Gedichten. Deel 4
(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend
[pagina 134]
| |
Geen glorie die bevlekt is toe,
Of hoogheid die verlaagt?
In U het eerst, het laatst, het best,
Mijn Cincinnatus van het West!
Aan wien geen nijd zich waagt;
Die ons een blos in 't aanzicht drijft,
Omdat gij de Eenge zijt en blijft.
Naar Byron.
|
|