Gedichten. Deel 3(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Hollandsch huishouden. de huisvader spreekt: De Keizer is in Frankrijk baas, In Nederland de Koning, Ik in mijn eigen woning; Dat 's ieder op zijn plaats. De grondwet van mijn rijksgebied Is God en de Ouders te eeren; Is Vrede en Rust, mijnheeren! Is dit en anders niet. Van vrijheid is hier spraak noch schrift, Maar wèl wordt zij genoten, Door kleinen en door grooten, In groote en kleine gift. Elk brengt tot aller vreugd wat bij; Dat is zoo alle dagen De schatting, die wij vragen En brengen, vrij en blij. [pagina 200] [p. 200] De bronnen onzer welvaart zijn Vlijt, en des Heeren zegen Op onbesproken wegen; Geen goud of zilvermijn. Van al wat goed is blijven wij Een duurzame' invoer wenschen, Maar weren van de grenzen Begeerte en Hoovaardij. Vorige Volgende