Gedichten. Deel 4(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Aan de Leidsche hoogeschool op haar LXIIste Lustrum. Mijn Alma Mater! neem de hulde van een zoon, Wien vijfenveertig jaar niet konden doen vergeten, Hoe hij, het oog geslagen op uw kroon, Zes jaren aan uw voeten heeft gezeten, De lessen ingedronken van uw mond, Om levenslang uw woorden en uw wenken, [pagina 219] [p. 219] Die hij verstond, of later eerst verstond, Met dankbaarheid en eerbied na te denken. Hoe talrijk is, van eeuw tot eeuw, uw kroost! Hoe schoon de taak, die gij hun leert verrichten! O, Leef en bloei! Blijf trouw, blijf onverpoosd Elk nieuw geslacht vereedlen en verlichten! Vorige Volgende