1857). Antwerpen-Leuven 1959.
•Wils, L., Honderd jaar Vlaamse Beweging i: tot 1914. Leuven 1977.
•Wils, L., ‘Vlaams en Hollands in het Verenigd Koninkrijk’, in: Dietsche Warande & Belfort 56 (1956), 1-10. Overgenomen in: L. Wils, Vlaanderen, België, Groot-Nederland. Mythe en geschiedenis. Leuven 1994, 55-64.
•Wils, L., ‘De twee Belgische revoluties’, in: K. Deprez en L. Vos (red.) 1999, 43-52.
•Wils, L., ‘Gezelle in de Vlaamse natievorming’, in: P. Couttenier (red.) 2000, 83-100.
•Wils, L., Van Clovis tot Di Rupo: de lange weg van de naties in de Lage Landen. Antwerpen 2005.
•Wingerden, R. van en P. van Zonneveld, ‘Lijst van Nederlandse almanakken 1840-1849’, in: De Negentiende Eeuw 3 (1979), 2-38.
•Winkel, J. te, Ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde vi en vii. (Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde in de eerste eeuw der Europeesche Staatsomwentelingen i, ii). Tweede druk. Haarlem 1925-1927.
•Wiselius, S.I., Mengel- en tooneelpoezy iii. Amsterdam 1819.
•Wiselius, S.I.Z., Over de tooneelspeelkunst, en het regelmatige en beschaafde schouwtooneel. Amsterdam 1826.
•Wiskerke, E. en M. Mathijsen, ‘Bibliografie literaire tijdschriften 5. 1840-1849’, in: De Negentiende Eeuw 9 (1985), 25-47.
•Wit, O. de, ‘Zetten en drukken’ in: Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van de moderne samenleving 1800-1890 ii. Zutphen 1993, 223-248.
•Witte, E., Politieke machtsstrijd in en om de Belgische steden 1830-1848. Brussel 1973, 2 dln.
•Witte, E., ‘De 19de-eeuwse Vlaamse literatuur en de maatschappelijk-politieke aspecten van zijn tijd’, in: A. Deprez, W. Gobbers en K. Wauters (red.) 1999-2003. iii (2003), 1-92.
•Witte, E., J.-P. Nandrin, E. Gubin en G. Deneckere, Nieuwe geschiedenis van België i: 1830-1905. Tielt 2005.
•Woestijne, K. van de, Verzameld werk. Brussel 1947-1950, 7 dln.
•Worp, J.A., Geschiedenis van het drama en het tooneel in Nederland. Rotterdam z.j. [1903-1907], 2 dln.
•Worst, I.J.H., ‘Tussen literatuur en wetenschap. Negentiende-eeuwse historiografie in Nederland’, in: De Negentiende Eeuw 13 (1989), 5-22.
•Woud, A. van der, Het lege land: de ruimtelijke orde van Nederland 1798-1848. Amsterdam 1987.
•Woud, A. van der, Een nieuwe wereld. Het ontstaan van het moderne Nederland. Amsterdam 2006.
•Wouters, J.V., Willem Tell, treurspel in vyf bedryven. Lier 1838.
•Wulms, G.J., ‘J.H. Bormans over de literatuur van zijn tijd’, in: Hulde-album dr. F. van Vinckenroye. Hasselt 1985, 321-329.

Z

•Zanten, J. van, ‘“Spreken met één stem”. Kritiek en sociabiliteit in de redactie van de Nederlandsche Stemmen over Godsdienst, Staat-, Geschied- en Letterkunde (1834-1838)’, in: De Negentiende Eeuw 23 (1999), 143-160.
•Zetternam, E., Bernhart, de laet, roman uit de Middeleeuwen. Gent-Amsterdam 1847 (a).
•Zetternam, E., Voor twee centen minder. Antwerpen 1847 (b).
•[Zetternam, E.], ‘Vlaemsch tooneel’, in: Het Taelverbond 3 (1847-1848), 347-351.
•Zetternam, E., Mynheer Luchtervelde. Waerheden uit onzen tyd. Antwerpen 1848.
•[Zetternam, E.] Yzendyck, L., ‘Vlaemsche tooneelkronyk’, in: Het Taelverbond 4 (1848-1849), 349-359.
•Zetternam, E., ‘Pryskampbeoordeling’, in: Het Taelverbond 6 (1850-1851), 565-576.
•Zetternam, E., Volledige werken. Antwerpen 1876, 4 dln.
•Zijderveld, A., De romancepoëzie in Noord-Nederland van 1780 tot 1830. Amsterdam 1915.
•Zonneveld, P.A.W. van, ‘De receptie van immorele literatuur in de 19de eeuw’, in: R.T. Segers, Receptie-esthetika. Grondslagen, theorie en toepassing. Amsterdam 1978, 109-124.
•Zonneveld, P. van, ‘Nederlandse literaire almanakken 1830-1840’, in: Forum der Letteren 1979, 162-176.
•Zonneveld, P. van, ‘De Belgische Opstand en de Nederlandse literatuur’, in: De Negentiende Eeuw 5 (1981), 200-212.
•Zonneveld, P. van, Het dagboek van de student Nicolaas Beets 1833-1836. 's-Gravenhage 1983 (a).
•Zonneveld, P. van, ‘Verlichting, Biedermeier en romantiek’, in: De Gids 148 (1983) (b), 738-749.
•Zonneveld, P. van, ‘Het leesgezelschap Miscens Utile Dulci te Leiden in de periode 1830-1840’, in: W. van den Berg en P. van Zonneveld (red.) 1986, 92-103.
•Zonneveld, P. van, Panorama van de 19e eeuw. De tijd van romantiek en Biedermeier. Amsterdam 1987.
•Zonneveld, P. van, De romantische club. Leidse student-auteurs 1830-1840. Leiden 1993.
•Zonneveld, P. van, Willem Bilderdijk. Leven, ach! Wat zijt gij toch? Amsterdam 2006.
•Zwaag, W. van der, Willem Bilderdijk. Vader van het Réveil. Houten 1981.

Vorige Volgende