Briefwisseling en aantekeningen. Deel 1

CCLXXV.
Lambert Welmers aan W. Bentinck²⁾.

[B.M., Eg. 1745.]

2) Over de schrijver vgl. hiervóór blz. 352.

Zutphen, 3 Febr. 1748.

Hoogh Graaffelijcke Excellentie,

Nae U Ex^tie. voor alle die bij mijn van U Ex^tie. genotene³⁾ eere en particuliere gunst bedanckt en mijn geringh persoon in de protectie en gedaghten van U Ex^tie. gerecommendeert te hebben, soo neme de vrijheijt U Ex^tie. te communiceren, als dat ick hier zijnde, vernomen hebbe dat eenige Burgemeesteren van Zutphen voornemens souden wezen bij sijn Doorlughtige Hoogheyt te solliciteren om voor haer leven in de Regeringe gecontinueert te worden. Dogh verhope dat U Ex^tie. daer omtrent sal gelieven te considereren, dat sulx tegen de fundamenteele wetten onser stadt is strijdende, behalven dat in soodaenen geval die Heeren, immers seer veele van dien, souden durven soutineren, dat sij van sijn Doorl. Hoogh. ten eenen maele independent waeren en bij gevolge van den vrijen wille dyckwijls soeken te profiteren. Daer ter contrarie van soodaenen onbehoorlijcken versoeck te accorderen, U Ex^tie. sijn Doorl. Hoogh. in consideratie soude kunnen geven, dat de Regeringe van Zutphen bestaet uyt 12 Burgemeesters⁴⁾, daer der nu

3) Gedurende zijn verblijf in Den Haag, vgl. hiervóór, t.a.p.

4) Eigenlijk was de titel schepen, maar die van burgemeester, welke alleen aan de twee oudsten toekwam, werd ‘in 't gemeen’ aan allen gegeven, vgl. Tegenwoordige Staat van Gelderland, blz. 366.

[p. 367]

13 zijn, ende dat oock aldaer om de Regeringe in geen eene familie te brengen geen Oom en Neeff, nogh oock geen twe Swagers te gelijck Burgemeesters van Zutphen konnen zijn, soo als U Ex^tie. uyt het bewuste document¹⁾ sub A sal konnen sien, daer nu evenswel ter contrarie de Heeren Bartholt van Hasselt en Jan Coenraet van Hasselt Oom en Neve, de Heeren Joost Jan opten Noorth en Erenst Loben Sels, soo oock Arnolt Wentholt en Philip van Munster Swagers zijn.

Dat daer tegens wel kan ingebraght worden, dat sulx met consent van de Burgerie geschiet is, dogh als daer omtrent in aenmerkinge genomen wordt dat de Burgerie door de magistraet soodaenigh is gesubjugeert geweest, dat de selve absoluyt verplight waeren alles dat namens de magistraat geproponeert wierde te approberen, en bij gevolgh geen vrije resolutie kan genoemt worden.

Ick sal mede de eere hebben U Ex^tie. met de naeste bode het contract, onder jaare 1705 tussen de Burgerie en de Magistraet van Zutphen opgeright, te besorgen.

Waer mede dan - - nae versekeringe dat hier ingevolge U Ex^ties. ordres alles heel stil is - - met de uytterste hooghaghtinge de eere hebbe.

1) Niet aanwezig.