Gedichten. Deel 4
(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend
[pagina 65]
| |
In glanzig nevelwaas dooreen.
Die mij het hart doen beven.
De schoonste wenkt mij in 't verschiet
Om tot haar door te dringen;
Ik strek mijn armen uit - zij vliedt,
En al mijn snaren springen.
|
|