Gezangen mijner jeugd
(1968)–Jacobus Bellamy– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 35]
| |
26. Kuschje (44) Ga naar voetnoot26.‘Gij zijt toch immer lastig!
Gij wilt gestadig kusschen! -
Ga naar voetnoot2
Wat doet toch al dat kusschen?
Wat wil dat toch beteeknen?’
5[regelnummer]
Zoo sprak mijn schoone Fillis,
En keek met donkere oogen,
En wende 't hoofd ter zijde.
Ik greep haar lieve handjes,
En zei: mijn dierbaar meisje!
10[regelnummer]
Mag ik u dan niet kusschen!...
Zij schudde 't hoofd en boog zich,
En drukte met haar lipjes
Mij zagtjes op de wangen.
Zij sloot mij in heur armen,
15[regelnummer]
En zei: ‘wat is een kuschje? -
‘Wat wil het toch beteeknen?’
Mijn allerliefste meisje,
Het is de taal der liefde.
Zoo dikwerf onze lippen
20[regelnummer]
Zich kusschende verëenen,
Dan denk ik: Liefste Fillis,
Gelijk ik met mijn lippen
Thans aan uw mondje kleeve,
Zoo, Liefste, is ook mijn leven
25[regelnummer]
Verbonden aan het uwe.
| |
[pagina 36]
| |
Zo vaak ik u dan kussche,
Gevoel ik, meer dan immer,
De banden onzer liefde.
Dit alles, schoone Fillis,
30[regelnummer]
Dit alles zegt een kuschje!
|
|