Het dagboek van de student Nicolaas Beets, 1833-1836
(1983)–Nicolaas Beets– Auteursrechtelijk beschermdRotterdam, dinsdag 26 april 1836Rotterdam 26 April. Van der Hoop bezocht.Ga naar voetnoot1023 Hij schrijft een Pinksterzang,Ga naar voetnoot1024 waarvan hij mij goede brokken meêdeelt. Diner bij Mr. Bogaers (den Vader.)Ga naar voetnoot1025 's Avonds de Vergadering der Holl. Maats.,Ga naar voetnoot1026 die hier niet rijk is in leden. In de Bestuurskamer vond ik behalve de dischgenooten van gisteren nog de Heer Mr. Reesema,Ga naar voetnoot1027 en de Waalsche predikanten Delprat Ga naar voetnoot1028 en Huet .Ga naar voetnoot1029 | |
[pagina 246]
| |
Ik trad met mijn Parisina, wier misstap ik voor de eer van de familie, nu maar gaarne niet verder voor 't publiek gebracht had, òp voor een gehoor van 70 a 80 personen, aanzienlijk zoo men zeide, voor Rotterdam, en uitgelezen. De helft dames. De heer Delprat (voorzitter) bracht mij naar Rotterdamsche gewoonte, voor de volle vergadering dank. Hierna volgde iets dat luimig moest heeten. Robidé van der Aa las zijne afgrijselijk leelijke Johanna Ga naar voetnoot1030 voor, waarin hij op het midden bleef steken, de katheder afklom, en gepersuadeerd om voort te gaan hem weder besteeg en vervolgde, aldus de gekste figuur makende die ik ooit een spreker in 't publiek maken zag. Maar Tollens besloot de bijeenkomst met een Gedicht in zijn stijl en kracht; De Noord Amerikaansche Jager ,Ga naar voetnoot1031 zoo uitmuntend en zoo energiek voorgedragen dat ik geheel geélectriseerd van bewondering was. Nog hoor ik de slotregels: Maar hoe bespot en uitgefloten,
Ik had hem graag aan 't hart gesloten.Ga naar voetnoot1032
Zijn geheele ziel was er in. |
|