Gedichten. Nog eens winterloof en Dennenaalden(1904)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 164] [p. 164] Bevinding. God! Wien uw heilgen mij verkondden, 'k Heb eenmaal voor mijn heil ontwaakt - Al uw beloften waar bevonden, Al uw vertroostingen gesmaakt. Die Vrede drong mijn boezem binnen, Die 't rijkst verstand in waarde tart, Die wacht houdt over ziel en zinnen, En nimmer wijkt van 't biddend hart. Ik mocht de kracht dier Liefde ervaren, Die vrees en zorgen buiten sluit, Ook waar de neevlen zich vergaren En van nabij de doodsklok luidt. Mijn God! ik voel u aan mijn zijde, Gij drukt mijn hand, gij spreekt me in 't oor; Uw Oog is op mij t' allen tijde, Uw Raad dringt in mijn binnenst door Laat al wat in mij is u loven, U, God van ver niet, maar nabij! Uw goedheid gaat het al te boven, En wat zij is, is zij voor mij. Vorige Volgende