Gedichten. Deel 4
(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend
[pagina 142]
| |
Toon moed, om moed te erlangen!
Bezittenden ontvangen.
Maar buk u over d'afgrond niet,
Noch drentel op zijn boorden!
Hij trekt, die in hem nederziet,
Met zijn onzichtbre koorden.
Zie naar de rots,
En laat niet los
Die onontbeerlijke armen,
Die steunen en beschermen!
Die mijmrend met de Wanhoop speelt,
Zal haast wanhopig worden.
Het apostolisch woord beveelt
Dat we ons de lenden gorden.
Richt ze op, en zie!
De slappe knie,
Verlamd door twijflig vreezen,
(God wil het!) is genezen.
|
|