Gedichten. Deel 3(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Stijg, maar nijg. Laat niets uw ader stremmen, Beek, zoo vol en klaar! Niets uw vleuglen klemmen, Moedige Adelaar! Niets uw liedren smoren, Zanger van het woud! Niets uw werking storen, Geest, zoo vrij en stout! Oefen al uw krachten, Neem uw steilste vlucht, Waag uw zwanenschachten Aan de hoogste lucht, Spot met band en perken, Die u 't schepsel stelt.... Maar neig uw oogen, plooi uw vlerken, Waar zich de Heer der schepping meldt! Vorige Volgende