Gedichten. Nog eens winterloof en Dennenaalden(1904)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 110] [p. 110] April. Welkom, welkom, welkom aan de twijgen, Vroege knoppen van het eerste groen! Moge op haar een zachte regen zijgen. 't Vocht der aard in u zoo mildlijk stijgen, Dat ge u van uw windslen gaat ontdoen! 't Zuiderwindje kome u feestlijk groeten, Met de vochte kusjes van zijn mond, Waar de blaadren zoo van groeien moeten, Dat zij schaduw spreiden voor mijn voeten, En een geur van leven in het rond! Weldra zoeken vogels donkre plekjes, Waar een veilig nestje dient gesticht; Viert men bruiloft onder loofverdekjes; Oopnen kleine jongskes groote bekjes, En de moederliefde doet haar plicht. Vorige Volgende