Gedichten. Deel 4(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 91] [p. 91] [Mijn dagen zijn in 't gele blad] ‘Mijn dagen zijn in 't gele blad’; De tijd van groei en bloei is om; Nog spaart mij God, wat ik verbad: ‘Een wintersche' ouderdom’. Het heilig vuur, in mijn gemoed Niet uitgedoofd door wel of wee, Verwarmt mij nog, deelt van zijn gloed, Mag 't zijn, aan andren meê. Vorige Volgende