Gedichten. Nog eens winterloof en Dennenaalden
(1904)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend
[pagina 31]
| |
Treurt, treurt, gij die zoo langen tijd
Zijn breede schaduw hebt genoten,
U in de kracht en pracht verblijd
Van dezen grootsten onder grooten!
Maar weest niet bitter tegen 't lot,
Beticht geen bijl, die geen verstand heeft!
Die hier den bijl bestelde is God;
Mag hij niet vellen, die geplant heeft?
En die hier velde, plant weer bij.
En mooglijk, eer gij 't durft vermoeden,
Zal, in de wreed geschonden rij,
Een jonge d' ouden boom vergoeden.
|
|