Gedichten. Deel 1
(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend
[pagina 131]
| |
Uw lokstem zal haar op doen komen,
En brandt mij nog een traan in 't oog,
Gij zult dien zalvend uit doen stroomen.
Doch klinke uw toon eerst bang en zwaar;
Bespaar uw honigzoete noten;
Want ik moet weenen, harpenaar!
De smart is in mijn hart besloten;
Ik heb haar lang en trouw gevoed,
In nachten, door geen slaap bevangen;
Het uur is daar dat 't barsten moet,
Of zacht zich oopnen voor uw zangen,
|
|