Gedichten. Deel 4
(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend
[pagina 59]
| |
Niet doen als of uw liefde faalt;
Haar niet verdenken;
Maar altijd haar een onbepaald
Vertrouwen schenken -
Dat wil, dat doe ik, als uw kind,
Wat leed me ook griefde;
Dat, met een hart, dat u bemint
Voor uwe liefde;
Uw liefde, die mij 't hoogste goed,
Den zielevrede,
Geschonken heeft door Jezus bloed,
En 't al daarmede.
Maar ach, ik die mijzelven ken,
Moet altoos vreezen.
Heer! doe mij blijven die ik ben,
En slechts kan wezen,
Mits uw genade elk oogenblik
Mij hulp bewijze,
Opdat ik tot mijn jongsten snik
Uw liefde prijze.
|
|