Het non plus ultra der gierigheid.
(een Anecdote.)
Een oude juffrouw, die, geduurende haar geheele leven, genoegzaam niets gedaan hadt, dan geld verzamelt, en van dat geld geen ander genoegen genoten hadt, dan de gedagte: Ik heb geld! - deze juffrouw was zeer ziek; - alle de teekenen van een' naderenden dood vertoonden zich zeer duidelijk. - Hare vrienden, die zich, rondom haar sterfbed, verzamelt hadden, deden poogingen, om de weinige oogenblikken', die nog overig scheenen te zijn, aantewenden, tot veetroosting en welzijn heurer ziele: doch dit scheen der stervende te vermoeïen. - Zij geeft een' wenk, en beveelt, met eene stervende stemme, dat men uit een kasje, waartoe zij den sleutel, met veel moeite, van onder haar hoofd kreeg, een zak met drieguldens halen zou; - deze moesten op een tafeltje, dat tegen hare bedstede stondt, geduurig overgeteld wordea. - De klank van dit geld verspreidde eene helsche tevredenheid over het gelaat der stervende. - Eindelijk rigt zij zig op - strekt, met een stuipagtige beweging, haar arm uit - grijpt een' der drieguldens - steeckt dien tusschen haar klemmende tanden - en - sterft!