Gedichten. Deel 4(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 234] [p. 234] Hoe schoon. Hoe schoon versiert een zachte lach Te midden van de smarte, Die ons den vrede melden mag Van 't nochtans bloedend harte! Die glimlach zegt: ‘De Heer is recht, In spijt van duisternissen. Hij kan zich niet vergissen.’ Hoe heerlijk blinkt een stille traan Te midden van de vreugde, Die 't volle hart zoo snel deed slaan, Het diepst der ziel verheugde! Die traan verkondt, Al zwijgt de mond: ‘O God! door zooveel zegen Maakt gij uw kind verlegen.’ Vorige Volgende