Gedichten. Deel 3(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Bij het graf van Bernard Gewin. Rust zacht! Gij zijt ter rust gelegd, Waar niets kan deren, Beminlijk vriend! Getrouwe knecht Des trouwsten Heeren! Gij neemt een vriendschap mede in 't graf, Van veertig jaren, En wacht haar nieuwen morgen af, Bij de englenscharen. Wij wandlen hier, door lief en leed, Nog op en neder, En gaan tot de ure, die God weet, Door wind en weder. Voor u was 't weder dikwijls ruw, - Het deel der vromen! - Maar nooit is tusschen mij en u Een wolk gekomen. Daarboven zal geen wissling zijn Van licht en duister, Maar een, een zelfde zonneschijn, In vollen luister. Wij hebben van dat heerlijk licht, In 't uur van scheiden, Reeds op uw stervend aangezicht, Een straal zien spreiden. [pagina 406] [p. 406] Dat heeft ons hoofd omhoog gewend, Ons hart genezen - Rust zacht, mijn Vriend, en moge ons end' Als 't uwe wezen. Vorige Volgende