Gedichten. Nog eens winterloof en Dennenaalden(1904)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 194] [p. 194] Verjaardag. Rozen voor mijn voet gespreid, Rozen zonder doren, Niet dan liefde en vriendlijkheid Voor mijn oog en ooren, Oog, dat nu weer helder ziet, Helder als te voren, Ooren, die zoo scherp wel niet, Maar al 't goede hooren. Dank, mijn welbeminden! dank; Dank, mijn God hierboven! Kon ik maar met woord en zang U naar zielslust loven! Maar wat is een zondig mensch, Wat een eindig wezen, Bij een Goedheid zonder grens, Eeuwig onvolprezen? Ach, die Goedheid overtreft Danken, denken, pogen! 't Hart, dat zich tot haar verheft, Trilt van onvermogen; 't Lofdicht, machtloos tot haar eer, Kruipt in plaats van stijgen.... Vul mijn staamlen aan, o Heer! En versta mijn zwijgen. 1897. Vorige Volgende