Gedichten. Deel 4(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Verflauwing. De zangdrift schiet wel wat te kort, Bij 't klimmen van de jaren; Wat vroeger grif werd uitgestort, Schijnt grooter zorg te baren. Het hart zij vol gelijk weleer: De hand is traag, en tast niet meer Zoo gretig naar de snaren. Wie trekt zich 't aan? - Een nieuw geslacht Doet nieuwe liedren rijzen, Verlangt een andren toon en lacht Met de ouderwetsche wijzen. Welaan, goê kindren! toont uw vlijt! Wij zullen zonder nijd of spijt Wat goed en schoon is prijzen. Vorige Volgende