Gedichten. Deel 4
(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend
[pagina 264]
| |
Wat mag van dit gefronst gelaat,
Dit strak en onbeweeglijk wezen
Toch de oorzaak zijn? Verborgen haat?
Verkropte spijt? Kleinmoedig vreezen?
Of 't wroegen van een booze daad?
Of doen we u mooglijk te veel eer
Naar sleutels van 't probleem te vragen;
En is 't een masker, en niets meer,
Door de onbeduidendheid gedragen,
Die voor deze eene keuze staat:
Die grijns - of een onwijs gelaat?
|
|