Gedichten. Nog eens winterloof en Dennenaalden(1904)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Gij dichters die geen zangers zijt. Gij dichters die geen Zangers zijt, Spaart uw geleerde kelen! Aan 't lied, dat van geen leven trilt, Zijn kunst en kracht vergeefs verspild; Het streele 't oor, zooveel gij wilt, Het kan geen harten streelen. Wat niet dan mooi is, laat ons koud; 't Behaag, maar kan niet treffen; 't Moest frisch zijn, en uit de echte bron, 't Moest tintlen van het licht der zon, Wat ooit een ziel verkwikken kon En aan zichzelf ontheffen. Zoo de echte Zang-uit-hartedrang Gehoond wordt en gelasterd, Aan u de schuld, op u de doem, Die glans voor gloed geeft, blad voor bloem, En, jagend naar een valschen roem, Kunstvaardig poëtastert. Vorige Volgende