Voorwoord
Bij de voltooiing van deze uitgave wil ik graag mijn dank betuigen aan dr. Harry
G.M. Prick, wiens niet aflatende betrokkenheid, aanmoediging, steun en advies
van grote betekenis zijn geweest. Ook dank ik drs. Kees Thomassen, die de moeite
heeft willen nemen mijn transcriptie met het origineel te vergelijken, waardoor
ik voor menige misstap werd behoed. Prof. dr. F.L.
Bastet en drs. R. Breugelmans ben ik zeer
erkentelijk voor hun hulp bij het Grieks en Latijn; de laatste dank ik tevens
voor zijn waardevolle adviezen inzake de annotatie. Dr. L.L. van Maris bood zijn
gewaardeerde hulp bij het soms wat merkwaardige Frans dat Beets gebruikt. Drs.
Henk Eijssens, drs. Marita
Mathijsen en drs. Dick Welsink dank ik
voor de kritische wijze, waarop zij zich over de aantekeningen hebben gebogen.
Voorts dank ik in het bijzonder Jacqueline Bel, dr. Christiane
Berkvens-Stevelinck, Boudewijn Büch, Charlotte de Cloet, drs. Conny Felius, drs. M. van
Hattum, drs. Jan Jaap Heij, mevr. A.C. Hofman-Allema, drs.
A. de Jonge, drs. G. Kamphuis, dr. P.J. Koets, drs. E.J. Krol, drs. Marja Lust-Bout,
drs. Alexis Raat en drs. Maria Wensveen.
Tenslotte dank ik graag de medewerkers van de Universiteitsbiliotheek te Leiden
(in het bijzonder de afdeling Westerse Handschriften), de
Universiteitsbibliotheek van Amsterdam, het Nederland Letterkundig Museum en
Documentatiecentrum, de Koninklijke Bibliotheek, het Rijksarchief, het Centraal
Bureau voor Genealogie, het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie, het
Nederlands Theater Instituut te Amsterdam, het Academisch Historisch Museum te
Leiden, het archief van het Leids Studenten Corps en de gemeente-archieven van
Leiden, Haarlem, Amsterdam, Den Haag, Nijmegen, Rotterdam en Delft.
Mogen er nog enige problemen onopgelost zijn gebleven, aan de hulp van de hier
genoemde personen en instellingen heeft het niet gelegen. Het spreekt vanzelf
dat de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor deze uitgave geheel bij mij
berust.
P.v.Z.