Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2
(1976)–Willem Bentinck– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 465]
| |
Oktober 1750Ga naar voetnoot1)De ijver, dien ik altijd voor de goede zaek hebbe gehad en die door de patriottische tael van U.Ex. tot twee reizen toe nieuwe krachten ontfangen heeft, kan geen andere uitwerking hebben, dan alle mijne efforten aen te wenden om U.Ex. die stukken te fourneeren, die U.Ex. van mij in geschrift gerequireerd heeft. Gelijk ik dan nu de eere hebbe U.Ex. dezelven met deezen te communiceeren. U.Ex. gelieve mij die gunst te bewijzen om het retardement van die uitvoeringe mijner promessen niet aan eenige non-chalanse maer enkel aen de difficulteit om mij naer alles exact en authenticq te informeeren, zonder eenig mistrouwen toe te schrijven. Dewijl ik de voorzichtigheid als het voornaemste werktuig in deeze naerspooringe van zaeken considereerde. Waerdoor gecauseerd wierd, dat alles in deezen opzichte geheim en langzaem moest getracteerd worden, te meer, dewijl men hier overal met looden schoenen naergegaen word. Mijn grootste wensch is, dat deezen tot de uitvoeringe van het groote voorneemen U.Ex. zullen kunnen dienen, dat alleen het welzijn van land en steeden en de glory Z.D.H. op het oog heeft. Ook kan U.Ex. verzeekerd zijn, dat ik reeds beezig ben in andere zaeken van die natuur op te delven, die ik in het vervolg de vrijheid zal neemen U.Ex. meede te laeten toekomen en dat ik, nae mijne grootste veneratie voor U.Ex. betuigd, mijn persoon aan U.Ex. ter exsecutie van de ordres U.Ex. aengebooden, en mij op de neederigste wijze in de gunst en protectie van U.Ex. gerecommandeerd te hebben, altoos, met alle getrouheid, zal toonen te zijn, Hoog Edel Geboren Heer! U.Ex. ootmoedige, getrouwe en vaerdige dienaer Pro Patria et Principe.
P.S. U.Ex. zoude mij ten uitersten verplichten als ik het geluk mogt erlangen, dat U.Ex. mij door een missive geliefde te informeeren, dat U.Ex. deezen met zijne bijlaegen wel ontfangen hadde. | |
[pagina 466]
| |
Het adres kan U.Ex. vinden in het request van mijnen vaeder. Zijnde de schrijver deezes degeene, die de eere gehad heeft den heer A.v.L.Ga naar voetnoot2) met zijn request laatst aen U.Ex. te presenteeren en die zich onder het boovenstaende devies, waeronder hij gewoon is aen den advocaat Onder de Linden te schrijven, uit enkele precautie voor onderscheppinge van deezen, verbergt; terwijl hij U.Ex. door deeze omschrijvinge bekend is. |
|