Gedichten. Deel 3(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 364] [p. 364] Hart en geest. Een enkle vonk valt in de ziel; Een snaar van 't hart begint te trillen; De vlam gaat op, de zang ontwaakt; De band der tong wordt losgemaakt; En 't lied stroomt, dat wij hooren willen. Maar waar die vonk ontbreekt, die snaar Niet trilt, vergeefs verhit zich daar De geest eens dichters rol te spelen; Zijn keurigst werk voldoet ons niet, En zijn volmaakt, maar ijskoud lied Zal ons volmaakt vervelen. Vorige Volgende