Het dagboek van de student Nicolaas Beets, 1833-1836
(1983)–Nicolaas Beets– Auteursrechtelijk beschermdNijmegen, zondag 9 augustus 1835Nijmegen 9 Aug. Zondag. 's Morgens 7 uren, met Scholl per fourgonGa naar voetnoot720 naar Cleve. Afgestapt in de Thiergarten. Naar de stad gewandeld. De Luthersche kerk ingestapt. IJselijk hooren schreeuwen. Roomsche kerk. He krijg mijn deel van de wijkwast. Eéne goede schilderij. Een opgeschikt geverfd Mariabeeldje, met weinig zielverheffende glimlach. Geen toonbare straten of huizen in heel de stad. Gewandeld naar 't graf van den Brazielschen Prins Maurits,Ga naar voetnoot721 aan wie Cleef zijn qualiscunqueGa naar voetnoot722 bestrating dankt en de beplanting van den rijweg met boomen. Bij Meiwald 't verrassend uitzicht op de Rhijngouw genoten. Vóor u Emmerik. Links Cleef. Rechts heuvelen. Aan uw voeten bouwland als een dambord of liever als een stalenkaart. Overmaat van wilgen. Terug naar de Thiergarten. Professor Siegenbeek en familie... Aan de table d'hôte, onder 96 personen, niets zoo boeiend voor mij als een lief blond kind van een jaar | |
[pagina 181]
| |
of 13, 14. Toute innocence et pureté. Ik had het willen kussen, met die blauwe oogen en lief rozeblosje. De wordende schoonheid heeft voor mij hare bijzondere aantrekkelijkheid. Zie mijn ‘U mint mijn oog, zacht vijftienjarig kind!’Ga naar voetnoot723 enz.
's Avonds een bal, nog al mesquin;Ga naar voetnoot724 gewordene schoonen zag ik er niet onder het vrouwelijk personeel. Heden mijn eerste schreden over de grenzen van mijn Vaderland. |
|