Gedichten. Nog eens winterloof en Dennenaalden
(1904)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekendHet stokje van mijn zoon.Kom uit uw hoekje voor den dag,
Waarin ik nooit uw rust verstoorde,
Lief stokje, dat mijn zoon behoorde,
Dat nu zijn vader steunen mag.
'k Heb veertig jaar u daar zien staan,
En vaak met vochtig oog bekeken;
Hem hebt gij nauwlijks zooveel weken
Op wandelingen dienst gedaan.
Hoe mij die láatste wandling heugt,
Die hem maar al te zeer vermoeide,
Daar in zijn aadren 't kwaad reeds broeide,
Te machtig voor zijn trissche jeugd!Ga naar voetnoot1)
| |
[pagina 163]
| |
Thans gaat het ook met mij naar 't graf;
De weg is spoedig afgetreden;
Kom hier, en steun mijn jongste schreden!
Zijn vroege zij mijn laatste staf.
1895, Oct.
|
|