Gedichten. Deel 4
(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekendVII.aant.O Hevige ommezwaai der tijden!
Hoe zwart, hoe geducht
Vertoont zich de lucht!
Wolken kruien in 't Oost en in 't Zuid!
Onweer dreigt van alle zijden!
Daar barst het uit!
Hoe vreeslijk die donder, hoe doodlijk die schicht
Van 't bliksemlicht!
Verwoesting, vernieling, verwildring door schrik,
Van oogenblik tot oogenblik,
Geen daad bij de vromen, geen raad bij de vroeden,
Aan helpen noch hoeden
Noch redden gedacht....
Hoe loodzwaar drukt gij, ‘Fransche Nacht!’
|
|