Davids psalmen
(1733)–Jan van Belle– Auteursrechtvrij
[pagina 441]
| |
Zang: Psalm 25.'k Was van ligchaam en vertooning By myn' broed'ren
klein, gering; 'k Was de jongste in Vaders wooning, Die
zyn' schaapjes weiden ging In het klaverryke veld; 'k Maak-
te een Speeltuig, en, voor zingers, Heb ik oak te zaam
gesteld Eenen Psalm met myne vingers.
| |
Het eigen Geschrift, gezegd van David; voor Instrumenten. |
|