De Ruiters graf door den keizer van Duitschland geëerd.
3 Juli 1891.
Draai in de lijnbaan 't wiel;
Den Plicht uw hartebloed:
Laat eeuw na eeuw vergaan;
Nog treedt een Keizer aan:
En legt zijn krans van eer
Offer welgemoed enz. Den Zeestrijd, waarin De Ruiter den 29sten April 1676 sneuvelen moest, had hij der Admiraliteit, op grond van het te klein getal schepen, afgeraden, doch hij gehoorzaamde, schoon zeker van zijn lot.
De woorden te dier gelegenheid door hem gesproken, behoeven geenen Nederlander te worden herinnerd: ‘Al wierd mij bevolen 's Lands vlag op een enkel schip te voeren, ik zou daarmee t' zee gaan, en daar de Heeren Staten hunne vlag betrouwen, zal ik mijn leven wagen’. Gerard Brandt, die ze hoekte, dacht er aan, toen hij in een zijner Grafschriften op den ‘nooitvolprezen Held’, van hem getuigde dat hij ‘met zichzelf te mild’ was geweest. Zie zijn Leven en Bedrijf van den heer Michel De Ruiter bl. 912 en 1063.