Het dagboek van de student Nicolaas Beets, 1833-1836
(1983)–Nicolaas Beets– Auteursrechtelijk beschermdLeiden, dinsdag 24 november 1835Leiden 24 Nov. Veertien dagen nog al ziek geweest. Catharale en nerveuse ongesteldheid; hoofdpijnen; koortsen. Onder behandeling van Dr. v. Kaathoven,Ga naar voetnoot821 die er mij met emollientia,Ga naar voetnoot822 resolventia,Ga naar voetnoot823 voetbaden en strenge dieet doorhielp. Hij verklaart mij dat ik op het punt gestaan heb zwaar ziek te worden, en vertelt, naar ik verneem, aan belangstellenden dat hij mijn zenuwgestel zeer onderdrukt en lijdende gevonden heeft, en brengt het in verband met eene door hem vermoede gemoedsstemming, melancholie, diepdenken, aantrekkelijkheid en poetische overspanning. Dit heeft mijn reputatie bijzonder veel goed gedaan, zonder zeer waar te wezen. Maar och lieve Hemel! Wat gaat er nu weer voor praat! Men wil weten dat ik in den persoon van Kuser mijzelven geschetst heb, dat Aleide niemand anders is dan de schoone C.Ga naar voetnoot824 wiens engagement met V.Ga naar voetnoot825 mij wanhopig maakt. Allerliefst, Maar Kuser was vóor dat engagement geschreven, en lang voor dien tijd gedacht. Veel vriendschap heb ik gedurende die ongesteldheid genoten. Veel eers mij weder- | |
[pagina 205]
| |
varen: van Tollens ,Ga naar voetnoot826 van Bogaers Ga naar voetnoot827 ‘vleiende’ brieven, over Kuser ; maar van Van Lennep een gedicht waarin hij mij al te hoog tilt, en eindigt met de verklaring dat hij zich ‘gelukkig zal achten, indien de nazaat om mij hem vergeet!’....Ga naar voetnoot828 Wat heb ik gedurende mijn ongesteldheid nog uitgevoerd? Weinig. Uit Bilderdijk historische Aanteekeningen voor een toekomstig Verhaal gemaakt.Ga naar voetnoot829 Sheridan's School for scandalGa naar voetnoot830 gelezen, waarvan mij alles bevalt behalve de intrigue. Proeven van den Almanak gezuiverd. Aan de Prinses van Oranje geschreven ten geleide van een presentexemplaar van Kuser. ‘Vorstin! En jong dichter geeft zich de eer Uwen Hoogheid een voortbrengsel van zijn aansprakeloos talent aan te bieden in het poëtisch Verhaal eener gebeurtenis, waarvan het tooneel onder Hare oogen is. Hij hoopt niet te vermetel in zijne wenschen te zijn, wanneer de gedachte hem streelt, dat Uwe Hoogheid niet geheel zal verloren achten de oogenblikken, die Zij zich verwaardigen zal aan de inzage van zijn werk te wijden. Met verschuldigden eerbied’ enz.Ga naar voetnoot831 |
|