Aan den lezer.
Onder den, zoo ik hoop, bescheiden titel van Korenbloemen, reik ik mits dezen mijnen Landgenooten een nieuwen bundel gedichten toe, waarvan sommige vroeger bekend geworden, maar de meeste nooit gedrukt zijn, en die het bewijs moeten opleveren dat ik de poëzy niet geheel verwaarloos, al is het dat my tijd en gelegenheid ontbreekt om haar opzettelijk te kweeken.
Een onzer uitnemendste, en door my van der jeugd af meest geliefde dichters is my voorgegaan in eene naamgeving, waarop ik ook reeds by den herdruk van mijnen eersten dichtbundel