Gedichten. Deel 2(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Korenbloem. Gods liefde, die wij dankbaar roemen Bij 't nuttig koren, dat ons voedt, Gods liefde schenkt ons ook de bloemen; Bij haar is weelde en overvloed. Zoo ons de naerlijkheid des Heeren In 't goud des akkers tegengloeit: Hij wil dat we ook de bloem waardeeren, Die kleurig aan zijn zoomen bloeit. De knopjes gluren uit de bladeren En zien ons met een glimlach aan, En zoo wij ons een tuiltje gaderen, Daaraan is niet-met-al misdaan. Slechts hij bedroeft den Allerhoogsten, Die, daar hij 't minst vóór 't meeste kiest. Den tijd van zaaien en van oogsten Bij lieve bloemetjes verliest. Bewaar ons, God! voor ijdelheden, En hecht ons hart aan onzen schat, Maar ook voor bloemen te vertreden, Die gij doet bloeien op ons pad. Vorige Volgende