Gedichten. Deel 4(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Onzijn. Och, was daar in uw dof gemoed Iets dat naar hooger trok te wekken, Een vlam die uitsloeg of een gloed Voor wat het waar, te ontdekken! Maar nu gij hart toont noch gevoel. Voor elk en alles even koel, Is daar niets goeds te wachten Van uw onnutte krachten. Ik mag u van een slordig zwijn Of dartlen wulp den naam niet geven Maar toch, geen mensch-, maar dierlijk zijn Is uw verloren leven. Hoe lang reeds? Twintig? Dertig jaar? .... Verzwijg het maar! 't Deed pijn aan die 't vernamen; U brengt het niet tot schamen. Vorige Volgende