Gedichten. Deel 4(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Bij eene schoone doode. Nog zoo veel schooner in uw dood Dan ooit in 't leven, Toen aan uw wang het rozerood Zijn gloed mocht geven! Nog zoo veel dierbrer aan het hart, Dat u moet derven, Dan toen 't u liefhad zonder smart, - Doet dit het sterven? Is dit het, wat de dood vermag? Het schoonste ontdekken? Het beste, dat het diepste lag, Naar boven trekken? Geheel de kracht, den ganschen schat Ons doen waardeeren Der liefde, die ons hart bevat, En nog vermeeren? Zoo is dan 't einde een nieuw begin; Zoo sluit ons scheien Een inniger vereenen in, Dat door ons schreien [pagina 60] [p. 60] Een lach van stille blijdschap weeft, Verzeekring gevend Dat onze liefde een toekomst heeft, Voor eeuwig levend. Vorige Volgende