Gedichten. Deel 3(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Morgenstond. Wat is er niet te hooren, Wat is er niet te zien, Bij 't eerste morgengloren, Als nacht en nevel vliên: Van glansen, kleuren, stralen, Die langs den hemel dwalen; Van rozenroode wolken, Die 't oost en west bevolken; Van heldre pareldroppen Op blaadren, bloemen, knoppen; Van blijde vogelzangen, Luidruchtig aangevangen, Uit volle borst geslaakt.... Maar tot Arbeid is de mensch ontwaakt. [pagina 68] [p. 68] Wat is er niet te ontwaren In 's harten diepsten grond, Bij 't opgaan onzer jaren, In 's levens morgenstond! Te voelen, te beseffen, Te gissen en te treffen, Te zoeken, te verlangen, Te ontdekken, op te vangen, Te kennen en te smaken, Tot eigendom te maken, Te droomen en te dichten, Te slechten en te stichten, Te ontginnen, nooit genoeg... Één ding is noodig, en dat Ééne vroeg. Vorige Volgende