eigenaars gemerkte zeilen nederliggen. - Al wat gij hier ziet, moet vóór klokslag van tweeën verkocht zijn. Na dat uur mag geen koop meer worden gesloten, en geen boer wil of kan zijn kaas weer meênemen. Hij moet ze verkoopen, even zeker als de kooplieden uit de eerste hand haar moeten inslaan. Den hoogsten prijs te maken is een kunstje, dat menig boer, die er vrij dom uitziet, en 't op alle andere punten in geen geringe mate is, uitnemend verstaat. Aardig is de gemaakte toorn, waarin geloofd en geboden, en waarmede de koop eindelijk gesloten wordt, alsof de beide partijen elkander met grimmige gezichten wijs willen maken, dat het bloed er uit moet. - Maar nu komen de kaasloopers in hun witte pakken en met hun gele, groene en roode hoeden, op hun onveranderlijk sukkeldrafje, en brengen den verkochten stapel op burries waar hij heen moet, in een schip, of een pakhuis.
Zie hier nu de levenskracht van Noordholland. Het is niet anders dan deze kaas, die het verdedigt tegen de woede der zee, die het een groen land doet zijn en blijven, die al Noordhollands schoorsteenen rooken doet. - Wilt gij weten of het den boer wel gaat? Zoo verneem naar den prijs van de kaas. - Vraagt gij of het armenzakje het des zondags gewaar wordt dat de vrijdag voordeelig is geweest? of de landheer het merkt, dat de kaas het heele jaar door ‘praizig’ was? - Antwoord: Neen. - Goudsmeden en koekebakkers merken het het best; boerenkermissen, de alkmaarsche kermis floreeren er van. Want de vrouw houdt van opschik en zoetigheid, en de man weet grof geld te verteren, als hij uit is voor zijn pleizier. In 't regenjaar 1841 is het hooi bitter slecht uitgevallen, maar toen de kermisklok te Alkmaar geluid had, kwamen er niet minder chaisen en wagens om binnen, langs alle wegen en door alle poorten, beladen met boeren en boerinnen, die er zich den witten wijn, en den rooden met suiker, en al wat verder tot opscherping der levensgeesten ter tafel kon worden gebracht, en de pontekoek daarbij, niet minder om lieten smaken, dan in eenig vorig jaar; en het paardenspel daverde niet minder afgrijselijk van hunne onbepaalde bewondering voor de edele kunst der halsbrekerij en de onovertreffelijke grappen van den clown, die omvalt als een stok. - De klachten - werden ‘tegen korstijd’ voor den landheer gespaard, om ZEd. in rekening te valideeren.
Het echt oud noordhollandsch boerentype verdwijnt langzamerhand, of wijzigt zich, zoo als alle types. Op deze alkmaarsche kaasmarkt vindt gij het in allerlei schakeeringen. Dit oude kereltje, wiens vroolijke oogen, ruim zoo goedlachs als zijn mond, uitkijken onder den breeden rand van een rondbolligen hoed, dien hij met een pijpensteeltje op zijn hoofd vastschroeft tegen den wind, is het oudste type. Een smal gevouwen rood katoenen dasje is met gouden knoopjes om zijn hals vastgemaakt. Een lang bruin wambuis, met één rij groote knoopen op nonactiviteit (haken en oogen doen de dienst) hangt hem tot over de heupen. Zijn korte broek acht het gebied over