Gedichten. Deel 4(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Doofpot. Niet alle vuur moet branden Of glimmen blijven, dat staat vast; 't Zijn dikwijls wijze handen, Waarmeê men naar den doofpot tast. Wees haastig om te smoren, Waar 't minste twistvuur wordt gestrooid; Geen vonkje blijve er gloren - Maar 't vuur der liefde, doof dat nooit. Vorige Volgende