Gedichten. Deel 4(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Vos Non Vobis. Als de os met al zijn kracht het akkerveld geploegd heeft: Voor andren de oogst die opgaan mocht! Als 't rustloos bijtjen trouw de raten vol gezwoegd heeft: Voor andren 't kostlijk honigvocht! Voor andren 't nestjen, dat zij ophangt aan de klippen, 't Kiesch zwaluwtje van 't Indisch strand! Voor anderen de kus dier lieve maagdelippen, Waarvoor ge uw leven hadt verpand! Voor andren 't wild, dat door een maagren hond met woede Vervolgd werd op de lange-jacht! Voor andren 't voordeel van de rijmen, daar ge op broedde, De eer der gedachten, die gij dacht. Naar Barbler. Vorige Volgende