Gedichten. Deel 3(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Wat wil men toch? O Fortunati nimium sua si bona norint! Wat wil men toch in Nederland? Het zwaard bleef in de scheede; De welvaart deelt, naar elken kant, Haar gaven rijklijk mede, - De tong is vrij, 't geweten vrij, De vrije pers dient u en mij, Bij orde, rust, en vrede. Wat wil men toch in Nederland, Met praats en staatsgeschillen? De vorst, die hier de rijkskroon spant, Wil juist hetgeen wij willen: Geen zwaren last, geen knellend juk, Maar vrijheid, welvaart, volksgeluk, En geen - vergulde pillen [pagina 249] [p. 249] Wat wil men toch in Nederland? Wat geeft men voor te duchten? Wat kwaad humeur, wat onverstand Wil ons volstrekt doen zuchten? Daar is slechts iets, dat elk verveelt: Bedilzucht, die met buskruit speelt, Om haar verstand te luchten. Dec. 1867. Vorige Volgende