Gedichten. Deel 1(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Lied van Annot Lyle. (Legend of Montrose). Waart gij laag als ik in stand, O! hoe zou mij 't denkbeeld streelen, Lief en leed met u te deelen, 'k Volgde u over zee en land! Waar u wind en golfslag bracht, Was ik met u dag en nacht. Maar het noodlot, dat ons scheidt, Voert ons op verscheiden wegen: Dierbre! zij het enkel zegen, Wat u op uw weg verbeidt! Mij, mij arme, rest slechts dit, Dat ik weene en voor u bid. Wat dit hart te lijden heeft, Als de hoop het zal ontvluchten, Brengen klacht of droeve zuchten Nimmer uit, zoo lang gij leeft; 't Zal een diep verborgen pijn, Een verzwegen droefheid zijn. 'k Wil niet kwijnende en in rouw, Door des levens onspoedsholen, Droef en halfbezweken dolen, [pagina 55] [p. 55] Neen, de moed betaamt der vrouw! 't Minste blijkje van mijn smart Griefde licht uw dierbaar hart. Vorige Volgende