Gedichten. Deel 4(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Ingehouden tranen. Ik neem uw ingehouden tranen Aan trilling uwer lippen waar. Och, laat ze zich hun uitweg banen, Uw oogen vullen, mild en klaar! 't Verlicht, wat op de wang verschijnt; Maar wat in 't hart blijft, prangt en schrijnt. Blijf op die ‘leege plaats’ niet staren, En ondervraag de toekomst niet. Denk aan 't geluk der vroeger jaren, Waar 't dervend harte vol bij schiet; Dan vloeit de bron, dan stijgt de vloed, En bittre tranen worden zoet. Vorige Volgende