Gedichten. Deel 3(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Het juiste midden. Ja, 't Juiste Midden! Maar waar tusschen? Tusschen dwaling En dwaling. 't Mag zoo zijn; maar geldt dit voor bepaling Van 't juiste middelpunt der Waarheid? Die dit zeit, Geeft haar een lucht-bestaan van loutre onzekerheid, Van 't aantal, van de maat der dwalingen afhanklijk, En niet bestaande, niet erkenbaar dan door haar. De Wijze vrage dan niet langer: Wat is waar? Alleen het onderzoek: Hoe dwaalt men? is belangrijk. Maar waar den waarborg nu te vinden, die 't bescheid Voor nieuwe dwaling hoedt bij de oude onzekerheid? Neen, wandlaar! zie niet om naar die den weg slechts raden, Maar vraag dien eeniglijk aan die hem weet en wijst; Betreed hem, leidt hij ook langs onbezochte paden, Met onverschilligheid voor die u laakt of prijst. Vorige Volgende