Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2

410
R. Wolters aan Willem Bentinck

[B.M., Eg. 1745]

Rotterdam, 15 augustus 1748

I was in hopes of being able to give you joy of the good success at Amsterdam¹⁾, but the burgers loiter so long, that I begin to tremble for fear the whole should come to nothing. We are however flattered that the example sett by Scholten's company²⁾ will be followed bij others.

I was with my friend De Groot this morning, who told me that a relation of his, one mister Bowiers schout or drossart att Boxtell³⁾, sett up to be a scheepen att Bois-le-duc and would be very glad if you would favour him with your interest in this affair. Mister Bowier I know myself to be a very good kind of man and he has been several times upon the nomination of scheepens at Bois-le-duc, but for want of friends there has failed.

1) De Oranjepartij had gehoopt van de ontevredenheid bij een groot gedeelte der Amsterdamse burgerij over de houding van haar magistraat inzake de posterijen gebruik te maken om de Amsterdamse regering tot toegeven op het punt van ambten en posterijen te dwingen. Een gedeelte der burgers wilde echter veel ingrijpender hervormingen. Zie onder andere De Voogd en Geyl, Revolutiedagen.

2) Het tekenen en inleveren der drie artikelen, die het programma der Oranjepartij bevatten, bij de hoofdofficieren der burgerwacht. Zie De Voogd, p. 114 vlg. en 121.

3) Jan Bowier, drossaard te Boxtel. Van Sasse van Ysselt II, p. 347 vlg.

[p. 135]

I purpose waiting upon you next monday⁴⁾ and mister De Groot will come to you the first leisure day that he can find, but as the thing of the scheepens presses, I take the liberty to write to you.

Loover is by our two friends⁵⁾ made collector of the duty upon tobacco and Danserweg has another little place⁶⁾, the others will allso be provided for.

I fear that Meerman⁷⁾, our second pensionary, goes to school att Schoonhoven⁸⁾ and Van der Hoeven⁹⁾ which will never do.

P.S. Boyer of Leiden will come to you to crave your favour in the recommendation or rather confirmation of the pension that was Saunier's¹⁰⁾. I hope, as he is a industrious lad, that you will be his friend...¹¹⁾.

4) 19 augustus. Bentinck was 14 augustus te 'sGravenhage aangekomen. Zie Krämer, Omwent., p. 438.

5) De Rotterdamse burgemeesters De Groot en Groeninx van Zoelen.

6) Zie Bentinck II, nr. 369.

7) Gerrit Meerman.

8) Pieter van Schoonhoven, lid van de Rotterdamse vroedschap, geremoveerd in oktober 1748. Ned. Jb. 1748, p. 983.

9) Elias van der Hoeven, lid van de vroedschap en oud-burgemeester van Rotterdam. Eveneens geremoveerd in oktober 1748.

10) Sedert 1714 was Caspard Saunier pikeur van de rijschool der Leidse universiteit. In 1737 werd Godefridus Boyer mede-pikeur zonder traktement. In de week van 10-17 augustus werd Saunier begraven. Wolters heeft blijkbaar onmiddellijk bij Bentinck, sedert 1745 curator van de universiteit, aangedrongen op diens medewerking om het traktement van Saunier van fl. 1.000,- te doen overgaan op Boyer. Boyer werd op 23 augustus 1752 nog pikeur genoemd. Zie Molhuysen V, p. 175, 351.

11) Onleesbaar.